Dat de Aziatische hoornaar het voorzien heeft op honingbijen was al duidelijk, maar uit nieuw onderzoek blijkt nu dat hij nog veel meer schade kan aanrichten. De invasieve wesp eet maar liefst 1.400 verschillende soorten prooidieren. Met een lengte van twee tot drie centimeter is hij groter dan de gewone wesp, maar kleiner dan de Europese hoornaar. De Aziatische hoornaar is te herkennen aan de karakteristieke gele uiteinden van zijn achterpoten en zijn zwarte borststuk.
Onderzoekers van de University of Exeter onderzochten de darmstelsels van meer dan 1.500 larven, die gevoed zijn door volwassen hoornaars, uit verschillende Europese nesten. In vrijwel alle larven troffen ze dna-sporen van de Europese honingbij aan, schreven de onderzoekers vorige week in Science of The Total Environment. Verder vonden ze resten van allerlei insecten: behalve bijen, wespen en kevers ook vlinders en motten. En zelfs spinnen. De Aziatische hoornaar vormt een bedreiging voor deze insectenpopulaties en de ecosystemen die ervan afhankelijk zijn.
Zijn zeer gevarieerde dieet verschilt ook per seizoen en regio, wat wijst op een groot aanpassingsvermogen aan nieuwe klimaten en ecosystemen. En dat vermogen vergroot weer het invasieve succes van de Aziatische hoornaar.
Vermoedelijk als verstekeling in een vracht aardewerk uit China kwam de Aziatische hoornaar in 2004 naar West-Europa. Toen het eerste exemplaar in 2017 in Nederland opdook, zette de overheid in eerste instantie in op volledige uitroeiing, maar het beestje verspreidde zich in zo’n rap tempo, dat de landelijke strategie in 2021 van ‘uitroeien’ in ‘beheersen’ veranderde.
Lees ook
Aziatische hoornaar is een ballerina die op bijen jaagt
De opmerkingen van Donald Trump over Groenland „vormen een gevaar voor onze politieke onafhankelijkheid”, stelde Jens-Frederik Nielsen, de leider van de Groenlandse sociaal-liberale Demokraatit, vlak voor de verkiezingen. Zijn partij wint de verkiezingen die dinsdag werden gehouden – met een hoop voorkeurstemmen voor Nielsen. Het is een verrassende uitslag, waar de partijleider zich in Groenlandse media zelf ook beduusd over toonde.
Demokraatit is weliswaar voorstander van onafhankelijkheid van Denemarken, maar wil die zeer geleidelijk doorvoeren. Historisch gezien stond de partij altijd sceptisch tegenover onafhankelijkheid en gaf ze juist de voorkeur aan meer autonomie. In het verkiezingsprogramma benadrukte de partij dat niet ging om „het verbreken van banden, maar om de bereidheid hard te werken voor onafhankelijkheid”.
Demokraatit verdrievoudigde het aantal stemmen: nu koos 29,9 procent van de stemgerechtigden op de partij, waar dat in 2021 nog 9,1 procent was. Geen absolute meerderheid en er zal dus een coalitie gevormd moeten worden. De tweede partij die een enorme verkiezingswinst boekte, is de populistische partij Naleraq. Hier ging 24,5 procent van de stemmen naartoe, dat was in 2021 nog 12 procent. Naleraq is juist voor een radicale breuk met de Denen en voor nauwe samenwerking met de VS, zonder er nu meteen onderdeel van te willen worden. Jens-Frederik Nielsen had daarentegen aangegeven dat Groenland „baas in eigen huis” wil zijn, maar altijd goede samenwerking nodig heeft. Ook na de verkiezingsuitslag benadrukte Nielsen nog eens: „Wij willen geen onafhankelijkheid morgen, maar een goede basis”.
Fors verlies
De regeringspartijen Inuit Ataqatigiit en Siumut verloren beiden flink. Samen kregen ze 36 procent van de stemmen, terwijl ze in 2021 met 66,1 procent van de stemmen aan de slag konden. Beide zijn traditioneel gezien de grootste partijen in Groenland, ze zijn beide voor onafhankelijkheid, maar willen anders dan Naleraq dat proces in fases doorvoeren.
Voor Demokraatit zal het lastig worden een partij te vinden om een coalitie mee te vormen. Naleraq staat immers geheel anders in het onafhankelijkheidsproces. Ook een coalitie met een van de twee regeringspartijen wordt lastig. Siumut werd gehalveerd en is nu de vierde partij met nog geen 15 procent van de stemmen, en ook de socialistische Inuit Ataqatigiit verloor fors. In 2021 had deze partij nog ruim 36 procent van de kiezers achter zich, en nu nog maar 21 procent.
