De calculaties van Geert Wilders

‘Hè hè”, zucht de barman. Daar is Geert Wilders. Het is half oktober en het regent in Venlo, zijn geboortestad, waar de campagne van de PVV begint met gratis bier en een spookhuisbezoek. In de kroeg bestaat het publiek uit een mengelmoes van PVV-aanhangers, beveiligers en camera’s.

Voor die camera’s heeft Wilders die middag een boodschap die hij sindsdien tekstvast vertolkt, steeds iets luider: hij wil meedoen aan de macht. Echt waar. Eigenlijk begon die campagne al op de dag dat premier Mark Rutte zijn vertrek van het politieke toneel aankondigde, vlak na de val van het vierde kabinet-Rutte. „De PVV wil meeregeren!”, twittert Wilders nog dezelfde middag.

In Café de Blauw Trap, in Venlo, begint Wilders ook over zijn kabinetsambities. En hij noemt VVD-leider Dilan Yesilgöz, van wie hij ooit beweerde dat zij hem het liefst ziet sterven en daarom zijn beveiliging zou terugschroeven als ze de kans kreeg, „een heel aardige politica, ik mag haar zeer”.

Het is een vraagteken dat boven deze campagne hangt. Is dit echt, zoals soms te horen valt, een andere PVV? Een mildere Wilders?

Consistente politicus

Helemaal nieuw is Wilders’ flirt met een kabinetsdeelname niet. Verrassend evenmin. Elke lijsttrekker moet in Nederland laten merken dat een stem op hem of haar geen bij voorbaat weggegooide stem is, of in elk geval die indruk wekken. Dat is wat de kiezer wil horen.

De campagne leunt bovendien op een recept dat de PVV in 2010 al succes bracht bij de verkiezingen en een plekje aan de formatietafel bezorgde als gedoogpartner. Ook toen combineerde Wilders islamkritiek met stevige uitspraken over migratie en een links ogend economisch programma.

Wie alle verkiezingsprogramma’s van de PVV op een rijtje ziet, ziet dat ze in al die jaren nauwelijks van elkaar verschillen. De koran en moskeeën in de ban, een asielstop, het bestrijden van dubbele nationaliteiten: al jaren hetzelfde. Een consistenter politicus is aan het Binnenhof amper te vinden.

Toch is er wel degelijk iets anders aan Geert Wilders anno 2023. Zelden maakte hij het voor zijn politieke collega’s op rechts zo moeilijk om hem aan de kant te schuiven. Zelfs het moskeeverbod is niet heilig, bleek deze week. „De islam zal nooit uit ons DNA gaan, maar de prioriteit ligt nu duidelijk bij andere zaken als het gaat om de komende regeerperiode”, zei hij dinsdagavond bij Nieuwsuur.

Dat Wilders met nieuwe energie op het campagnetoneel staat, heeft hij in belangrijke mate te danken aan zijn medespelers. Op één: de VVD. Kort na de val van het kabinet had VVD-Kamerlid Ruben Brekelmans de eerste verkennende bewegingen al ingezet. Om rechts asielbeleid te voeren, zei Brekelmans tegen EW Magzine, „kan het nodig zijn met Geert Wilders tot oplossingen te komen”.

Het klonk nog pril, aftastend. Brekelmans hintte op een minderheidskabinet of een nieuwe gedoogconstructie. Die mitsen en maren waren verdwenen toen Yesilgöz zich een maand later voorstelde als de nieuwe VVD-lijsttrekker en direct duidelijk wilde maken dat ze geen kopie van haar voorganger was. Het uitsluiten van partijen, zoals Rutte jarenlang met de PVV had gedaan, vond ze „Haags gedoe”. Zij wilde eerst weleens zien waar Wilders in zijn programma mee zou komen.

Wilders zou Wilders niet zijn als hij die kans liet schieten. Yesilgöz had de deur op een kier gezet, Wilders zette zijn voet ertussen. Vol trots vertelde Wilders dat hij „de scherpe kantjes” van zijn verkiezingsprogramma had gehaald, al waren de aanpassingen beperkt. En toen Yesilgöz in debatten weer afstand begon te nemen en hem verweet dat hij het land „kapotmaakt” door met onhaalbare plannen te komen, deed hij zijn concessies bij Nieuwsuur. Kijk, wil hij maar zeggen, hier komen we wel uit.

Iets anders speelt bij Nieuw Sociaal Contract. Lijsttrekker Pieter Omtzigt sluit Wilders wel uit als de vraag hem wordt voorgelegd, maar Wilders blijft aandringen. Daarbij laat hij geen mogelijkheid onbenut.

Bloedserieus

Tijdens het SBS-debat, donderdagavond, lacht Omtzigt in het gebekvecht tussen Yesilgöz en GroenLinks-PvdA-lijsttrekker Frans Timmermans naar hem: „Volgens mij ga ik met jou samenwerken op deze manier!” Meteen loopt Wilders op hem af, en schudt hem de hand.

