De Chinese zusterstad is uit de gratie geraakt

Reportage

Nederland-China Tientallen gemeenten knoopten banden aan met Chinese zustersteden en -gewesten. Door de verslechterde mensenrechtensituatie willen ze er nu van af. „Zulke relaties zijn niet vrijblijvend.” 

Elke week vertrekt een goederentrein vanuit Tilburg naar Chengdu.
Elke week vertrekt een goederentrein vanuit Tilburg naar Chengdu.

Foto Merlin Daleman

Corona leek zich nog vooral in China af te spelen toen begin maart 2020 tientallen Arnhemmers bijeenkwamen om Wuhan een hart onder de riem te steken. De Chinese miljoenenstad, met vriendschapsband met Arnhem, zat al weken in een zware lockdown. In een zaal van hogeschool ArtEz werd er onder toeziend oog van de Chinese ambassadeur gezongen, gedanst en performancekunst opgevoerd. Aan het einde van de avond riep iedereen, burgemeester Ahmed Marcouch voorop, Wuhan op vooral moed te houden.

Ruim een jaar later had Marcouch een andere boodschap voor Wuhan: de vriendschap tussen de twee steden werd per direct opgezegd. Jarenlang waren er uitwisselingen geweest van studenten, waren Arnhemse ambtenaren en bestuurders op bezoek geweest in Wuhan en Chinese bestuurders in Arnhem, was er kennis gedeeld, bijvoorbeeld over het ontwikkelen van een vuilnisbelt in Wuhan. Maar na een door de gemeenteraad aangenomen motie van Denk kwam daar in juli 2021 een einde aan. Verdere samenwerking met een stad uit een land waar Oeigoeren worden onderdrukt zou, vond de raad, „immoreel” zijn.

Arnhem was daarmee de eerste Nederlandse stad die formeel een einde maakte aan de vriendschap met een Chinese stad. Maar niet de laatste. Sinds half 2021 hebben zeker acht gemeenten hun band met China doorgesneden, net als de provincies Utrecht en Noord-Holland, blijkt uit een inventarisatie van NRC. In onder meer Breda, Tilburg en Eindhoven kwam het initiatief van een kritische gemeenteraad, die vanwege de mensenrechtensituatie in China niet meer bevriend wilde zijn.

Veel van de bijna veertig andere gemeenten en provincies met formele vriendschap met een Chinese evenknie heroverwegen die. Andere hebben de samenwerking recent op een „lager pitje” gezet of de band zo laten verwateren dat van samenwerking amper nog sprake is.

Het stopzetten van stedenbanden is een klein voorbeeld van de grote verandering in de westerse omgang met China. „Het is symptomatisch voor deze tijd van politieke ontkoppeling”, zegt Ties Dams, als China-expert verbonden aan Instituut Clingendael. Hij zet er kanttekeningen bij. „Om conflicten te beheersen is meer begrip en wederzijds contact nodig, maar de kanalen daarvoor worden afgebroken. Hoewel er meer verwevenheid is, wordt het beheren van de relaties met China steeds moeilijker.”

Met ereburgerschappen en speciale ceremonies werden ze onthaald, de Nederlandse burgemeesters en ondernemers die in de eerste jaren van deze eeuw naar China gingen om vriendschap te sluiten. Soms kwam het initiatief van een Nederlandse ondernemer die handelde in China, soms van gemeentes zelf. Ze roemden de onderlinge vriendschap en verbondenheid, trakteerden elkaar op paviljoenen en parkjes. Ondertussen groeide de economische verwevenheid.

Foto’s Merlin Daleman

Trein naar Chengdu

Op weinig plekken in Nederland is die verwevenheid beter zichtbaar dan op een industrieterrein aan de rand van Tilburg. Op een dinsdagochtend begin mei loopt Roland Verbraak daar langs de honderden meters lange trein die elk moment kan vertrekken naar Chengdu, een stad met ruim zestien miljoen inwoners in het westen van China. Verbraak is algemeen manager van het Nederlandse bedrijf dat zeker eens per week een trein die kant opstuurt en ontvangt. In de 35 containers die in ruim zeventien dagen dwars door Europa, Rusland en Kazachstan naar China rijden zitten onder meer auto’s, wijn en melkpoeder.

