De crisis op het stroomnet blijft groter worden. Wat ga je daar de komende jaren van merken?

De wachtrij blijft maar groeien. Bijna 9.500 grote bedrijven die een nieuwe of zwaardere stroomaansluiting willen, bijvoorbeeld om hun productieprocessen te ‘elektrificeren’ en zo te verduurzamen, kunnen die nu niet krijgen. Omdat het elektriciteitsnet propvol zit. Een jaar geleden waren dat er nog 5.600. Nog eens 7.539 bedrijven kunnen de stroom die ze zelf opwekken niet ‘terugleveren’ aan het net, vanwege dezelfde verstopping.

Wie de nieuwste cijfers van Netbeheer Nederland, de branchevereniging voor de beheerders van het stroomnet, ziet, kan niet anders dan concluderen dat de crisis op het stroomnet steeds groter wordt. 9.500 bedrijven die geen aansluiting kunnen krijgen lijkt misschien niet heel veel – Nederland telt in totaal 2,3 miljoen bedrijven. Maar het probleem dat die bedrijven hierdoor ervaren is groot. De hoeveelheid stroom die zij nodig zeggen te hebben, en nu dus ontberen, komt overeen met bijna tien keer de hoeveelheid die een stad als Eindhoven jaarlijks verbruikt, zo blijkt uit de dinsdag gepresenteerde cijfers. En de gemiddelde wachttijd bedraagt meerdere jaren.

De problemen dijen uit ondanks verwoede pogingen van de netbeheerders om ze te bestrijden. Er worden miljarden uitgegeven om het stroomnet uit te breiden. Zodat er meer stroom doorheen kan, en naar meer plekken toe vervoerd kan worden. Maar het tempo waarmee er bijgebouwd wordt, kan het tempo waarmee de vraag naar nieuwe aansluitingen groeit simpelweg niet bijhouden, zeggen de netbeheerders. Ook al is dat bouwtempo hoger dan ooit.

„De waarheid”, zei Hans-Peter Oskam, directeur Beleid en Energietransitie bij Netbeheer Nederland, in reactie op de cijfers, is dat Nederland ook „de komende jaren nog met netcongestie te maken zal hebben”.

Steeds duidelijker wordt dat ook gewone burgers niet aan de problemen gaan ontsnappen. Zij zullen dat niet alleen merken aan straten die opengebroken moeten worden voor nieuwe stroomkabels – een op de drie straten gaat komende jaren naar verwachting open hiervoor. Regionaal netbeheerder Stedin waarschuwde eerder dit jaar dat elektrische auto’s beter niet overal en altijd meer opgeladen kunnen worden tussen 16.00 uur en 21.00 uur, omdat het stroomnet op die momenten al veel te zwaar wordt belast. Dat is juist het tijdstip waarop veel mensen dit doen, omdat ze dan net thuisgekomen zijn van hun werk.

Demissionair minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) waarschuwde in april zelfs voor stroomuitval als gevolg van de overbelasting van het net, als de maatregelen waaraan wordt gewerkt om congestie te bestrijden onvoldoende effect sorteren. Tot 2030 zouden anderhalf miljoen kleinverbruikers, waaronder huishoudens, te maken kunnen krijgen met onder andere „knipperende lampen en apparatuur die niet goed werkt”, schreef Jetten in een brief aan de Tweede Kamer. En „in het ergste geval […] met stroomuitval”.

Hij echode daarmee de waarschuwingen van netbeheerders. Die zeggen ook steeds luider dat het op termijn niet meer zo vanzelfsprekend zou kunnen zijn dat er altijd stroom uit de stopcontacten komt. Tennet, de beheerder van het landelijke hoogspanningsnetwerk, berekende vorige maand dat Nederland vanaf 2033 gemiddeld veertien uur per jaar stroomtekort heeft, al is dat overigens ook omdat er op sommige momenten juist te weinig stroom wordt opgewekt om aan de vraag te voldoen.

De vraag dringt zich op: wat komt er de komende jaren op Nederlanders af (en hoe heeft deze crisis eigenlijk kunnen ontstaan)? NRC beantwoordt drie vragen.

