De eerste buitenlandse bondscoach van Engeland had als wereldreiziger grote successen

Zo bescheiden als zijn voetbalcarrière was, zo avontuurlijk zijn trainerscarrière. Als verdediger speelde Sven-Göran Eriksson altijd in zijn geboorteland Zweden, niet eens op het hoogste niveau. Maar als trainer reisde hij de wereld over en kende hij successen met onder meer Benfica, Lazio en AS Roma. Later zou hij de eerste buitenlandse bondscoach van Engeland worden. Maandag overleed hij aan terminale kanker, heeft zijn familie laten weten.

„Ik werd gezien als een hele gemiddelde verdediger, maar wel een betrouwbare”, memoreerde Eriksson in 2013 in zijn autobiografie Sven. Op zijn 27ste stopte hij ermee. Eén van de redenen: hij zou het als rechtsback toch nooit ver schoppen.

Na zijn teleurstellende voetbalcarrière gaf trainer Tord Grip hem direct de kans om als zijn assistent aan de slag te gaan bij Degerfors IF. Grips ogen waren jaren eerder al op de jonge Eriksson gevallen. Vooral zijn toewijding en zijn denkwijzen over voetbal spraken hem aan. Dat kan een goede trainer worden, dacht hij.

Na een jaar ging Grip weg en werd de toen 30-jarige Eriksson plots hoofdtrainer. Met Degerfors IF promoveerde hij al snel, wat hem een overstap opleverde naar het grotere IFK Göteborg. Zo was Eriksson op zijn 31ste voor het eerst actief op het hoogste niveau in Zweden.

Zijn stijl: pragmatisch resultaatvoetbal, geïnspireerd door het Engelse voetbal. De onbekende Eriksson liet zijn team hoge druk zetten en ruimtes verdedigen in plaats van tegenstanders. Daarmee bracht hij het publiek niet op de banken, maar resultaten behaalde hij wel.

Succescoach

Hoogtepunt in zijn tijd bij IFK Göteborg werd het seizoen 1981/82. IFK Göteborg werd landskampioen, pakte de beker en won als eerste Zweedse club een Europese prijs door Hamburger SV te verslaan.

In de jaren die volgden, groeide Eriksson uit tot de voetbalnomade die hij als speler nooit kon zijn. Hij werd hoofdtrainer van onder meer Benfica, AS Roma, Fiorentina, Sampdoria en Lazio. Enkel bij Fiorentina wist hij geen prijs te winnen. In 2000 won hij met Lazio de dubbel in Italië. Het jaar ervoor al de Europa Cup II.

Daarna stond de Engelse voetbalbond plots op de stoep. Opvallend, aangezien Engeland nog nooit een buitenlandse bondscoach had gehad. Maar nadat bondscoach Kevin Keegan na een 1-0 verlies tegen Duitsland op het toilet had besloten om ontslag te nemen, stonden andere Engelse trainers niet te springen om een van de zwaarste vacatures in het voetbal in te vullen. Ze wilden geen schietschijf worden van de nietsontziende Britse pers.

The Sun schoof al grappend zijn eigen topkandidaat naar voren: een ezel genaamd ‘Jack Ass’. Maar de ezel wilde, zo schreef de Britse tabloid, uiteindelijk toch liever kinderen ritjes blijven geven op zijn rug. Ook Franse toptrainers als Arsène Wenger en Aimé Jacquet verkochten de Engelse voetbalbond een nee.

Geen groot succes

Hoewel Eriksson inmiddels bekendstond als prijzenpakker, en de Engelsen precies dat nodig hadden, werd zijn nationaliteit als probleem gezien. „We hebben ons geboorterecht verkocht aan een land met zeven miljoen skiërs en hamerwerpers die hun halve leven in het donker doorbrengen”, schreef Daily Mail.

De gefronste wenkbrauwen ten spijt, ging Eriksson stoïcijns aan de slag. Hij vroeg Grip om zijn assistent te worden. Samen hadden ze niet lang nodig om de Engelse harten te winnen. Zijn eerste wedstrijd won hij met 3-0 van Spanje. Zeven maanden later veegde hij in München de vloer aan met Duitsland: 5-1. Plots was iedereen in Engeland overtuigd van Eriksson, de tabloids incluis.

Ondanks zijn sterke begin wist Eriksson nooit verder te komen dan de kwartfinale van een EK of WK. Dit terwijl hij de beschikking had over sterren als David Beckham, Steven Gerrard en Frank Lampard. In 2006 stapte hij op na een controverse. Hij werd door een journalist opgenomen toen hij zei bereid te zijn om Aston Villa te trainen als Engeland het WK zou winnen. Eriksson geloofde dat een rijke Arabier de club zou kopen en hem als trainer wilde. De sjeik bleek een undercoververslaggever van het inmiddels niet meer bestaande News of the World.

„Oneerlijk is niet de voetbalpers”, zei Eriksson later over de vijf jaar dat hij bondscoach van The Three Lions was. „Oneerlijk is dat de rest van de pers het verschil niet kent tussen je professionele leven en je persoonlijke leven. Zodra dat door elkaar heen begint te lopen, is dat een hele slechte zaak.”

Wereldreiziger

Na zijn tijd als bondscoach zou Eriksson de wereld over zwerven. Hij was onder meer bondscoach van Mexico, Ivoorkust en de Filippijnen, trainde clubs in China en was kortstondig technisch directeur in Thailand en de Verenigde Arabische Emiraten.

Nadat bekend werd dat Eriksson alvleesklierkanker had, organiseerden Liverpool en Ajax dit jaar een ‘legends-wedstrijd’. De Engelsen werden geleid door Eriksson. Als Liverpool-fan was het altijd zijn droom geweest om die club te trainen, maar dat was hem tijdens zijn carrière nooit gelukt.