Ik loerde al een tijdje naar de Japanse duizendknoop van de buren toen ik Jannekes recept las. Ik had vorig jaar limonade met duizendknoop en aardbeien gemaakt en dat smaakte naar rabarber (met aardbei). Omdat ik meteen aan de slag wilde, heb ik niet eerst boodschappen gedaan. Ik had een citroen te weinig, dus ik had het zest van de citroen deels vervangen door dat van sinaasappel. Toen de cake klaar was, moest hij snel de oven in, door de baking soda die erin zit. Ik had de stukjes duizendknoop die ik niet op de cake kwijt kon, met het vocht waar ze in hadden gelegen in een bakje in de oven gelegd. Deze siroop heb ik, toen hij afgekoeld was, over de cake gedruppeld. Ik had meer duizendknoop geplukt dan nodig was en van de rest heb ik limonadesiroop gemaakt, die ik bij de cake heb gedronken. De cake smaakte lekker fris, smeuïg en naar rabarber. De buurman kreeg natuurlijk ook een stuk en vergeleek de draderige stukken die bovenop lagen met asperges die niet goed genoeg geschild zijn.
Er is een meisje geboren. Ze ligt op de leeggelopen buik van haar moeder te wriemelen, haar mond gaat open en dicht. Ze is een roze molletje met een rug vol donshaar en de handen van haar vader. Ze drinkt, ze groeit, ze zit plots op een stoel, aan een tafel vol stralende gezichten. Ze ziet mama en reikt, haar tulen jurkje kruipt op en kriebelt, ze weet niet waar en hoe te krabben, ze begint te huilen. Er wordt voor haar gezongen. Ze groeit, klimt uit de stoel. Ze wordt naar bed gebracht. Morgen gaat ze naar groep vier. Haar moeder kamt d’r haren. Het doet pijn, ze kijkt naar haar broertje dat door de gang rent met een onderbroek op zijn hoofd. „Je bent stoer, je bent slim, je bent mooi”, hoort ze haar moeder zeggen. Ze slaapt en wordt wakker in de eerste klas. Ze pakt een spijkerbroek, een navelshirt. Ze doet haar vriendschapsarmbandjes om, alle tien. Ze grabbelt in een la, haalt een roze lipgloss tevoorschijn en propt die in haar zak. Op school zal ze met haar nieuwe vriendinnen de wc bezetten. Ze zullen elkaar ondersmeren. Ze hoort de hoge, dwingende stemmen, het harde lachen. Ze huivert, kijkt nog een keer in de spiegel, draait zich om en klost de trap af. „Til je voeten op”, hoort ze haar moeder uit de keuken.
Ze is vanaf het eindexamenfeest alleen naar huis gefietst. Haar vader zit nog in de keuken, onder de lamp de krant te lezen. Hij kijkt op, ze zwalkt naar binnen. Normaal doen nu. Ze stommelt de trap op, haar bed in, dan pas denkt ze aan haar klasgenoot die, tegen de muur van de aula. Een hand in haar broek.
„Zou dit nou mijn hele schooltijd verpest hebben?” zoemt het, terwijl ze in slaap valt.
Ze wordt wakker naast een heel lief vriendje. Hij ligt te slapen. Ze aait hem over zijn gladde wang. Ze verveelt zich dood. Die avond slaapt ze met een jongen van de werkgroep. Hij ademt op haar borsten uit en zucht: „Ook weleens leuk, zoveel vlees op de botten.”
Ze ondergaat een abortus. Ze gaat alleen. Ze komt weer thuis. Ze drinkt thee. Ze belt haar vader. Hij vindt het heel erg. Ze hangt op. Ze denkt aan zijn verdriet en aan haar mislukking.
Ze stopt met eten, vreet zich vol. Gaat uit. Stopt met uitgaan, spaart geld, geeft alles uit, elke dag een kater, elke dag groentesap. Ze weet niet wie ze is. Ja jong, en een soort van mooi.
Ze wordt verliefd, nu echt. Ze wil een kind. Te vroeg misschien, maar ze wil iets bestendigen.