De liberalen willen weliswaar net als Inuit Ataqatigiit economische onafhankelijkheid bereiken door handel, mijnbouw en toerisme, maar zijn voor het versoepelen van de regels rondom mijnbouw, iets waar Inuit Ataqatigiit tegen is. Ook is Demokraatit kritisch over de visserijquota die door de vorige regering werden aangenomen. Múte Egede gaf al wel aan klaar te zijn om met Demokraatit te praten.
De nieuwe partij Qulleq, waarvan de partijleider zei dat hij Trump vertrouwde, haalde maar 1,1 procent van de stemmen. Atassut – de enige partij die geen onafhankelijkheid nastreeft, maar de banden met Denemarken wil aanhalen – kreeg iets meer stemmen dan vorige keer, maar is de enige oppositiepartij die niet echt garen spon bij de nederlaag van de regerende partijen. Ze kregen nog geen half procent meer en zijn met 7,3 procent van de stemmen de vijfde partij.
Lees ook
Opeens kijkt de hele wereld mee met Groenlandse verkiezingen: ‘We zullen alles op alles zetten om onze eigen cultuur te behouden’
De verkiezingsuitslag is voor Denemarken dan ook geen geruststelling. Een overwinning van de traditionele partijen – waarbij ook de verwachting was dat de huidige premier Múte Egede herkozen zou worden – was eenvoudiger geweest. Dat de uitslag een flinke breuk met het verleden is, laat zien dat Trumps claims weliswaar niet omarmd worden, maar wel onrust veroorzaken op het grootste eiland ter wereld. Demokraatit mag dan geen directe onafhankelijkheid voorstaan, om een regering te vormen zullen er gesprekken gevoerd moeten worden met Nalaraq. Dat deze twee partijen de grootste zijn geworden toont vooral de verdeeldheid in het land over hoe met Denemarken om te gaan.
De Denen, die met een bijdrage van 500 miljoen euro de helft van de overheidsbegroting voor hun rekening nemen, staan er in Groenland bij steeds meer bewoners slecht op. Er wordt getreuzeld bij de financiële compensatie over het ‘spiraaltjes-schandaal’ waarbij Groenlandse meisjes jarenlang werden gedwongen tot anticonceptie zonder medeweten van de ouders. Begin februari was er discussie over de documentaire Groenlands Witte Goud waarin werd verteld hoe Denemarken tussen 1854 en 1987 miljarden verdiende met het delven van kryoliet in Groenland. De Deense publieke omroep trok de documentaire in toen er een debat ontstond over de miljarden, wat weer tot protest op Groenland leidde.
Persbureau AP zond woensdagochtend al live op YouTube uit vanaf Rotterdam The Hague Airport, met een permanente camera gericht op de aankomsthal. Maar de Filippijnse oud-president Rodrigo Duterte liet op zich wachten: hij werd, tijdens een tussenstop in Dubai, nog aan een medische controle onderworpen. Woensdag aan het eind van de middag wordt hij alsnog in Rotterdam verwacht, vanwaar hij naar de Scheveningse gevangenis vervoerd zal worden.
De opluchting zal groot zijn wanneer Duterte daadwerkelijk voet op Nederlandse bodem zet. Eindelijk weet het Internationaal Strafhof weer eens een ‘grote vis’ voor berechting naar Den Haag te halen. Dat is belangrijk voor de legitimiteit van het hof, en voor de internationale rechtspraak in het algemeen, zegt mensenrechtenexpert Julie Fraser van de Universiteit Utrecht. „Vooral symbolisch is dit van belang.”
Het enige andere oud-staatshoofd dat ooit voor het Strafhof verscheen was de Ivoriaan Laurent Gbagbo; hij werd in 2019 vrijgesproken. Andere van grote misdaden verdachte oud-staatshoofden werden met wisselend succes vervolgd. Zo overleed de Chileense oud-dictator Augusto Pinochet in 2006 voordat hij berecht kon worden; een arrestatie in Londen was op niets uitgelopen. Anderen, zoals oud-president Charles Taylor van Liberia, werden wel succesvol berecht. Oud-president Slobodan Milosevic van Servië stierf in 2006 in zijn Scheveningse cel.
En soms duurt gerechtigheid erg lang: de Tsjadische oud-dictator Hissène Habré, die regeerde van 1982 tot 1990, werd in 2016 veroordeeld. En in 2018 belandden twee leiders van de Cambodjaanse Rode Khmer levenslang in de cel vanwege hun misdaden uit de jaren zeventig. Taylor, Milosevic, Habré en de Cambodjanen werden allen voor een speciaal tribunaal gebracht.