Jaren geleden had Verbraak contact gezocht met de handelsattaché van de Chinese ambassade, vertelt hij. China werkte toen al aan de Nieuwe Zijderoute, met handelswegen naar Azië, Afrika en Europa. Wisten ze wel dat Tilburg een logistiek centrum was, met tal van grote distributiecentra in de buurt? Er kwam een bus met vertegenwoordigers uit Chengdu en later een telefoontje: Tilburg zou op de Nieuwe Zijderoute worden aangesloten, waarna ook een zusterschap tussen de twee steden ontstond.

Het is heel erg, zegt Verbraak, „dat die band is opgezegd”. Vanwege de onderdrukking van de Oeigoeren besloot de gemeenteraad eind 2022 om haar twee Chinese vriendschappen, met Chengdu en Changzhou, op te zeggen. „Het vergt aandacht wat er met de Oeigoeren gebeurt”, zegt Verbraak, „maar ik ben er nooit geweest, dus ik weet niet wat ik ervan moet vinden. Ik zeg weleens: ieder land heeft iets, we moeten ons er niet in mengen als bedrijf. Nederland heeft Groningen en de Toeslagenaffaire. Dat is óók niet de hoofdprijs.” Genocide, zoals de Tweede Kamer de behandeling van de Oeigoeren noemde? „Maar wat denk je wat Shell op milieugebied in Nigeria doet? We moeten als Europa een eigen mening hebben, in plaats van het schoothondje zijn van Amerika.”

Verbraak had nog tegen de breuk willen protesteren, had de wethouder gebeld om spreektijd aan te vragen in een raadsdebat, want weten ze wel hoe belangrijk zo’n band is? Mocht niet. Met een spandoek op de tribune zitten: mocht ook niet. „Is dat dan democratie?” Nee, dan China: „Daar gaat het landsbelang boven het individuele belang. Als de overheid zegt: we gaan naar links, dan gáát iedereen naar links.” En dat landsbelang is hier, vindt hij: zaken doen.


Lees ook: Universiteiten weren vaker Chinese promovendi: ‘We waren hier passiever, maar dat is echt veranderd’

Het gaat hem niet om de geopolitiek, vertelt hij, terwijl de trein begint te rijden, „wij zijn geopolitiek neutraal, wij willen gewoon een business runnen.” Het contract voor de spoorlijn wordt elk jaar vernieuwd, het is onzeker wat ermee gaat gebeuren. Online pronkt de gemeente nog steeds met haar aansluiting op de Nieuwe Zijderoute. Maar, waarschuwt Verbraak: „Als de deur met China eenmaal dicht is, gaat-ie niet meer open. Zeker niet voor Tilburg.”

Een transportbedrijf zal niet met „het grotere plaatje” bezig zijn, zegt Clingendael-expert Dams. Maar stedenbanden zijn volgens hem wel degelijk geopolitiek. Waar Nederlandse gemeenten vriendschappen vooral zagen als een mooie kans voor culturele uitwisseling en voor ondernemers, zag China geostrategische voordelen. „Stedenbanden worden al decennia ingezet om doelen van de Chinese staat te dienen. Eerst om meer verweven te raken met de wereld, later om informatie en kennis op te doen om de eigen economie te versterken.”

De Chinese stedenbanden worden gecoördineerd door een aan de Chinese staat gelieerde organisatie, en pas na goedkeuring van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken komt een vriendschap tot stand. Nederlandse gemeenten zijn zich vaak niet bewust van die centrale aansturing, bleek eerder uit onderzoek van Follow the Money.

De kennisoverdracht is „niet noodzakelijkerwijs geniepig”, benadrukt Dams: die vindt open en bloot plaats. Zoals toen de politie uit Shanghai in 2019 in Rotterdam kwam leren over crowd control. Rotterdam had vanaf de jaren zeventig Shanghai al geholpen met de ontwikkeling van zijn haven, die uiteindelijk Rotterdam voorbij ging als grootste van de wereld. Recenter kregen Chinese bedrijven een blik achter de schermen bij Nederlandse bedrijven in „kritieke sectoren”, aldus Dams, bijvoorbeeld in de fotonica en ontwikkeling van halfgeleiders, nodig voor productie van chips.