Er komt een kind, een meisje. Ze voelt voorzichtig aan de haartjes op de rug, hoe de handjes in haar vel knijpen. Het mondje zuigt aan haar tepel, ze zakt weg in een put van hormonen, waarom heeft niemand haar dit vooraf verteld.
Ze staat aan de rand van een voetbalveld, haar dochter heeft groene, gebutste knieën. Ze scoort. De zon schijnt, haar moederhuid is onbarmhartig slap in dit licht, maar ze juicht en is heel gelukkig.
Ze is alleen in huis. Er is een krant, een poes en alles staat op de juiste plek. De bel gaat. Het kleinkind stort zich op haar, ze kan het niet meer tillen.
Ze is oud en ligt in een bed dat ze niet kent. Haar lichaam slaapt al. Er kriebelt iets, ze kan er niet bij. Maar daar is ze aan gewend.
Sarah Sluimer schrijft elke week een column. Ze is de auteur van boeken, essays en toneelstukken.
De luiercontainer is een fenomeen dat steeds vaker opduikt in het assortiment van de afvalscheiding. Logisch, 8 procent van ons afval bestaat uit luier- en incontinentiemateriaal; als we dit in de voorscheiding eruit kunnen vissen, is het een behoorlijke hap minder.
De gemeente Emmen is landelijk koploper met 31 bovengrondse luiercontainers, strategisch geplaatst in kinderrijke buurten en rond kinderdagverblijven. Maar er is natuurlijk ook nog een andere doelgroep, want de luiercontainer is de plek waar jong en oud elkaar ontmoeten. Alleen veel senioren blijken het loopje richting luierrecycling als een walk of shame te beschouwen. Zeker als er heel groot LUIERS op de bak staat, die in de regel solitair is geplaatst, ver van de reguliere glas- en papierbakken op het afvalpleintje. Dan kan je dus niet de alcoholistentruc uithalen door je flessen vieux en jenever om het oud papier te doen en ze terloops te deponeren in de bak ernaast. Dat kan dus beter. Wat ook beter kan, is de luierverwerking. Het aanbod is nu groter dan de capaciteit, terwijl je denkt: van luiers weer biogas en kunststof maken: dat is toch een klassieke no-brainer. Theoretisch kan een kind dus weer met plastic speelgoed spelen dat van zijn volgescheten luier is gemaakt.
Maar de grootste vijand van meer luierverwerkingsfabrieken is de gedachte dat die juist slecht zijn voor het milieu. Die stroming stelt dat het stimuleren van luierrecyclen het gebruik van uitwasbare luiers – nóg duuurzamer – zal ontmoedigen. Dat die ouders denken, nou, er staan nu zoveel makkelijkecontainers, ik ga de luiers echt niet meer uitwassen. Dan wordt het oppassen voor de grootste ergernis van de luiercontainer, namelijk de geur van bijplaatsing ernáást , als-ie vol is.
De 1-serie was in 2007 de eerste democratische BMW sinds mensenheugenis. Hij sleepte de BMW-strijdkreet ‘Freude am Fahren’ voor minder geld maar met behoud van de sportieve achterwielaandrijving naar de bovenkant van de Golf-klasse. Gouden greep. Je haalde met dat BMW-logo alvast nieuwe rijken binnen die het nog moesten worden. Hij was niet te duur maar reed toch lekker, de klanten genoten. Wie hem nieuw niet kon betalen nam een niet eens afgetrapte tweedehands, want het wagentje bleek vrij solide en de nieuwe doelgroep keurig volk.
Na de ingrijpende facelift van de huidige, inmiddels voorwielaangedreven 1-serie is de vraag wat van dat aura rest. Zijn oorspronkelijke publiek ziet hem achttien jaar later niet meer staan. Dat bewoont designvilla’s met Porsches voor de deur en Mini’s voor mevrouw, sorry maar waar. Millennials rijden deelauto’s en de carrièristen onder hen moeten van de baas meteen aan de EV. De spectaculaire 1-series met zescilinders zijn niet meer. De potigste modellen hebben viercilinders met vierwielaandrijving, een elektrische 1 ontbreekt. Met zijn verschraalde halo staat hij wat verweesd in de succesagenda.