1
Wat is de oorzaak van de crisis op het stroomnet?

Om de klimaatdoelen te halen, moet Nederland af van fossiele brandstoffen. Duurzame alternatieven zijn bijvoorbeeld zonnepanelen en windenergie. Maar zo’n grote verbouwing is moeilijk. Omringende landen die eveneens verduurzamen, worstelen daar ook mee.

Grofweg spelen twee verschillende problemen. Het eerste probleem is het stroomtekort. Nederlandse daken liggen inmiddels vol zonnepanelen (per inwoner heeft Nederland de meeste zonnepanelen ter wereld) en er komen steeds meer windmolens bij. Tegelijkertijd worden conventionele energiebronnen langzaam uitgefaseerd.

Zo wordt Nederland voor de energievoorziening steeds meer afhankelijk van zon en wind. Daarnaast neemt ook de vraag naar elektriciteit toe door de energietransitie. Vooral tijdens winterdagen waarop het windstil is kan daarom een tekort ontstaan, schrijft Tennet in zijn rapport. Ook tijdens het begin van de avond, wanneer mensen massaal gaan koken op inductie, de lampen aandoen en tv kijken terwijl zonnepanelen niets meer opwekken, zullen meer tekorten ontstaan.

De veertien uur stroomtekort vanaf 2033 waar Tennet in zijn rapport over schreef, betekent overigens niet dat Nederland veertien uur per jaar in het donker zit, zegt een woordvoerder. „Het betekent dat in die uren niet overal in het hele land kan worden voldaan aan de stroomvraag. In de praktijk zal dat betekenen dat de stroomprijzen omhoog schieten en de grote industriële bedrijven naar verwachting tijdelijk vrijwillig minderen of stoppen met hun stroomverbruik.”

Nederland zal van het idee af moeten dat stroom op elk moment en voor iedereen beschikbaar is

Veertien uur is – voor een welvarend land als Nederland, dat decennialang gewend is aan het idee dat stroom er op elk moment is – veel. Hier gold jarenlang zelfs de afspraak met netbedrijven dat de ‘leveringsonzekerheid’ niet boven de vier uur per jaar mag uitkomen. Internationaal gezien overigens een uitzonderlijk laag niveau.

Niet alleen is er soms een stroomtekort, bedrijven en huishoudens kunnen hun stroom vaak ook niet meer kwijt op het stroomnet, als gevolg van een tekort aan transportkabels en andere stroominfrastructuur. Of er is geen ruimte voor een nieuwe aansluiting omdat diezelfde transportcapaciteit van het net tekortschiet. Soms, op zonnige zomerdagen, wordt er te véél stroom opgewekt op een bepaalde plek, die nergens heen kan omdat er geen vraag is. Het net raakt dan overbelast en kan zonder ingrijpen uitvallen.

Er zit een limiet aan de hoeveelheid stroom die de 13.264 hoogspanningsmasten van Tennet, en ook de kabels van de lokale netbeheerders, kunnen transporteren van opweklocaties naar gebruikers. Als al die stroom wel het net op zou worden geduwd, kan verstopping optreden, waarbij kabels oververhit raken en in brand kunnen vliegen. Het gevolg: stroomuitval. Dat is de ultieme nachtmerrie van de netbeheerders. De vergelijking die vaak wordt gebruikt, is file op de snelweg. Wanneer te veel auto’s de weg op willen, kunnen ze niet verder rijden naar hun bestemming. En net als bij echte files, kan door dat zware gebruik van het stroomnet die infrastructuur veel sneller slijten.

Om zulke beschadigingen te voorkomen, worden commerciële zonneparken – waar juist veel in is geïnvesteerd door ondernemers – nu al op afstand uitgezet door netbeheerders. En schakelen zonnepanelen van huishoudens zichzelf uit. Op dit moment groeit de vraag naar transportcapaciteit sneller dan netbeheerders kunnen bijbouwen. En dat terwijl netbeheerders kolossale investeringen doen: in Nederland investeert Tennet komende tien jaar 64 miljard euro. Maar het verzwaren van het net kost tijd, personeel en ruimte. „We plakken onze band terwijl we aan het fietsen zijn”, aldus de woordvoerder van Tennet.

