De ‘Faber-bonus’: een doorstroomlocatie waar de statushouder niet meer weg komt

Majed Nameh (42) rookt een sigaret in het fietsenhok. Om hem heen staan fietsen, een houten picknicktafel en een zwarte bureaustoel. De Syriër pakt zijn telefoon en spreekt een bericht in dat direct vertaald wordt. „Goedemorgen”, zegt de Google-vertaalstem, „Hier woon ik.” Nameh wijst naar het gebouw naast het fietsenhok.

De Syriër heeft een verblijfsvergunning, maar kreeg nog geen eigen huis toegewezen. Hij woont met veertig andere vluchtelingen die ook wachten op een woning, in een voormalig schoolgebouw in het Gelderse Nijkerk. Het is een zogeheten ‘doorstroomlocatie’. In zijn kamertje passen net een bed, een tv en een koelkast. De bewoners, met name mannen, delen zes douches en een keuken met twee fornuizen. Voor Nameh is het een vooruitgang: hiervoor deelde hij in het asielzoekerscentrum van Vlissingen één kamer met vijf anderen.

Als mensen na zeven jaar wachten eindelijk een huis krijgen is het te laat, dan maken ze de stap naar inburgering niet meer

Timo de Jong
locatieleider doorstroomlocatie Raalte

Toch zou Nameh het liefst zo snel mogelijk weer vertrekken. Hij gluurt naar een andere bewoner een paar meter verderop, buigt voorover en fluistert: „Er is hier één christelijke persoon: ik.” Andere bewoners namen het hem kwalijk dat hij niet meedeed aan de ramadan, vertelt hij terwijl hij het opvangterrein afloopt. „Ze willen dat ik niet rook of eet, maar we zijn in Nederland. Ik eet stiekem op mijn kamer.”

In afwachting van een eigen huis wonen op achttien plekken in Nederland statushouders in doorstroomlocaties. Het kabinet wil dat meer van zulke opvangcentra openen en met een financiële regeling probeert minister Faber (Asiel, PVV) gemeenten hiertoe te verleiden, zodat de druk op de reguliere, overvolle opvangcentra afneemt en statushouders alvast kunnen beginnen met inburgeren. Maar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) waarschuwt haar leden niet te zwichten voor de ‘Faber-bonus’. Die is eenmalig 30.000 euro per opgevangen statushouder. Er kleven „verstrekkende risico’s” aan de opvangvorm, stelt de VNG. Vluchtelingen dreigen jarenlang vast te zitten in doorstroomlocaties – op kosten van de gemeenten.

‘Niet sober genoeg’

Jaarlijks krijgen zo’n vijftienduizend vluchtelingen een verblijfsstatus in Nederland. Zij moeten ergens wonen, maar er zijn niet genoeg huizen beschikbaar. Op dit moment zitten circa twintigduizend statushouders vast in asielzoekerscentra van het COA, waar ze wachten tot ze een woning krijgen toegewezen in een gemeente.

Om hen uit de opvang te krijgen, is de doorstroomlocatie bedacht door toenmalig staatssecretaris Eric van der Burg (VVD, Justitie en Veiligheid) uit het vorige kabinet. Daar kunnen statushouders alvast „starten met werken en inburgeren”, schreef Faber eerder aan de Kamer. De doorstroomlocaties dragen, volgens haar, „bij aan participatie en integratie”. Naast de vergoeding voor opgevangen statushouders betaalt Faber ook de eventuele verbouwing van de opvanglocaties. Zo ontving de gemeente Nijkerk 641.000 euro van het Rijk om het oude schoolpand bewoonbaar te maken.

Duidelijke regels waar de huisvesting aan moet voldoen, zijn er niet. Faber spreekt in een brief aan de Tweede Kamer van een „bij voorkeur onzelfstandige” woonruimte. Eerder keurde ze een doorstroomlocatie in Apeldoorn af, omdat statushouders een eigen slaapkamer zouden krijgen. Dat vond Faber „niet sober genoeg”.