Is het allemaal schone schijn? Alles is doordacht bij Wilders, die de campagnewetten uit zijn hoofd kent en als geen ander inspeelt op zijn politieke concurrenten. Maar dat betekent niet dat hij het niet meent.

Onder PVV’ers is er geen twijfel: „Als ik hoor dat hij wil regeren, denk ik: dat wil hij echt”, zegt een van hen, een PVV’er die zich het gedoogkabinet-Rutte I en de geklapte onderhandelingen in het Catshuis nog goed herinnert. Die Wilders, zegt deze bron, was tot het laatste moment „bloedserieus”, ook al kwam het kabinet uiteindelijk – midden in een economische crisis – ten val.

Als gedoogpartner van VVD en CDA liet Wilders tussen 2010 en 2012 zien dat hij heus concessies kon doen. Het enige breekpunt uit zijn campagne, géén verhoging van de AOW-leeftijd, liet hij een dag na de verkiezingen vallen. Rutte I ging van start met 18 miljard aan aangekondigde bezuinigingen. Ook dat steunde de PVV.

Mis ging het pas toen Wilders in het voorjaar van 2012, in het Catshuis, niet wilde tekenen voor de extra bezuinigingen die VVD en CDA voor ogen hadden. Het kabinet klapte; zijn gesprekspartners, Rutte voorop, zouden het Wilders nog jarenlang kwalijk nemen dat hij was ‘weggelopen’. Maar Rutte is er niet meer bij en Yesilgöz begint er nooit over.

Gouden koetsje

Ook niet onbelangrijk: inhoudelijk zijn de andere rechtse partijen in de voorbije tien jaar zijn kant opgekropen. De harde lijn van de VVD over het asielbeleid. Het pleidooi van Omtzigt voor een richtgetal om immigratie terug te dringen en Europese opt-outs te onderzoeken. Het asielmaximum van BBB. Bij de PVV klinkt: als het in 2010 ondanks alle verschillen met CDA en VVD al lukte, waarom zou het nu dan niet kunnen met partijen als VVD, BBB en NSC?

Het is niet de enige manier waarop Wilders minder scherp afsteekt in het politieke landschap, ondanks zijn radicale programma. Onlangs kreeg hij een ‘zilveren koetsje’, de bekroning voor 25 jaar Tweede Kamerlidmaatschap. Straks, als SGP-vedette Kees van der Staaij in december uit de Kamer vertrekt, is hij de nestor van het parlement.

En Wilders is lang niet de enige PVV’er met ervaring. In de nieuwe Kamer zijn waarschijnlijk zeven van de acht meest ervaren Kamerleden PVV’ers. Er zijn Kamercommissies waar de PVV’ers de Kamerleden zijn bij wie je het beste terecht kunt als je wilt weten hoe het werkt, wie wie is, welke dossiers je moet kennen. In Flevoland bestuurt de partij weer mee, vooralsnog zonder brokken.

Voor de scheurtjes is weinig aandacht. De PVV raakte dit jaar twee ervaren Kamerleden kwijt. Lilian Helder stapte over naar de BBB, Harm Beertema ging van de kandidatenlijst uit onvrede over zijn plek en liet deze week weten dat hij ook BBB stemt. Wilders krijgt er nauwelijks vragen over.

Voor het blok

Feit is dat Wilders’ strategie zowel Yesilgöz als Omtzigt nu al voor het blok zet. Elke barricade voor samenwerking die ze opwerpen, wordt door Wilders vakkundig afgebroken.

Wat de afweging voor de VVD lastig maakt, is dit: een meerderheid van de VVD-achterban wil volgens kiezersonderzoek wel in zee met de PVV, maar een substantiële minderheid absoluut niet. Yesilgöz moet behendig proberen de campagne door te komen, zonder een van beide groepen van zich te vervreemden.

Omtzigt was tot nu toe explicieter in zijn afwijzing. Desgevraagd sluit hij de PVV expliciet uit omdat het PVV-programma tegen de rechtsstaat indruist. De partij zat ook niet in de rechtse club partijen die Omtzigt onlangs opperde als mogelijke coalitie. Maar ook de kiezers van NSC zijn verdeeld. Een meerderheid staat open voor een coalitie met de PVV, terwijl een serieus smaldeel dat niet ziet zitten. Er zijn bijvoorbeeld veel voormalige D66-kiezers in zijn achterban te vinden.

Wilders bleef koeltjes onder Omtzigts afwijzing. „Zijn kiezer wil het ook, maar ik zal hem nog moeten overtuigen”, zei hij bij Nieuwsuur. In een ander interview, met Nu.nl, wees hij erop dat ook het verkiezingsprogramma van NSC niet zonder kleerscheuren uit een rechtstaattoets was gekomen.

En wat hij zelf vindt van die vermeende mildheid? Bij Nieuwsuur noemde Wilders het „een stempel” dat op hem geplakt is. Niet dat dat een probleem was. „Ik weet niet waar ik dat precies aan te danken heb gehad, maar laat ik er mijn voordeel mee doen.”