Dertig jaar is Marcel Bouvy nu al apotheker. Met eigen ogen ziet hij hoe makkelijk tegenwoordig verslavende pijnstillers worden voorgeschreven door artsen. De kast met opiaten ging vroeger hoogstens één of twee keer per week open – Bouvy kan het weten, hij had de sleutel. „Maar op een gegeven moment stond die kast de hele dag open. Er werden voortdurend doosjes uit gehaald.”
Het roept de vraag op of Nederland de Verenigde Staten achterna gaat in aantallen gebruikers van deze verslavende pijnstillers met mogelijke gevolgen van dien. Daar is het aantal dodelijke overdoses afgelopen tien jaar meer dan verdrievoudigd; in 2022 overleden in Amerika zo’n tachtigduizend mensen aan een opioïde-gerelateerde overdosis. Die crisis eist meer levens dan het vuurwapengeweld en alle auto-ongelukken bij elkaar opgeteld.
Zo ernstig is het nog niet in Nederland, maar het gebruik van opioïden is de afgelopen 25 jaar wel sterk toegenomen en toenemend problematisch opioïdengebruik wordt inmiddels zichtbaar. Bouvy, behalve apotheker ook hoogleraar farmaceutische patiëntenzorg aan de Universiteit Utrecht, geeft leiding aan Taptoe (Tackling and Preventing The Opioid Epidemic), waar een projectteam van universiteiten en beleidsmakers onderzoek doet om zo’n epidemie in Nederland te voorkomen.
Taptoe begon in september 2020, toevallig in een periode dat het gebruik van opiaten na jaren van stijging weer wat afnam. Vermoedelijk had dat te maken met de coronapandemie, legt Bouvy uit, die de behoefte aan pijnstillers verminderde. „Er waren minder operaties en minder ongelukken tijdens het sporten of in het verkeer – omdat mensen binnen bleven. Maar we zien dat het gebruik sinds vorig jaar weer stijgt. Dat vinden we zorgelijk.”
Lees ook
Bij het pijnstillerdrama in de VS was het niet alleen Big Pharma dat faalde
Hoe kon dit problematische gebruik ontstaan?
„Twintig jaar geleden kwam de focus op ‘pijn als aandoening’ te liggen, in plaats van ‘pijn als symptoom’. Er is een grote groep mensen met chronische pijn, vooral in de bewegende lichaamsdelen: knieën, heupen, rug en mensen met bijvoorbeeld artrose. Marketeers van de farmaceutische industrie hebben daar destijds handig op ingespeeld.
„We weten uit onderzoek dat 80 tot 90 procent van de mensen die momenteel in Nederland opioïden slikken, deze medicatie meekrijgt voor chronische pijnklachten. Terwijl opioïden bedoeld zijn voor acute en kortdurende postoperatieve pijn en als palliatieve behandeling.”
Opioïden zijn voor kortdurend gebruik geschikte pijnstillers. Het grootste probleem is dat opioïden ook wat Bouvy omschrijft als ‘zielenpijn’ dempen. Ongeveer één op de tien gebruikers vindt het prettig om verdoofd te raken door deze medicijnen. Deze mensen raken sneller verslaafd.
Ongeveer tien jaar geleden was het gebruikelijk dat na een operatie al een recept klaar lag voor een maandvoorraad opioïden. Patiënten konden zo sneller naar huis, wat vrije bedden opleverde in het ziekenhuis, maar het creëerde ook een probleem.
Afgelopen jaren zijn de pijnprotocollen hierop aangepast. De ziekenhuizen wordt geadviseerd kleinere hoeveelheden mee te geven en huisartsen zouden bijvoorbeeld eerst de patiënt moeten zien voordat ze een herhaalrecept meegeven. In hoeverre dit gebeurt, is minder duidelijk.
Lees ook
Mensen met migraine krijgen nog steeds verslavende sterke pijnstillers
Wanneer wordt het gebruik problematisch?
„Als het je leven gaat beheersen. Als je niet meer normaal kunt functioneren omdat je verslaafd raakt. Als het je werk en je relaties gaat beïnvloeden. Die mensen zijn de hele dag bezig met hun pijnstillers. Wanneer is de medicatie uitgewerkt? Heb ik nog voldoende voorraad? Hoe kan ik aan mijn opiaten komen? Hun professionele en sociale leven verwaarlozen ze. Wanneer mensen eruit komen, beschrijven ze deze periode als een soort roes, een periode waarin hun omgeving totaal aan hen voorbijging.
„Gebruikers geven in ons onderzoek aan dat ze van tevoren niet goed wisten dat ze zó verslaafd zouden kunnen raken aan deze middelen. Het staat wel in de bijsluiter, maar blijkbaar moet de voorlichting beter.
