Arne Slot moest nog veertien worden, toen het ‘Dream Team’ van FC Barcelona-coach Johan Cruijff in 1992 de Europacup 1 won, de voorloper van de Champions League. Als jong talent uit Overijssel keek Slot nog niet naar voetbal zoals hij dat nu doet, als coach in de top. Hij genoot simpelweg van de acties van sterspelers Hristo Stoitsjkov, Ronald Koeman en Michael Laudrup.
Op zijn 45ste behoort Slot tot een lichting die sterk is beïnvloed door de belangrijkste leerling van Cruijff: Pep Guardiola, sleutelspeler van FC Barcelona in die jaren en nu coach bij Manchester City. „Dus je zou kunnen zeggen dat er indirect best wel wat dingen van Cruijff bij mij doorkomen”, zei toenmalig Feyenoord-coach Slot begin dit jaar in gesprek met NRC.
Beelden van Cruijff ziet hij regelmatig voorbijkomen op sociale media, zei hij, zoals bekende uitspraken of optredens in voetbalprogramma’s. „Dat vind ik heel bijzonder, dat iets wat iemand dertig, veertig jaar geleden zei, nog steeds hout snijdt. Vaak zei hij niet eens iets nieuws, maar ging het om de originele manier waarop hij het vertelde.”
Hoe Slot over Cruijff praat, illustreert de afstand tot de invloedrijkste speler en denker uit het Nederlands voetbal. Ideologisch staat hij dicht bij hem, met zijn ideeën over pressing en dominant aanvallend voetbal, maar het was niet iemand tot wie hij toegang had.
Het is een subtiel verschil met Erik ten Hag. Die ontmoette Cruijff eenmalig, op dertienjarige leeftijd, bij het kinderprogramma Cruijff & Co (in 1984). Steeds stak Ten Hag, samen met andere spelers van de Twentse regioselectie te gast, zijn vinger op als hij een vraag wilde stellen. In Twents dialect: „Hoe kan je het beste je techniek ontwikkelen?”
Meer dan op die ervaring, kan hij door zijn verleden als Ajax-trainer altijd op Cruijff terugvallen. Toen Ten Hag in 2019 met Ajax de halve finale van de Champions League bereikte na een 2-1 zege bij Juventus, schreef La Gazzetta dello Sport: „De kleinkinderen van Cruijff overrompelden Juventus, qua uitvoering nog meer dan qua resultaat”. Dat hij coach was van de beloftenploeg van Bayern München in de tijd dat Guardiola daar hoofdtrainer was – Ten Hag observeerde zijn trainingen – versterkt zijn profiel als Cruijff-adept.
Meer recent, als coach in Manchester, vertelt Ten Hag dat hij Cruijff als inspirator ziet voor het spel van United. „Cruijff speelde op een avontuurlijke, vermakelijke manier. Hier hecht ik waarde aan, want voetbal is voor de mensen.” Aan de muur van zijn kantoor bij Ajax had hij twee portretten hangen van Cruijff, zegt hij: een als speler en een als coach. Het zijn anekdotes die er in het buitenland, door Cruijffs status, goed in gaan. Anekdotes waar Slot ver van blijft.
Druk ligt bij Ten Hag
Slechts 42 kilometer scheiden Haaksbergen en Bergentheim van elkaar, de Overijsselse dorpen waar Ten Hag (54) en Slot (45) opgroeiden – bijna dezelfde afstand als tussen Old Trafford en Anfield. Deze zondag staan de twee tegenover elkaar, tijdens de North West-derby: Ten Hags Manchester United op Old Trafford tegen het Liverpool FC van Slot. De ‘battle of the balds’, wordt het genoemd – al zijn er daar meer van in Engeland.
Ze treffen elkaar voor het eerst in de Premier League – Liverpool won deze zomer al een onderling oefenduel in de VS. De meeste druk ligt bij Ten Hag, die na een slecht seizoen (gered door winst in de FA Cup) mocht aanblijven. Hij loopt het risico overvleugeld te worden door zijn jongere, verbaal soepelere landgenoot, die in zijn eerste weken enthousiast is ontvangen bij Liverpool. Voor Slot, in juni begonnen, wordt het de eerste grote test nadat de eerste twee duels werden gewonnen.
Zonder een grote spelerscarrière, lanceerden ze zich als veelbelovende coaches bij twee van de meest toonaangevende clubs in de sterkste, kapitaalkrachtigste competitie ter wereld. Dit nadat ze als jonge, beginnende trainers via kleinere clubs bijna geruisloos naar de Nederlandse top doorgroeiden – Ten Hag bij Ajax, Slot bij Feyenoord. Wat maakt ze aantrekkelijk voor de top in Engeland? En hoe verhouden ze zich tot elkaar?
In het centrum van Enschede staat het hoofdkantoor van een groot regionaal vastgoedbedrijf, waar Erik ten Hag zomaar directeur had kunnen zijn. Zijn vader Hennie, die het makelaarsbedrijf (ten Hag Groep) in 1967 mede oprichtte, wilde graag dat zijn middelste zoon er op termijn in zou stappen. Maar Erik koos voor het voetbal, zijn broers Michel en Rico runnen tegenwoordig het bedrijf.
