Ze betwijfelen of Jürgen Klopp er nog woont, misschien heeft hij de villa onlangs al verlaten. Het weerhoudt John en zijn dochtertje er niet van om een bedankkaart door de brievenbus te gooien, hier aan de poort van de woning van de scheidend trainer van Liverpool FC. „Hij heeft me als supporter zoveel geweldige middagen en avonden bezorgd”, zegt John, die een paar straten verderop woont.
Om beter te begrijpen hoe Klopp, die zondag afscheid neemt op Anfield tegen Wolverhampton, het negen seizoenen wist vol te houden, moet je in Formby zijn. In deze bosrijke buitenwijk op een half uur rijden ten noorden van Liverpool kon de Duitser, opgegroeid in een stadje in het Zwarte Woud, de dagelijkse stress en hectiek van het leiden van een van de grootste voetbalclubs ter de wereld even achter zich laten.
In de avonduren liet hij vaak zijn hond Emma uit, zagen buren. Volgens John was zijn favoriete route het krappe, kronkelende ‘Fishermans Path’. Vanaf Klopps villa aan Victoria Road, vanwege de rijke bewoners ook wel ‘Millionaires Row’ genoemd, is het een paar minuten lopen. John wijst naar de pub op de hoek, The Freshfield, daar moet je naar rechts om bij het pad uit te komen. „Je steekt een golfbaan over en dan is het een mooie wandeling naar de duinen en het strand.”
Deze groene, ruimtelijke omgeving met beschermd natuurgebied, was voor Klopp doorslaggevend om zich hier te vestigen, schreef The Athletic. In The Freshfield, waar Klopp soms spontaan aanschuift voor een pubquiz, sprak John op een zomerdag een keer urenlang met de trainer. Het viel John (44), die in de mediasector werkt en de voetbalwereld goed kent (vanwege zijn baan wil hij niet dat NRC zijn achternaam vermeld), op dat Klopp „veel belang hecht” aan een leven naast het trainerschap. „Hij is precies zoals je van hem verwacht: erg grappig en innemend.” Wel vloekte hij in die privésetting meer dan op tv, merkt hij op.
Zo groot als de bewondering is rond zijn afscheid, zo groot was de opwinding al bij zijn komst. John had het „geluk” dat hij precies achter Klopp zat bij zijn debuut, uit bij Tottenham Hotspur, in oktober 2015. Hij stuurt na het gesprek een foto, van kort voor de aftrap, als Klopp omringd wordt door zo’n twintig fotografen. Men zag een lange blonde Duitser in een zwart trainingspak, met baard en bril, en een glimlach die nooit ver weg is – felle uitbarstingen overigens ook niet.
Klopp, in de jaren ervoor gelanceerd bij Borussia Dortmund, had „meteen grote impact” bij Liverpool, zag John. Spelers liepen in dat eerste duel veel meer, bleek uit data. Aanvallende middenvelder Adam Lallana kwam „helemaal uitgeput” van het veld bij zijn wissel, herinnert John zich. „Hij heeft het in zo’n korte tijd omgedraaid, de club echt getransformeerd.”
Krachtige identiteit
Met Klopp vertrekt een van de meest invloedrijke en beeldbepalende trainers uit de historie van de Premier League. Met zijn energie, hartstocht en menselijke benadering als zelfbenoemde „normal one” – een variant op José Mourinho’s „special one” bij Chelsea – wist hij de club te herijken en te laten herrijzen. Met zijn agressieve ‘heavy metal-voetbal’, gebouwd op extreme pressie en hoog tempo, bracht hij niet alleen het plezier terug, maar ook een krachtige identiteit.
‘Our identity is intensity’, staat in de trainerskamer, op het nieuwe trainingscomplex iets ten noorden van de stad. Bijna alles won hij, van de weinig aansprekende League Cup tot de wereldbeker. Maar vooral: drie Champions League-finales – met winst in 2019. Een jaar later gevolgd door de eerste landstitel in dertig jaar, de verlossing van een obsessie.
Dat deed hij in een tijdperk dat Manchester City, van coach Pep Guardiola, bijna niet te stoppen leek. Ergens is dat ook de tragiek van Klopp. Het kapitaalkrachtigere City – gefinancierd door het regime in Abu Dhabi, bleek uit onderzoek – was in de beslissende fase van de competitie vaak constanter en dominanter. In negen jaar Klopp won City vijf landstitels. De zesde is nabij: als City zondagavond West Ham United verslaat is dat een feit – gelijktijdig met Klopps afscheid.
Maar, Klopps erfenis gaat veel verder dan de sportieve resultaten, schreef auteur Lynsey Hanley vorig weekend in een essay in de Financial Times. In de rest van Engeland was Liverpool decennialang „het mikpunt van grappen over armoede, misdaad en slachtofferschap”. Dat gaat terug tot de jaren tachtig, toen het socialistische Liverpool botste met de rechtse regering van Margaret Thatcher, die werd geadviseerd geen overheidsgeld meer te steken in Merseyside. Automatisering van scheepswerven en fabrieken zorgde voor forse werkloosheid, wat leidde tot maatschappelijke spanningen.
