Gevraagd naar wat er door zijn hoofd ging, na een 2-1 achterstand in sets tegen de Australiër Alex de Minaur in de vierde ronde van de Australian Open, zei tennisser Andrej Roeblev: „Je wil niet in mijn hoofd kijken. Het is net een horrorfilm.”
Toch lukte het Roeblev zondag in Melbourne het tij te keren en de wedstrijd naar zich toe te trekken. De vijfde set van de maar liefst vier uur en veertien minuten durende partij, won Roeblev zelfs eenvoudig, met 6-0. Tot verdriet van het thuispubliek, dat met het verlies van De Minaur de laatste landgenoot uit het toernooi zag vliegen.
Zo staat de 26-jarige Rus Roeblev, de huidige nummer vijf van de wereldranglijst, deze dinsdag voor de tiende keer in zijn carrière in de kwartfinale van een grandslamtoernooi. Zijn tegenstander, de 22-jarige Italiaan Jannik Sinner, nummer vier van de wereld, is op zich al lastig genoeg. Van de zes partijen die ze speelden, won Sinner er vier.
Maar een andere statistiek is in dit licht misschien wel verontrustender voor Roeblev: van de negen kwartfinales die hij tot nu toe speelde op grand slams, won hij er geen een. Van zijn eerste, tegen Rafael Nadal in 2017 bij de US Open, tot de negende tegen landgenoot en vriend Daniil Medvedev (ook in New York); alle keren viste Roeblev achter het net.
Kan hij, als het er écht om gaat, wel met de druk omgaan? Roeblev zelf is er open over. Hij kan zichzelf enorm in de weg zitten, zei hij in een interview dat hij in december op Instagram deelde. „Soms wil je zo graag winnen, dat het een obsessie wordt”, zei hij daarin. Maar winnen, vervolgde Roeblev, lukt niet als je jezelf steeds van alles kwalijk neemt.
En die frustratie over zichzelf spat er soms vanaf, en niet alleen tijdens de grand slams. Zoals in november vorig jaar, tijdens de ATP Finals in Turijn tegen de Spanjaard Carlos Alcaraz, de nummer twee van de wereld.
Roeblev slaat een bal uit, bezorgt Alcaraz zo een servicebreak, en slaat zichzelf vervolgens één, twee, drie, vier, vijf, zés keer met zijn racket op z’n linkerknie. Zo hard dat zijn knie begint te bloeden. Alcaraz wint de partij in twee sets.
Of tijdens de kwartfinale van de US Open in 2022, tegen de Amerikaan Frances Tiafoe, als hij uit pure ellende, 2-0 achter in sets, op zijn stoel neerploft en eerst in een bal bijt en daarna in zijn handdoek in tranen uitbarst.
Agressief spel
Roeblev wordt geboren in Moskou. Zijn moeder was ooit coach van Anna Kournikova, een voormalig toptienspeelster. Hij is een van de weinige Russische toptennissers die zich uitspreekt tegen die oorlog. Zo schreef hij begin maart 2022, een paar dagen na de Russische inval in Oekraïne, ‘No war please’ op de lens van een tvcamera bij een ATP-toernooi in Dubai.
Zelf woont Roeblev al jaren in Barcelona, waar hij werkt met zijn Spaanse trainer Fernando Vicente.
Roeblev speelt graag agressief tennis, en zoekt vrijwel altijd de aanval. Met name met zijn forehand, waarmee hij ballen zo snel na de stuit neemt dat zijn tegenstanders maar minimaal de tijd krijgen om te reageren, kan hij rally’s dicteren en slaat hij de punten graag binnen, vaak nadat hij om zijn backhand heen is gelopen.
Maar soms keert zijn aanvallende spel zich ook tegen hem, en dan krijgt hij het mentaal lastig.
Op zulke momenten is hij zijn eigen grootste vijand, zegt Roeblev vorig jaar tegen The Guardian, in een terugblik op al zijn verloren grandslamkwartfinales. „Die wedstrijden waren heel, heel teleurstellend voor me, want aan het eind van de rit heb ik ze verloren vanwege mijn eigen toedoen.” Hij had echt wel kans om halve finales te bereiken, aldus Roeblev, „maar door mijn emoties kon ik niet echt spelen.”
Hij werkt eraan, vertelt hij in hetzelfde gesprek. Hij probeert niet langer de schuld af te schuiven op de wind, de zon, het publiek, de scheidsrechter. Hij wil zijn eigen prestaties onder ogen komen. „Het gaat erom dat je eerlijk bent tegenover jezelf, naar je team, dat je naar ze luistert, je angsten deelt, en vertelt wat er in je hoofd gebeurt.” Wat hem ook helpt is meditatie, vertelt hij verder. En verder probeert hij, ook als hij chagrijnig is, „niet negatief te zijn”.
En wie weet heeft hij er profijt van. Sowieso staat hij al jaren in de toptien, een prestatie op zich. Maar in april 2023 beleefde hij zijn grootste, sportieve overwinning tot nu toe. In de finale van het prestigieuze graveltoernooi van Monte Carlo knokte hij zich knap terug tegen de Deen Holger Rune, die zelf last leek te hebben van een mentale blokkade.
Grappig naast de baan
Zo heftig als Roeblev kan reageren op de baan, zo vriendelijk en grappig is hij naast de baan. Na de winst in Monte Carlo stuntelde hij zich door een interviewtje heen, waarbij hij in zijn dankwoord de voorzitter van de tennisbond en de prinses van Monaco met elkaar verwarde . „Te veel zon, jongens”, zei hij erachteraan, toen hij zijn foutje inzag. En hij bedankte het publiek, dat achter hem stond, ondanks zijn Russische nationaliteit.
Wat mooi is aan Roeblev, zei commentator en oud-prof Andy Roddick na afloop bij het Amerikaanse Tennis Channel, is „zijn openheid.” „Hij doet zich niet anders voor dan hij is. Hij zegt gewoon: ik was zenuwachtig.” Roddick noemde het „verfrissend”. „Ik merk dat ik voor hem ga duimen, omdat hij altijd precies zegt wat hij denkt.”