De ene na de andere Groninger komt met plannen om het leven in het aardbevingsgebied beter te maken

Schrijver Frank Westerman is zo’n halfuur aan het vertellen over Schoonebeek, de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en zijn jeugd als kind van een technisch tekenaar bij de NAM als de presentator vraagt wat hij denkt dat er in Noord-Nederland moet gebeuren om het tij te keren. Dan staat een vrouw in het publiek op: „Waarom vraagt u dat niet aan ons?”

Zo’n 150 mensen, van bewoners tot bestuurders tot politici, zitten maandagavond in theater Kielzog in Hoogezand om mee te praten over wat er moet gebeuren om de leefbaarheid in het aardbevingsgebied te verbeteren. Na de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen kondigde het kabinet vorig jaar met het maatregelenpakket Nij Begun een jarenlang verbeterplan aan. De sociale agenda is daar onderdeel van. Dertig jaar lang is er 100 miljoen euro per jaar beschikbaar om de sociale cohesie, gezondheid en kansen voor de volgende generatie in Groningen en Noord-Drenthe te verbeteren.

Voormalig Tweede Kamerlid Henk Nijboer (PvdA) is de kwartiermaker. Hij heeft vier hoofdthema’s van het kabinet meegekregen: het verbeteren van de leefbaarheid, volksgezondheid en onderwijs en het bestrijden van armoede. In april komt Nijboer met aanbevelingen voor de eerste doelen. De komende twee weken organiseert hij nog drie avonden in Groningen waar bewoners hun ideeën kunnen delen. Nijboer wil tijdens die avonden niet alleen inwoners aan het woord laten, maar ook sprekers die bij de onderwerpen passen. In Hoogezand is dat naast Westerman ook Jochen Mierau, hoogleraar Economie van de Volksgezondheid aan de Rijksuniversiteit Groningen.


Lees ook
Enquêtecommissie: hoe Nederland de ‘ereschuld’ aan Groningen kan inlossen

Commissievoorzitter Tom van der Lee tijdens de presentatie van het eindrapport van de parlementaire enquetecommissie Gaswinning Groningen.

Einde aan de armoede

Daar komt Mary Ritsema (74) uit Noord-Drenthe niet voor. Ze is de vrouw die opstaat om het gesprek over de wensen van bewoners te beginnen. Heel het weekend heeft ze gewerkt aan haar voorstel. Ze heeft het geprint voor Nijboer. Als ze de microfoon krijgt, zegt ze: „We moeten het hebben over hoe we ervoor kunnen zorgen dat we echt beter worden van dat geld. Dat kan met een basisinkomen. Laten we beginnen bij de jongeren. Het kan een einde aan armoede betekenen. We kunnen eens het goede voorbeeld vormen en ervoor zorgen dat de mensen die zoveel schade hebben geleden eindelijk een beter leven krijgen. Weg met het gezeik dat we hier allemaal gehad hebben. De mensen hebben echt ideeën. Maar daar worden we niet naar gevraagd.”

Een luid applaus volgt.

Dan is het publiek los. De één na de ander komt met plannen. Maak alle kinderen die dat willen tot hun achttiende gratis lid van een sportvereniging, zegt een man uit Kolham. Dan heb je meteen twee doelen te pakken: zo kunnen ook kinderen van ouders die minder te besteden hebben sporten. Geef ruim geld aan burgerinitiatieven, zegt een vrouw uit Kloosterburen. Investeer in cultuur, zeggen meerdere bezoekers.

Geen consultants

Besteed vooral niet te veel geld aan de organisatie, zegt een vrouw uit Noord-Drenthe. Dat vindt hoogleraar Mierau ook. „In Groningen zijn we er heel goed in dat met elk plan er een nieuwe uitvoeringsorganisatie bij komt. Misschien kunnen we aan het einde van dit traject er een of twee hebben in plaats van tientallen organisaties.”

Veel geld aan de organisatie uitgeven, dat gaat niet gebeuren, bezweert Nijboer. „Ik probeer er fatsoenlijk mee om te gaan, omdat het gemeenschapsgeld is. Elke duizend euro die we aan organisatie uitgeven komt niet ten goede aan de sociale agenda. We gaan het echt niet allemaal optuigen met consultants. Dat is ook altijd mijn kritiek in de Tweede Kamer geweest.”

Dat het tijdens de avond vooral over de problemen in Groningen en Noord-Drenthe gaat, stoort een bezoeker mateloos. „Iedereen zit in de sfeer van: wij zijn slachtoffer. Gooi dat overboord. Ik denk dat Groningen en Noord-Drenthe misschien wel de regio’s met de meeste potentie zijn. We hebben ruimte, prachtige natuur. Daar heb ik nog niets over gehoord en dat begrijp ik niet. Groningen zit in de lift en ik hoop dat mensen dat gaan zien. Door de erkenning en het geld dat we krijgen, hebben we de wind mee.”

We hebben echt ideeën. Maar daar worden we niet naar gevraagd

Dat zo’n 150 mensen op hun vrije avond naar Hoogezand zijn gekomen om te praten over de toekomst, vindt Nijboer hoopgevend. „Het is mooi dat er zoveel mensen betrokken zijn die met ons meewillen denken.” Hij hoopt het trotse gevoel op de provincie onder de inwoners te kunnen aanwakkeren. „Dat is een van de belangrijkste opdrachten en die is nog niet zo makkelijk uit te voeren.”

Hoe mooi de plannen voor de toekomst ook zijn, de zorgen voor nu zijn nog steeds groot, blijkt als een man het woord krijgt. Hij vertelt dat hij elke dag als hij begint met werken eerst naar de website van de NAM gaat, het bedrijf dat het gas in Groningen wint. „Dan kijk ik onder het kopje seismologie of er nog aardbevingen zijn geweest. Bij mij en mijn gezin zit het nog steeds tussen de oren. Ik geef het maar even mee.”