Hanley trof een ander Liverpool, toen zij er in 2012 ging wonen. Hoewel de armoede nog zichtbaar is in grauwe, vervallen woonwijken buiten het centrum, zit de stad in de lift op het gebied van toerisme, cultuur en detailhandel. Klopp, hoewel een buitenstaander, is uitgegroeid tot het symbool van die bloeiperiode. Zijn beeltenis is overal te zien, op murals, op bussen en er is een speciale Klopp-pie.
Hij heeft dat gevoel van „wedergeboorte versterkt”, schrijft Hanley. Het is deze ‘vibe’, emotionele verbinding, die sterk leeft in de stad. „Het gevoel dat Liverpool eindelijk, en volledig, is teruggekeerd van de rand van een onverbiddelijk verval.”
Liverpudlians vinden vaak dat ze tegen de rest van het land spelen, zegt John Achterberg, al sinds 2009 keeperstrainer bij Liverpool. „Dat gaat terug tot de tijd dat hier alles werd gesloten, dat de mensen moesten vechten om rond te komen.” Klopp heeft die mentaliteit feilloos weten te gebruiken in zijn bezielende speelwijze, met de bijna betoverende wisselwerking tussen ploeg en aanhang.
Het belangrijkste dat hij heeft veranderd is het „geloof om altijd terug te kunnen knokken”, zegt Pepijn Lijnders, jarenlang de belangrijkste assistent van Klopp. Het kon niet meer zo zijn dat fans tien minuten voor tijd het stadion zouden verlaten bij een achterstand, zoals in Klopps begindagen nog gebeurde.
Eeuwigheidswaarde
Die veranderde instelling leidde tot een zege die het tijdperk-Klopp eeuwigheidswaarde geeft: de halve finale van de Champions League tegen FC Barcelona, mei 2019. 3-0 verloren in Barcelona, Liverpool-spelers geblesseerd voor de return, Lionel Messi tegenover je. En toch. In het boek Missie aan de Mersey zegt Achterberg dat zijn buurvrouw het gejuich vanaf Anfield in haar huiskamer – zeven kilometer verderop – kon horen na de 4-0. In de trainingshal hangt een grote foto van die avond, met de tekst: ‘Know you can’.
Pijn was er ook. De blunders van doelman Loris Karius – van wie later bleek dat hij een hersenschudding had opgelopen – in de verloren Champions League-finale van 2018 tegen Real Madrid. Hoe is Klopp dan als leider? Vrij rustig, zegt Achterberg. „Je moet eerst finales verliezen en ervan leren, zodat je de volgende keer weet hoe je moet winnen”, zei Klopp volgens hem in de kleedkamer. „Hij ziet verliezen niet als het einde, maar als een startpunt”, zegt Lijnders.
Hij kan soms tekeer gaan, tegen spelers, stafleden, journalisten. Achterberg maakte het soms ook mee, geschreeuw in zijn richting, als een keeper iets verkeerd deed. „Ik reageer daar dan niet op, heeft geen zin.” De andere kant is: toen er vanuit de pers kritiek was op de doelmannen en op hem als keeperstrainer, verdedigde Klopp hem naar buiten toe. „Hij was de eerste manager die dat deed.”
Op het bureau van Klopp staat een fles champagne, een cadeautje van Achterberg, die ook vertrekt. Achterberg herinnert nog hun kennismaking in 2015, bij een etentje in een hotel. De sfeer was gespannen, na het ontslag van Brendan Rodgers. Dat veranderde „heel snel” toen „the boss” binnenkwam, zoals hij Klopp steevast noemt. „Hij begon meteen te praten alsof hij je al tien jaar kent.”
„Mijn energie raakt op”, zei Klopp eind januari, toen zijn vertrek bekend werd. Deze dinsdag staat op een scherm nog het schema voor de uitwedstrijd tegen Aston Villa, van de dag ervoor. Strak regime: half negen ontbijt, kwart over tien vertrek, lunch in het hotel in Birmingham, een paar uur rust, half vijf sportmaaltijd gevolgd door de wedstrijdbespreking, aftrap acht uur, één uur ’s nachts terug. Die continue spanningsboog, dat kan Klopp (56) dus niet langer. „Hij verdient rust, de batterij opladen”, zegt de receptioniste.
Zijn naam zal verbonden blijven aan de stad. Bij Jurgen’s Bierhaus, de naar Klopp vernoemde sportbar in het centrum, was het nieuws over zijn afscheid een schok, vertelt de manager. Maar ze behouden de naam. „Omdat hij een legende is.” Ze benadrukt: het Shankly Hotel even verderop, vernoemd naar de befaamde oud-Liverpool-trainer, heet ook nog zo.
Als Klopp afgelopen dinsdag op Anfield al afscheid neemt van het kantoorpersoneel, zit Rames Ramachandran (55) buiten op een bankje. Een T-shirt vol met gezichtsuitdrukkingen van Klopp. Veertien uur vloog hij vanuit Kuala Lumpur, Maleisië, voor een glimp van Klopp. Wat hij zegt als hij hem ziet? „Dat ik hem ga missen. Hij bracht Liverpool weer tot leven.”