De fiets, de val, en het dode bijenvolk

Wagner over muziek Muziek bepaalt het leven van altvioliste . Aflevering 2: Händelaria’s.
Wagner over muziek

Tegen Händel heb ik me nog nooit kunnen verweren. Toen ik gisteren door een gerenommeerd amateurensemble gebeld werd of ik vanavond voor een zieke in wilde vallen om hun concert met Händelaria’s te redden, riep ik – zonder goed in mijn agenda te kijken – enthousiast ‘ja!’. Vanochtend schrok ik: er staan al drie repetities voor vandaag gepland. Mijn muziekverplichtingen schuren nu met de tijd, in een supersonisch tempo verplaats ik me van de ene naar de andere studio en tel de uren af. Tegen de avond stap ik eindelijk in de auto, het weer is prachtig. Terwijl mijn vingers op het stuur tintelen van alle muziekloopjes, besluit ik op de fiets naar het Händelconcert te gaan. Ineens besef ik dat ik de bladmuziek nog niet bekeken heb waardoor ik het stoplicht mis. Een oorverdovende claxon roept me tot de orde en ik vermijd gelukkig een verkeersongeval. Thuis wissel ik mijn kleren van kleurig naar zwart, bind mijn altviool op de rug en pak de fiets – het moet lukken.

Houten kast

Op het smalle pad tussen weiland en bos trap ik ijverig op de pedalen en troost me dat ik nog een voorrepetitie heb om Händel goed te spelen, ik ken de muziek. Ik onderschat de scherpte van de bocht. Mijn fiets botst tegen een houten kast. In een vertraging zie ik mijzelf in een grote boog op het weiland landen. De hemel en mijn hoofd gaan even op zwart. Wat was dat? Ik probeer me te bewegen. Twee riemen houden me vast. Ik draai mijn hoofd opzij. Tussen de grassprieten zie ik nu bijen, tientallen, honderden! Ik verstijf, ze gaan me steken! De riemen herinneren me weer aan mijn altviool, ik moet het concert halen! Ik schiet omhoog, o jee, de bijen! Behoedzaam kijk ik naar beneden maar ze bewegen niet. Ik hap naar adem van opluchting: ik raakte wel een bijenkast maar dan met een dood bijenvolk. De tragiek daarvan dringt nog niet tot me door.

Vastbesloten na de pauze alsnog aan te schuiven sluip ik achter naar binnen

De kerk bereik ik lopend, het concert is al gaande. Vastbesloten na de pauze alsnog aan te schuiven sluip ik achter naar binnen. Op een afgeschermde plek pak ik mijn altviool uit en sla een kruis: ook ongedeerd! En dan hoor ik Händels aria Vedi l’ape ch’ingeniosa, (zie de bij hoe ingenieus). En al gaat het hier om liefdesintriges in Egypte en niet om mij, de meanderende viooltriolen als krioelende honingbijen dringen nu pas tot mij door. Händels simpele muziekidee ontwapent pardoes mijn vastberadenheid om van deze dag koste wat kost een succes te maken. Een huilbui overvalt me zonder dat ik weet waarom. Ik sla mijn hand voor mijn mond en vraag Händel: heb ik de hele dag pech of juist geluk?

Ewa Maria Wagner is altvioliste en schrijfster.

Frits Abrahams is afwezig.