Kan het ‘teveel’ van de zomer dan niet worden opgeslagen voor de winter, in batterijen? Op dit moment zijn batterijen daarvoor nog niet ver genoeg ontwikkeld, zeggen experts.

Illustratie Simon Ruis

2
Wat gebeurt er als we niets doen?

Simpel gezegd wordt het dan helemaal een drama. Een woordvoerder van Stedin zegt: „Dan kan in 2026 op koude winterdagen het stroomnet in de provincie Utrecht soms volledig uitvallen. Of we moeten stroom gaan verdelen: de ene dag krijgt die wijk stroom tijdens bepaalde uren, de andere dag de andere wijk.” Dat zijn taferelen die het hedendaagse Nederland nog nooit heeft meegemaakt.

Volgens Huib van Essen, gedeputeerde van de provincie Utrecht namens GroenLinks, zou niks doen daarnaast betekenen dat, naast grootverbruikers, ook nieuwbouwwoningen en kleinere bedrijven op de wachtlijst komen te staan. Dat noemt hij „zeer onwenselijk”. Utrecht is een van de provincies waar het congestieprobleem momenteel het meest acuut is. Nu al zijn er op verschillende plekken in het land nieuwbouwwoningen die al klaar zijn, maar die nog wachten op een aansluiting op het stroomnet.

Minister Jetten waarschuwde in april dus voor nog ernstigere gevolgen, zoals stroomuitval. Tegelijkertijd stelt hij, samen met de netbeheerders, dat met alle maatregelen die nu worden getroffen, het waarschijnlijk toch niet zo’n vaart zal lopen. Ook Tennet schrijft in zijn rapport dat er genoeg tijd zou zijn om met beleid en oplossingen te komen om dit soort rampscenario’s (vooral tekorten) te voorkomen.

3
Wat zijn die maatregelen, en wat gaan consumenten daarvan merken?

Om stroom te verdelen op momenten dat er tekorten zijn, en om overschotten aan stroom beter aan te wenden, willen netbeheerders en de overheid onder andere ‘flexibele vraag’ stimuleren. Dat houdt in dat mensen bijvoorbeeld de wasmachine aanzetten en de elektrische auto opladen wanneer de zon schijnt, en alleen het hoognodige gebruiken op momenten waarop weinig stroom wordt opgewekt. Bijvoorbeeld in de avonden en in de winter. Nu al sturen netbeheerders hier sterk op aan, want op korte termijn lijkt dit de enige echte oplossing. Maar juist deze maatregel is complex en omstreden.

Toen Stedin met zijn voorstel kwam om laadpalen voor elektrische auto’s alleen te gebruiken buiten piekuren, kwam er kritiek van sommige politici. VVD-kamerlid Silvio Erkens zei tegen De Telegraaf het „geen goed signaal richting mensen die elektrisch willen rijden” te vinden. Critici van het idee vinden het vooral kwalijk dat bedrijven en consumenten hun gedrag ingrijpend zouden moeten aanpassen, terwijl de netbeheerders zelf in het verleden te weinig geïnvesteerd hebben in uitbreiding van de stroomnetten, waardoor de problemen nu veel te groot zijn. Hadden de netbeheerders tijdig ingegrepen, dan was dit allemaal niet nodig geweest, is hun redenering.

Hoe zo’n laadpaalmaatregel van Stedin er in de praktijk moet uitzien, en wie dat gaat controleren, weet overigens nog niemand. „Sowieso moet er een opt-out-optie komen, bijvoorbeeld voor mensen die in de zorg werken”, zegt de Stedin-woordvoerder, omdat die vaak op onregelmatige tijden werken. „Misschien moet die optie extra geld gaan kosten, of moet iemand er meer moeite voor doen. We vinden het overigens prima als de laadpalen níét uitgaan in de avond, maar dan gaat dat ten koste van iets anders. Voor iedere laadpaal die wij uit mogen zetten in de avondspits, kunnen we één nieuwbouwwoning extra aansluiten. Er is schaarste op het net en we moeten het goed verdelen.”