Toch is de ondernemersgeest van Ten Hag terug te zien in het voetbal. Dat gaat verder dan het lezen van boeken over ondernemerschap, marketing en psychologie, zoals in de biografie Ten Hag (2022) staat. „Hij ziet zich niet als een toekomstige coach, maar als een totale manager”, zegt auteur en Financial Times-columnist Simon Kuper in zijn voetbalpodcast Heroes & Humans. Hij wil een club runnen zoals Alex Ferguson dat deed bij United, met bijna volledige controle over het technisch beleid. In het Engels voetbal heeft de coach – niet voor niets de ‘manager’ genoemd – traditioneel meer macht. Kuper zegt dat Ten Hag „denkt als een ceo”.
Dat wordt in 2012 al zichtbaar als Ten Hag bij Go Ahead Eagles begint aan zijn eerste klus als hoofdtrainer. „Hij is een man van de randvoorwaarden”, zei toenmalig clubvoorzitter Edwin Mulder eerder in NRC. „Daar werden we gek van. Moest er een raam komen in zijn kantoor zodat mensen konden zien dat-ie er was. De dug-outs in het stadion moesten dichterbij de middenlijn, zodat hij beter zicht had.” Dat seizoen promoveerden ze.
Een soort „mini-Ferguson” wordt Ten Hag pas echt in 2015, zegt Kuper. Behalve coach van FC Utrecht, is hij ook technisch manager en dus eindverantwoordelijk voor het transferbeleid, de scouting en de jeugdopleiding. Een zeer ongebruikelijke combinatie. Die was deels geboren uit financiële nood, zegt toenmalig algemeen directeur Wilco van Schaik nu. „Maar hij vond het zelf ook wel aantrekkelijk. Erik wil controle hebben.”
Net als bij Go Ahead, en later bij Ajax, zorgt hij voor een radicale cultuurverandering. „Alles ging naar een hoger niveau, tot aan de maatschappelijke projecten”, zegt Van Schaik.
Het is die autonome houding die hij deelt met Slot – de kracht om als een ‘manager’ een club mee te krijgen in een visie en ambitie. Bij Feyenoord bracht Slot een omslag teweeg die, hoewel op aspecten zeker anders, qua prestatieklimaat te vergelijken is met die van Ten Hag bij Ajax en FC Utrecht. Slot werd, met zijn persoonlijkheid en progressieve voetbalideeën, de voortrekker van een vooruitstrevende koers. Hij kreeg onder directeur Dennis te Kloese veel invloed op technisch gebied.
Hoewel in de kern een voetbaltrainer, kon Slot bij Feyenoord een tactische analyse afwisselen met zijn gedachten over de financiële situatie van de club. Hij sprak vaak over de groei in spelerssalarissen en transfersommen, dat hij onderdeel was van die transformatie vond hij „leuk”. „Om de club van uitgavepatroon A naar uitgavepatroon D te krijgen. Niet omdat er een rijke sjeik is opgestaan, maar omdat we het allemaal zelf via voetbalprestaties voor elkaar hebben gekregen.” Het laat zien dat hij – net als Ten Hag – verder denkt over de strategie van een club.
Straftraining
Hoe ze tot prestaties komen, verschilt. Ten Hag is bij momenten meer de klassieke autoritaire, disciplinaire trainer. Zo wordt duidelijk na een 4-0 nederlaag bij Brentford, in Ten Hags tweede duel bij United. Uit de data blijkt dat zijn spelers 13,8 kilometer minder liepen dan de tegenstander. Hij schrapt een vrije dag: in de hitte moeten spelers die afstand afleggen. Ten Hag loopt zelf mee, om te laten zien dat hij medeverantwoordelijk is, staat in zijn biografie. Dat kan niet voorkomen dat er kritiek klinkt op deze ‘jarentachtigaanpak’ en ‘old school’ manier van leidinggeven.
Slot zoekt het meer in het beïnvloeden van zijn spelers. „Indoctrineren” noemt hij dit: zijn ploeg in woord én beeld laten geloven in zijn aanpak, waardoor zij meegaan in zijn ideeën. Als zoon van onderwijzers heeft hij dat retorische talent. Al kan hij, als didactische leraar-trainer, soms doorschieten. „Af en toe heb je wel momenten: zo, hou jij even je mond”, zei aanvaller Calvin Stengs vorig jaar in NRC.
Slot is ogenschijnlijk handiger in het publicitaire spel. Voormalig PEC Zwolle-aanvoerder Bram van Polen, die Slot goed kent, zei onlangs bij ESPN dat Slot nooit zoveel spelers uit zijn Nederlandse netwerk naar Liverpool zou halen als Ten Hag in ruim twee jaar bij United heeft gedaan – meest recentelijk met onder anderen Matthijs de Ligt, Noussair Mazraoui en Joshua Zirkzee. „Hij is zich zeer bewust van de beeldvorming”, zegt Van Polen desgevraagd. „Iedereen heeft het nu over de vele Nederlanders bij United, dat kan tegen Ten Hag werken als de resultaten uitblijven.”
Onderlinge spanningen – een goed gebruik tussen Nederlandse toptrainers, zoals bij Cruijff en Louis van Gaal – lijken er niet te zijn bij Ten Hag en Slot. Hoewel? Ten Hag vond „dat mensen overdreven lyrisch doen over Feyenoord”, zei hij in mei in VI. „PSV was op alle vlakken twee klassen beter.” Het zal zondag – op de achtergrond – ongetwijfeld meespelen.