Zoom in voor alle details van de BMW 120Klik op de punten voor uitleg over de details.Foto Merlijn Doomernik
Maar hij kan een uitkomst zijn voor liefhebbers die het onder de motorkap graag ouderwets hartig horen brommen. Ze komen in de nieuwe aan hun trekken met de driecilinders van de 118 en de 120, de meest gangbare modellen. In de testauto met het modelopschrift 120 zou je bij BMW een tweelitermotor verwachten, maar cijfers corresponderen bij dit merk allang niet meer met de cilinderinhoud. Dan had er 115 gestaan, van 1.500. Zo weinig? Geen paniek: Het 1.499 cc metende motortje is snel zat met 156 pk plus een beetje elektroboost van een 15kW-dynamo die het totale vermogen op 168 pk brengt. Het trekt beter en loopt mooier dan de driecilinder van de vorige generatie, toen de armelijke Aygo-associaties wat nerveus maakten. Hier alleen na de koude start. Dan reutelt het motortje als een brommer en voel je lichte vibraties in de koets. Eenmaal warm merk je akoestisch geen verschil met BMW’s uit de oude doos. Het stuurgedrag is navenant verheugend en het windgeruis blijft bij forse tegenwind gering. Uitstekend werk. Dat geldt nog meer voor het verbruik. De 120 loopt ook bij barre weersomstandigheden 1 op 18 en zal ’s zomers nog veel efficiënter zijn.
Zoeken naar het knopje
De vreemdste mode van vandaag; lichtgrafieken zonder enige logica.Kleine wielen op
een BMW kunnen
natuurlijk niet.Zelfs het logo op de speakers is verlicht.Daar begint het multimediagedonder al;
eerst met BMW ID
aanmelden voor toegang tot alle functies.
Foto’s Merlijn Doomernik
Enkele onhebbelijkheden heeft hij wel. De pauzeknop bij het afspelen van muziek wordt pas zichtbaar bij aanraking van het touchscreen. De bediening vond ik soms omslachtig. BMW heeft de neiging per modelgeneratie de bedieningslogistiek weer net iets anders in te steken. Naar het knopje voor het boordcomputermenu op het stuur is het even zoeken. De iDrive-draai- en drukscroller mis ik nog steeds. Hij was veiliger en bedieningsvriendelijker dan het huidige touchscreencircus met tientallen apps die je soms eerst in beeld moet swipen. Het meterhuis is me te excentriek gelijnd en het stuur net te dik. Net als bij Mini zit het keuzemenu voor de stoelmassageprogramma’s achterlijk verstopt onder het icoon ‘instellingen wijzigen’. De massagekracht valt wat tegen, al ben je in mijn levensfase blij met alle beetjes zachte aandacht. Maar de 1 zit voorin excellent, met de voor BMW karakteristieke verlengbare zitting als welkome comfortbonus voor langbenige bestuurders. Mijn vrees dat de lage en ietwat benauwde instap voor die groep bezwaarlijk zou kunnen zijn is majestueus ontkracht door zwager S. Hij past er met zijn lange lijf uitstekend in en heeft zich als seniore 1-rijder verzoend met de puberale driekleurige stikseltjes respectievelijk de ietwat geforceerde maar stiekem gave lichtshow op het dashboard. Dat schenkt retro-scifi uit de jaren zeventig met een rood-blauwe lichtarmatuur en een blauw lichtraster links en rechts met de structuur van ventilatieroosters. Verder geen klachten. De A-stijlen zijn niet beeldversperrend vet, het uitzicht rondom is redelijk en de Harman Kardon-stereo met de vertederend banaal verlichte merklogo’s klinkt uitstekend. Blijmakend is een echt schuifdak, al is het gat te krapjes om een hoofd doorheen te persen.
Ik zie een nieuwe doelgroep voor de yuppenhatchback van weleer. Dit is de ideale, compacte reisauto voor oudere stellen met lange pensionadotrips door heel Europa. Geen laadgedoe in moeilijke landen, alsnog een schappelijk klimaatprofiel. Uit de kinderen, dus geen ruimteprobleem. Van wat ze op een suv besparen, nemen ze een extra fijn hotel. Voor kampeerders kan er zelfs een klapkar achter, weet ik uit betrouwbare bron. Freude am Sparen!