De bodem van de markt voor merkloze medicijnen lijkt nu wel bereikt

Medicijnentekort

Commentaar

Het is wachten op het onnodige overlijden van een patiënt die zijn medicijnen niet op tijd kreeg. Of die sterft aan ernstige bijwerkingen van een vervangend middel. Pas als zo’n patiënt op de televisie komt, zal het chronische medicijnentekort waar apothekers, huisartsen en patiënten al jaren mee te maken hebben een gezicht krijgen.

Afgelopen jaar waren 1.514 medicijnen meer dan twee weken niet leverbaar. Dat is volgens de apothekers het hoogste aantal ooit. Het gaat onder meer om generieke medicijnen die miljoenen mensen gebruiken: antibiotica, slaapmiddelen, medicijnen voor adhd maar ook bijvoorbeeld anti-epileptica. In 2018 was er al een tekort aan de anticonceptiepil.

Oorzaak is de goedkope productie- en distributieketen. Dit soort massamedicijnen wordt vrijwel alleen nog geproduceerd in China en India, tegen bodemprijzen voor de hele wereld. Gaat er iets fout in een grote fabriek of bij één distributeur, komt er een pandemie of een oorlog, dan ligt de bevoorrading stil. Nederland is een kleinere markt dan Duitsland of Frankrijk en betaalt bovendien zo min mogelijk voor pillen. Dus staan Nederlandse groothandels achter in de rij als er leveringsproblemen zijn.

Twee weken geleden schreven apothekers, artsen en patiënten een brandbrief aan minister Kuipers (Volksgezondheid, D66): „Het prijsverlagend beleid zorgt met name juist bij de generieke geneesmiddelen voor grote zorgen over de beschikbaarheid.” Apothekers moeten telkens aan de balie aan patiënten uitleggen dat hun vaste medicijn er niet is en dat ze een ander middel krijgen. Dat wil niet iedere patiënt. Soms omdat ze dénken dat een vervangend middel minder goed is, en er anders uitziet, maar soms omdat het dat ook echt is. Of andere bijwerkingen veroorzaakt.

Het probleem leek te worden opgelost met de verplichting die minister Kuipers de farmaceutische groothandels sinds 1 januari heeft opgelegd om een vaste voorraad medicijnen aan te leggen. Genoeg van elk middel voor minimaal 2,5 maand.

Maar op die verplichte voorraad wordt dit jaar nog niet gecontroleerd door de Inspectie. En de grootste van de vier groothandels, Brocacef, heeft recent aangekondigd geen voorraad aan te zullen aanleggen. „Het is geen onwil”, aldus directeur Peter de Jong. „Ik heb de ruimte niet, want ik moet nieuwe opslagruimte creëren, ik heb de financiering niet en ik kan de kosten niet betalen. Dit jaar geldt een overgangsregeling maar per 2024 geldt een maximale boete van 900.000 euro per product, mocht er te weinig voorraad van zijn.” Hij zal dan, om boetes te voorkomen, de medicijnen die „het meest gevoelig zijn voor tekorten” uit het assortiment halen.

Het zal patiënten niet interesseren hoe het wordt opgelost – zij hebben wel iets anders aan het hoofd en betalen bovendien maandelijks een verplichte zorgverzekeringspremie. Maar dát de markt de ‘ijzeren voorraad’ niet zomaar gaat aanleggen, is heel waarschijnlijk. De groothandel werkt juist met zo min mogelijk voorraad omdat opslag geld kost. De overheid of de zorgverzekeraars zullen meer moeten bijspringen om de opslag financieel mogelijk te maken. In Duitsland krijgen apothekers nu een vergoeding als ze bij gebrek aan een bepaald medicijn zich genoodzaakt zien een soortgelijk, duurder, middel te verstrekken.

Er moet, zoals vier betrokkenen onlangs in NRC schreven, een „systeemoplossing komen” om generieke medicijnen beschikbaar en betaalbaar te houden voor patiënten. Behalve een ijzeren voorraad zouden er ook in Nederland weer generieke middelen geproduceerd kunnen worden. De Nederlandse fabrikant, InnoGenerics, die sinds 2019 probeerde patentloze middelen te produceren, ging in januari failliet. Het bedrijf is vervolgens alsnog gered.

Maar een andere oplossing is er niet als Nederland niet voortdurend afhankelijk wil zijn van de wereldmarkt en van producenten in China en India, en tegelijk lagere prijzen dan buurlanden voor pillen wil betalen. De overheid zal met meer moeten komen dan hoge boetes voor marktpartijen in een lastige markt.

De coronapandemie liet zien dat Nederland voor veel medische producten – van mondkapjes tot zuurstofapparatuur – niet was voorbereid op een calamiteit. Later, toen de vaccins op de markt kwamen, stond Nederland achter in de rij bij de inkoop. Ook de verspreiding van de vaccins duurde lang, waardoor Nederland steeds onderaan internationale voortgangslijstjes bungelde.

Het zou dan ook niet verbazen als Nederland opnieuw onderaan blijft bungelen met de medicijnentekorten.