Volgens gedeputeerde Van Essen kan ook gedacht worden aan slimme apparaten bij mensen thuis die vraag en aanbod op elkaar afstemmen – een suggestie die minister Jetten ook voorstaat. „Dat de vriezer in je huis automatisch iets minder hard koelt tijdens de avondpiek, en juist wat meer in de nacht of overdag wanneer de zon volop schijnt. Zulke technologie bestaat al.”

Het afschaffen van de salderingsregeling zou ook een financiële prikkel kunnen zijn voor huishoudens om netcongestie vrijwillig te voorkomen. Nu mogen zonnepaneleneigenaren de stroom die zij niet gebruiken en aan het net leveren aan het eind van het jaar wegstrepen tegen stroom die zij gebruiken van de leverancier op momenten dat ze zelf niet genoeg opwekken. Die regeling wil het nieuwe kabinet afschaffen in 2027. Een eerdere poging van het vorige kabinet sneuvelde nog door een kritische Eerste Kamer. Van Essen: „Het verdwijnen van de salderingsregeling kan mensen motiveren om hun eigen stroom te gebruiken wanneer hun panelen veel opwekken, en minder wanneer de zon niet schijnt.”

Mensen gaan die transformatorhuisjes in hun wijk zien. Een op de drie straten zal de komende jaren open worden gehaald voor de kabels

Als het over stroomtekort gaat, zal Tennet eerst – tegen een vergoeding – vragen aan hun energieproducenten om hun centrale harder te laten draaien, zoals kolen- of gascentrales, of bedrijven in de glastuinbouw die via warmtekrachtkoppeling stroom kunnen opwekken. Hoogspanningsnetbeheerders in Europa zijn ook verplicht om elkaar te helpen in geval van tekorten, maar ook andere landen zullen door de energietransitie steeds afhankelijker worden van zon en wind. In het ergste scenario kan Tennet verbruikers afschakelen. „In dat geval zijn huishoudens in principe beschermd”, zegt een Tennet-woordvoerder. „Eerst worden dan bedrijven afgeschakeld.” Dus die veertien uur tekort zal geen gevolgen hebben voor huishoudens. Maar garanties zijn er natuurlijk nooit, weet ook Tennet.

Wel gaan huishoudens volgens Tennet de komende jaren veel merken van de uitbreiding van het stroomnet die netcongestie moet oplossen en de elektrificatie van Nederland verder helpt. In het verzwaren en onderhoud van het stroomnet investeren netbeheerders gezamenlijk vanaf 2025 jaarlijks zo’n 8 miljard euro. Er komen om te beginnen tienduizenden kilometers kabel bij, en talloze transformatorhuisjes. „Het stroomnet komt hiermee steeds dichter bij de mensen, en daar is veel weerstand tegen”, aldus de woordvoerder. „Mensen gaan die transformatorhuisjes in hun wijk zien. Een op de drie straten zal de komende jaren open worden gehaald voor de kabels. En hoewel we altijd afstand houden tussen hoogspanningsstations en huizen, zullen ook die stations dichterbij komen. Als je toegang wil blijven houden tot stroom, horen die maatregelen erbij.”

Bedrijven kijken zelf ook naar oplossingen. Bijvoorbeeld bij bedrijvenpark Medel vlak bij Tiel. Vorige week maakte energiebedrijf Joulz bekend dat bedrijven hier op zo’n manier stroom met elkaar gaan delen, dat bedrijven het stroomnet niet meer hoeven te belasten met een teveel aan opgewekte stroom. En alle elektriciteit wordt lokaal opgewekt. De bedrijven hebben hun piek in stroomverbruik op verschillende momenten, en kunnen daarmee op elkaar inspelen. Het valt te verwachten dat meer bedrijven met dit soort collectieve oplossingen zullen komen.

De boodschap is duidelijk: Nederland zal van het idee af moeten dat stroom op elk moment en voor iedereen beschikbaar is. En er zullen ingrijpende maatregelen genomen moeten worden om de ergste problemen te voorkomen. Maar welke en hoe succesvol die zullen zijn, daarover tasten de netbeheerders en de overheid grotendeels in het duister.