Als je Théo Luhaka (29) met zijn broers en vrienden ziet zitten, zou je zeggen dat het jonge rappers zijn. Succesvolle ondernemers. Of voetballers. Het zijn grote, goed geklede zwarte mannen. Van die jonge gasten waar jongere jongens in de wijk tegen opkijken. Luhaka draagt deze ijskoude vrijdag in de rechtbank van de Parijse voorstad Bobigny een witte sweater, een zilveren ketting en een bodywarmer. Een van zijn vrienden heeft een beanie recht op zijn hoofd staan, zijn broer draagt een wijde trui van het merk Helvetica.
De bijna 2 meter lange Luhaka wílde ook „een grootse voetballer” worden, vertelde hij eerder deze week in de sobere rechtbank. De jongerenwerker was middenvelder en had in 2017 net een contract getekend bij een Belgische club in de derde divisie.
Identiteitscontrole
Maar het liep anders, want in februari 2017 raakte Luhaka gehandicapt bij een ruwe arrestatie. De Fransman uit de andere Parijse voorstad Aulnay-sous-Bois raakte destijds na een identiteitscontrole betrokken bij een gevecht met drie agenten, die nu in Bobigny terechtstaan. Luhaka werd geslagen en geschopt – ook toen hij al op de grond lag. Een agent vuurde van dichtbij traangas op hem af – per ongeluk, naar eigen zeggen. Toen ze Luhaka probeerden te boeien, stootte één agent met een wapenstok in zijn anus.
Op beelden van bewakingscamera’s is te zien dat hij dan op de grond neerstort – waarna hij nogmaals wordt geslagen. Bij de wapenstokstoot raakte Luhaka’s sluitspier onherstelbaar beschadigd waardoor hij incontinent raakte. Sindsdien raakte hij geen voetbal meer aan. „Tegenwoordig doe ik weinig”, zei hij eerder deze week gelaten in de rechtszaal. „Ik zit thuis. Ik ben een gehandicapte.”
Vrijdag komt er na een proces van bijna zeven jaar een einde aan wat in de Franse pers de affaire-Théo is gaan heten. In de met tientallen journalisten, familieleden van Luhaka, enkele politici en naasten van eerdere slachtoffers van politiegeweld gevulde rechtszaal worden de drie agenten veroordeeld tot voorwaardelijke celstraffen van drie tot twaalf maanden. De langste straf is voor hoofdverdachte Marc-Antoine C. Hij werd wel vrijgesproken van „het uitvoeren van geweld dat een permanente handicap veroorzaakt”. Alle drie mogen vijf jaar lang niet werken.
Lees ook
Rechtszaken in Frankrijk tonen hoe hoog de spanningen zijn opgelopen tussen Franse jongeren van kleur en de politie
Eerdere slachtoffers
Na de uitspraak, waarbij het muisstil is, ontstaat voor de deur van de zaal een protest tegen politiegeweld. Een groepje van zo’n twintig activisten scandeert „gerechtigheid voor Théo” en anti-politieleuzen. Ze halen rode posters uit hun tas met de tekst „wanneer krijgen agenten eens echte celstraffen?”. Voor het oog van de verzamelde camera’s houden ze hun gebalde vuisten in de lucht.
De zaak maakt veel los in buitenwijken als Aulnay-sous-Bois en Bobigny, verklaart Assa Traoré (38). Traoré – ze valt op met haar herkenbare grote afro – verloor haar broer Adama in 2016 na een gewelddadige arrestatie. „Men zegt dat hier geen racisme is, dat politiegeweld niet bestaat, maar deze zaak is het zoveelste bewijs dat de politie bewust richt op jongeren uit buitenwijken en daarbij geweld inzet”, vindt zij. „Théo kan zijn eigen stem gebruiken, maar dat is voor mijn broer en veel andere slachtoffers niet mogelijk.”
In de Franse pers wordt de affaire-Théo ook in één rijtje geplaatst met de zaak van Adama Traoré en andere bekende gevallen waarbij de politie nodeloos geweld gebruikte tegen vooral jonge Fransen van kleur. Het plaatst Luhaka in een wat ongemakkelijke positie, zegt zijn advocaat Antoine Vey (39) – de wat timide ogende Luhaka wil vrijdag zelf niet met de pers praten. „Hij is uiteraard getekend door het thema omdat hij er het slachtoffer van was, maar hij wil ook niet gereduceerd worden tot een soort symbool van een slachtoffer van politiegeweld”, aldus de advocaat. „Hij is een jonge man met veel talenten, veel vaardigheden.” Hierbij speelt ook schaamte mee, bleek eerder deze week. „Ik ben nu degene die is verkracht, degene die in de kont is genomen door agenten”, zei Luhaka duidelijk geëmotioneerd tegen de rechters.
Dat Luhaka niet (of niet meer) het gezicht wil zijn van politiegeweld en conflict, is vrijdagavond te merken als het protest uitbreekt. In plaats van dat hij zich bij de demonstranten voegt, blijft hij zo lang als mag in de rechtszaal. Als hij het geschreeuw hoort, kijkt hij even op maar richt zich daarna weer tot zijn naasten. Op een meter of twintig afstand van zijn belagers van zeven jaar geleden, staat hij zachtjes te praten, te knuffelen, te lachen ook. Als hij gearmd met zijn familie de zaal verlaat, loopt hij gauw langs de pers en schreeuwende demonstranten naar de uitgang.
Luhaka wil de zaak nu achter zich laten, zegt zijn advocaat Vey, die anders dan de demonstranten spreekt van een „uitspraak van waarheid” en „een beslissing van verzoening”. Luhaka was erg gespannen tijdens het proces, zegt Vey, „maar het heeft hem goed gedaan dat er uitgebreid naar hem is geluisterd. Hij ziet dat men gelooft wat hem is overkomen.” Eerder zei Luhaka dat hij enkel wilde dat er een veroordeling kwam – wat voor straf maakte hem niet uit. Nu wil hij vooral zijn leven hervatten. Vey: „Hij is opgelucht dat het afgelopen is.”