„Bij verkeerd gebruik zijn er grofweg twee groepen. De groep die er niet meer vanaf kan komen maar waarbij het leven niet ontwricht raakt. Dit zijn vaak wat oudere mensen. Die krijgen wel bijwerkingen zoals emotionele afvlakking, verstopping en een grotere kans om te vallen. Uiteindelijk neemt de kwaliteit van hun leven af.”
Hoe loopt het dan uit de hand bij de tweede groep?
„Een kleinere groep gebruikers gaat steeds meer gebruiken. Ze proberen tijdens diensten van artsen en apotheken elders opioïden te krijgen. Ze vervalsen recepten of proberen via internet aan extra middelen te komen. Ze zijn zodanig met hun verslaving bezig dat ze niet meer normaal functioneren. Deze groep heeft echt een probleem. Die mensen gaan door een helse tijd.
„Stel, je krijgt een ongeluk. De kans is groot dat je een opioïde van de arts meekrijgt. Na een week gaat de medicatie minder goed werken. Dan wil je meer slikken om hetzelfde effect te bereiken. Er ontstaat een overgevoeligheid voor pijn. Je gaat nog iets meer gebruiken.
„Je lichaam raakt gewend aan de medicatie. Bij mensen die grote hoeveelheden nemen, hebben opioïden een effect op de ademhaling. Die wordt trager. Wanneer de dosering te snel wordt verhoogd, ga je zo langzaam ademen dat je onvoldoende zuurstof binnenkrijgt om te blijven leven. Ze stikken.
„In het jargon wordt dit een ‘ademhalingsdepressie’ genoemd. Beademen of een medicijn toedienen dat de werking van opioïden tegengaat, is dan een redmiddel. Maar je moet er wel op tijd bij zijn. In de Verenigde Staten lopen hulpverleners met een neusspray met het antidotum Naloxon op zak.”
Wat is de rol van artsen en apothekers hierin? De meeste gebruikers krijgen deze pijnstillers mee op recept van hun arts.
„Artsen en apothekers vinden het lastig om het gesprek met de patiënt hierover te voeren. Patiënten geven vaak aan dat ze veel pijn hebben. Wie ben jij dan om te zeggen dat het niet nodig is? Apothekers hebben ook hun twijfels, maar denken wanneer de arts het heeft voorgeschreven, wie ben ik dan om het niet mee te geven. Patiënten weten soms heel goed dat ze een probleem hebben, maar ze praten er liever niet over. Zo blijft een probleem voortbestaan. Dit noemen we the conspiracy of silence.”
Is er sprake van een opioïdenepidemie in Nederland, zoals in de Verenigde Staten?
„De situatie hier is niet met die in Amerika te vergelijken. De omvang is anders. Jaarlijks overlijden in Amerika ongeveer tachtigduizend mensen aan een overdosis. De overdosissen die net goed aflopen, zullen een veelvoud hiervan zijn, in de miljoenen.
„En de voorschrijvers zijn in Nederland een stuk kritischer geworden. Het risico bestaat dat je mensen het illegale circuit injaagt. Dat hebben we in de VS op grote schaal gezien. Maar we doen geen onderzoek naar het illegale circuit, daar hebben we geen zicht op.”
Wat moet gebeuren om het tij te keren?
„Allereerst bewustwording bij zorgverleners, die kleine hoeveelheden moeten gaan meegeven en tijdig moeten stoppen met verstrekken. Ten tweede moeten we op een andere manier leren omgaan met pijn. Pijn hoort bij het ouder worden. Het doen van spierversterkende oefeningen bij gewrichtspijn is op de lange termijn veel effectiever dan een opioïde gebruiken.
„Heroïneverslaving was in de jaren tachtig een gigantisch probleem in Nederland. Verslaafden van toen zijn inmiddels overleden, afgekickt of hun gebruik is gereguleerd. Dat is hier geen groot maatschappelijk probleem meer. Je ziet dat de klinieken die vroeger heroïneverslaafden behandelden, nu patiënten behandelen die op recept verslaafd zijn geraakt aan oxycodon.
„Er zijn patiënten die echt opioïden nodig hebben, maar dat is een kleine groep. Artsen denken vaak nog steeds dat opiaten de beste pijnstillers op de markt zijn, maar uit onderzoek weten we dat paracetamol net zo goed werkt. Beter nog, want deze middelen zijn beter geschikt voor langdurig gebruik.”
Lees ook
Opioïdenverslaafden in de VS: een flat vol drugs en een weekend vol sterfgevallen
Reageren? [email protected]