NRC bracht de achttien doorstroomlocaties in kaart die door Faber worden betaald. Wat blijkt: overal hebben statushouders eigen kamers. De PVV-minister financiert zo doorstroomlocaties die niet aan haar eigen eisen voldoen.

Onderling verschillen de locaties sterk van elkaar, zowel in omvang als in begeleiding voor de statushouders. Hoewel minister Faber het liefst grote locaties ziet – een minimum aantal noemt ze niet – voldoen lang niet alle doorstroomlocaties daaraan. In Waalwijk verblijven elf jonge statushouders in een voormalig zorgcentrum; in Zwolle zitten ze samen in een omgebouwd kantoorpand en in het Gelderse Brummen wonen 26 mensen in een vervallen villa op een landgoed. In de Oude IJsselstreek wonen zeven statushouders in een doorstroomlocatie. En in Noord-Limburgse Horst aan de Maas wonen honderden statushouders in een vakantiepark.

De tijdelijke opvanglocatie voor statushouders in Zwolle.

Foto Ruben Meinten

Workshops

De begeleiding van de statushouders op de locaties verschilt en is geregeld door medewerkers van de gemeenten. In het oude schoolpand van Nijkerk ontfermt Brigitte van Bennekom zich, in dienst van de gemeente, over alle bewoners. Ze loopt door de woonkamer, waar beige Ikea-banken voor een scheef hangend televisiescherm staan. Aan de muur hangt een schilderijtje met de tekst „samenwerken” erop. „Die komt van het oude gemeentehuis”, zegt Van Bennekom. De locatiemanager heeft het schilderijtje en nog wat andere ingelijste tekstjes zelf meegenomen „om de boel hier wat op te vrolijken”.

In de huiskamer worden statushouders met workshops wegwijs gemaakt in Nederland, zegt Van Bennekom. Ze krijgen uitgelegd hoe een OV-kaart werkt, hoe je een bankrekening opent en wanneer uitkering en zorgtoeslag worden overgemaakt. Ook meer huishoudelijke onderwerpen komen aan bod, zegt Van Bennekom, zoals opruimen. „Want”, zegt ze: „Als je hier niet schoonmaakt, doe je het straks in je eigen huis ook niet.” Het doel van de locatiemanager in Nijkerk is statushouders klaarstomen voor een eigen woning. „Ze zitten hier voor maximaal twaalf maanden”, zegt ze. „Tenminste: dat is de bedoeling.”

De doorstroomvoorziening op recreatiepark Kasteel Ooijen in Broekhuizenvorst, in de Limburgse gemeente Horst aan de Maas.

Foto Stefan Koopmans

Maar door nieuw kabinetsbeleid dreigen doorstroomlocaties juist niet tijdelijk te zijn. Het kabinet wil statushouders geen voorrang meer geven op sociale huurwoningen. Het gevolg: de doorstroom naar een eigen huis stokt en statushouders komen jarenlang vast te zitten in doorstroomlocaties. „Het worden zoek-het-maar-uit-locaties”, zegt VNG-voorzitter Sharon Dijksma, tevens burgemeester van Utrecht.

Parellelle samenleving

De Syrische Wahid, die niet met zijn achternaam in de krant wil in verband met zijn privacy, opent nog snel het raampje van zijn kleine kamer in de doorstroomlocatie net buiten Raalte – een voormalig landgoed in een bosrijke omgeving. Het ruikt er muf en zijn bed ligt bezaaid met spullen. Er staan een tv, koelkastje en een tafeltje. Verder: een wasbak en een douche. Daarvoor betaalt de 41-jarige Wahid 450 euro per maand huur. Een schappelijke prijs, volgens locatieleiders Timo de Jong en Marije Stalknecht, toeristen betalen een soortgelijke prijs voor een midweek of een weekend.

Wahid is zes jaar in Nederland en woont sinds februari 2024 op de doorstroomlocatie. De omgeving hier is prima, zegt hij, maar er is weinig te doen. In Raalte gaat hij naar school, in Zwolle winkelt hij. Maar hij vraagt zich vooral af wanneer hij een huis krijgt van de gemeente.