Was Nederland naïef? Geopolitiek gezien wel, zegt Dams, „want zulke relaties zijn niet vrijblijvend”. Bovendien hoopten gemeenten soms op „gouden bergen”. Valkenburg bijvoorbeeld dacht dankzij een vriendschap met Jiangyou duizenden Chinese toeristen te trekken – die kwamen niet.

Chinezen in Weert in 2014 bij de viering van het zeshonderd-jarig bestaan van de Limburgse plaats. Weert heeft een vriendschapsband met de Chinese stad Hangzhou

Foto John Peters/ANP

De toeristen kwamen niet

Minstens zo vaak als de mensenrechtensituatie blijkt het uitblijven van die gouden bergen reden om een band op te zeggen. Zo ging Weert een vriendschap aan met Yuhang, een district van de stad Hangzhou, onder meer in de hoop een distributiecentrum van internetgigant Alibaba naar de gemeente te krijgen. Halverwege de jaren tien jubelden lokale ondernemers nog dat de enkele jaren daarvoor in Yuhang geplante vriendschapsboom „geweldig gedijt”.

Weert zelf zou ook profiteren, want door de uitdijende middenklasse kwamen er elk jaar miljoenen Chinezen bij die zich verre reizen konden permitteren. Een columnist in Weert Magazine had al zijn bedenkingen: „Ziet u het voor u, busladingen Chinezen in de Langstraat in Weert op zoek naar koopjes die in de Outlet van Roermond niet voorhanden zijn.”

De toeristen kwamen niet, en het distributiecentrum ging naar Luik. Ook een China Hotel, waar even sprake van was, werd nooit gebouwd. Het gebrek aan resultaten is volgens burgemeester Raymond Vlecken reden om de stedenband te beëindigen, mits de raad daar mee instemt – zoals wordt verwacht. „In combinatie met geopolitieke ontwikkelingen en de mensenrechtensituatie in China.”

Tijdens een handelsmissie van Cuijk naar Jintan in 2012, een district in miljoenenstad Changzhou, constateerde toenmalig burgemeester Wim Hillenaar nog dat zijn stad in China echt op de kaart stond. De delegatie dineerde in een „Eftelingachtige omgeving” en zong nummers van Guus Meeuwis. „Ja, Brabant staat nu echt in het geheugen gegrift van de mensen!” Maar terug in Nederland bleken er „bar weinig economische raakvlakken te zijn tussen Cuijk en China”, zegt Hans Wijn, voorzitter van de stichting die de vriendschap moest vormgeven. De wederzijdse interesse ebde weg, binnenkort wordt de stichting definitief opgeheven. Mensenrechten speelden daarin amper een rol: „We hebben het er weleens over gehad, maar we zeiden al gauw: we kunnen het verhaal wel heel moeilijk maken, maar alleen al door het gebrek aan economische banden valt er weinig te halen.”

Voorstanders van stedenbanden zeggen: juist door de vriendschap kunnen we mensenrechtenschendingen bespreken. Ahmedjan Kasim, een Oeigoers-Nederlandse activist die in meerdere gemeenten succesvol lobbyde voor het stopzetten van vriendschappen, wordt daar „cynisch van”. „Wat hebben al die gesprekken dan precies bereikt? Die stedenbanden lopen al een jaar of twintig, ondertussen gaat de genocide op Oeigoeren door.”

Volgens Dams kun je „zo’n gesprek voeren omdat je vindt dat het an sich waardevol is, niet omdat je denkt dat het de Chinese overheid verandert. Want dat doet het niet.”

Er ontbreekt volgens hem een duidelijke geopolitieke strategie. Nederland wil haar „afhankelijkheid van China afbouwen” en staat onder „grote geopolitieke druk om China te ontkoppelen”. Maar met welk perspectief gaat Nederland relaties met China aan? „Welke kanalen houden we open, en hoe gaan we dat doen?” Dat is, zegt Dams, „een uitdaging voor Mark Rutte, niet voor burgemeesters.”

Met medewerking van Paul van der Steen