Die vraag houdt alle bewoners bezig, zegt De Jong. „Bewoners vragen: hoelang moet ik nog wachten?” Hij antwoordt altijd hetzelfde: „Je moet niet wachten. Je leven in Raalte begint hier. Op een dag krijg je een huis.”

In Raalte worden statushouders „heel mooi” voorbereid op hun stap naar zelfstandig wonen. Stalknecht en De Jong helpen met praktische en bureaucratische zaken, zoals het betalen van rekeningen en het afsluiten van een zorgverzekering, maar opvang in de doorstroomlocatie moet niet eindeloos duren.


Lees ook

Castricum ‘schaamt zich dood’ voor containerwoningen statushouders. ‘Zó’n rijke gemeente. We kunnen dit écht beter’

Werkbezoek van minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting, BBB) vrijdag aan een opvang voor statushouders in Castricum. Inwoners protesteren tegen haar plannen voor sobere opvang.

In februari heeft Mona Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, een wetsvoorstel ingediend dat ervoor moet zorgen dat statushouders geen voorrang meer krijgen bij sociale huurwoningen. Zestien gemeenten – waaronder Amsterdam, Den Haag, Haarlem en Utrecht – zijn „verbijsterd” hierover, schrijven zij in een gezamenlijke brief, omdat de doorstroom van statushouders naar huizen hierdoor nog meer vastloopt. Een medewerker van de gemeente Raalte: „Het is mooi als mensen via de doorstroomlocatie dichter bij inburgering komen, maar als de woningvoorraad niet groeit, dan stopt het hier.” Stalknecht: „Op een gegeven moment zit het hier vol, en dan?”

Het is niet je eigen huis, het is tijdelijk en dat weet je, je kunt er niet wortelen en een eigen netwerk opbouwen

Ricky van Oers
universitair docent rechtssociologie en migratierecht (Radboud Universiteit)

Ricky van Oers, universitair docent aan de Radboud Universiteit, is kritisch over de opvang in doorstroomlocaties. De statushouders worden zo nóg langer in de wacht gezet: de inburgering van deze groep begint pas als ze „tussen de Nederlanders” wonen, zegt zij. In een doorstroomlocatie maken ze nog steeds geen onderdeel uit van de Nederlandse maatschappij. „De doorstroomlocaties vormen een parellelle samenleving: het is niet je eigen huis, het is tijdelijk en dat weet je, dus je kunt er niet wortelen en een eigen netwerk opbouwen.”

Ook het schip Silja Europa in Rotterdam wordt momenteel gebruikt als doorstroomlocatie voor vluchtelingen met een verblijfsstatus in Nederland.

Foto Hedayatullah Amid

Uit onderzoek blijkt, volgens Van Oers, dat de gevolgen van het lange wachten voor statushouders groot zijn. In het begin zijn mensen erg bereid te participeren, zegt de onderzoeker, maar hoe langer de periode van „gedwongen inactiviteit” duurt hoe meer tijd iemand nodig heeft om goed te participeren op de arbeidsmarkt. Statushouders verliezen door het lange wachten in asielzoekerscentra en doorstroomlocaties hun vaardigheden en leren geen nieuwe bij, zegt Van Oers. „Uiteindelijk zullen veel meer van hen een langdurig beroep moeten doen op de bijstand.”

De christelijke Syriër Majed Nameh gaat inmiddels drie dagen per week naar school en twee dagen werkt hij in een autogarage in Amersfoort. Hij is het wachten zat. Een vriend van hem heeft in Nijkerk een huis toegewezen gekregen. „Ik moet misschien nog wel een jaar wachten.”


Lees ook

Statushouders zitten vast op Rotterdamse cruiseferry: ‘Ik rook, slaap en wacht’

Een inwoner voetbalt bij het grote vluchtelingenschip Silja Europa aan de Marconistraat, Rotterdam. Het schip wordt gebruikt om vluchtelingen met verblijfsstatus in Nederland onder te brengen.



Delen