Kansloze arrestatiebevelen
Het Internationaal Strafhof in Den Haag, dat in 2002 opgericht werd om de grootste misdrijven te behandelen, kreeg de afgelopen jaren veel kritiek te verduren. Grofweg was deze kritiek in twee categorieën onder te verdelen. Eén: het hof ging alleen achter Afrikaanse verdachten aan. En twee: voor zover het hof arrestatiebevelen uitvaardigde tegen niet-Afrikanen – bijvoorbeeld tegen de Russische president Vladimir Poetin, of de Israëlische premier Benjamin Netanyahu – leken die zaken bij voorbaat tamelijk kansloos om ooit een berechting op te leveren.
De kritiek leidde tot een „diepe crisis” van het Strafhof, zegt Iva Vukusic, historicus van de internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht. „Je zou zelfs kunnen zeggen: een existentiële crisis.”
Behalve op de niet al te kansrijke arrestatiebevelen wijst Vukusic op de Amerikaanse sancties tegen het hof en op de „hypocrisie” van sommige lidstaten. Bijvoorbeeld op landen die weigeren om Netanyahu te arresteren als hij zich op hun grondgebied zou begeven – wat ze wel verplicht zijn. Of, nog bonter: landen die de Israëlische premier zelfs expliciet uitnodigen, zoals beoogd bondskanselier Friedrich Merz deed.
Onder deze omstandigheden, zegt Vukusic, is élke arrestatie al „bijna een wonder, een teken dat het hof standhoudt, dat de processen doorgaan en dat het zichzelf misschien uit de crisis kan worstelen”. Dat het hier om een voormalig staatshoofd gaat, zegt ze, weegt zeker mee voor het opvijzelen van het prestige van het hof.
Hoofdaanklager Karim Khan van het Strafhof is zich terdege van de kritiek op zijn organisatie bewust, zei hij vorig jaar tegen CNN. „Natuurlijk heb ik een aantal gekozen leiders tegen mij horen spreken die heel direct waren. ‘Deze rechtbank is gebouwd voor Afrika, en voor misdadigers als Poetin’, vertelde een hoge leider mij.”
Maar Khan verweerde zich ook: „Wij zien het niet zo. Deze rechtbank is de erfenis van Neurenberg […], deze rechtbank zou de overwinning van de wet moeten zijn op macht en bruut geweld, grijpen wat je kunt, nemen wat je wilt, doen wat je wilt. We laten ons niet afschrikken door bedreigingen of andere activiteiten, want uiteindelijk moeten we onze verantwoordelijkheden vervullen als aanklagers, als mannen en vrouwen van het ambt, als rechters, als griffie.”
Misdaden tegen de menselijkheid
Duterte wordt verdacht van misdaden tegen de menselijkheid. Het Strafhof houdt hem verantwoordelijk voor de dood van zeker 19 vermeende drugsdealers en 24 andere vermeende criminelen. Tussen 2016 en 2022 voerde Duterte als president van de Filippijnen een hevige war on drugs, waarbij naar schatting tienduizenden mensen werden vermoord. Volgens het hof kan Duterte daarvoor verantwoordelijk worden gehouden.
Verder wordt Duterte ervan verdacht dat hij geld geboden heeft aan politieagenten en huurmoordenaars om vermeende criminelen te doden. Ook zou hij hun hebben beloofd dat hij hen zou beschermen tegen onderzoek en vervolging. Zelf houdt Duterte vol dat hij politieagenten opdroeg dat ze alleen uit zelfverdediging mensen mochten doden.
De zaak tegen Duterte is vrij ongebruikelijk voor het Internationaal Strafhof. Hij wordt niet van oorlogsgeweld verdacht, zoals de meeste verdachten, maar van moorden in eigen land. Hoe kansrijk is vervolging? Het is altijd moeilijk, zegt historicus Vukusic, „om een zaak op te bouwen tegen een staatshoofd, iemand die ver weg is van de daadwerkelijke plaats delict, zonder ondergeschikten te vervolgen en te begrijpen hoe bevelslijnen werken”.
Trots op zijn daden
Jurist Julie Fraser zegt dat ze moeilijk de kans op vervolging kan inschatten, omdat ze de bewijsvoering van de aanklagers niet kent. „Maar Duterte was zeer open over zijn daden, hij was er zelfs trots op. Daar moet zeker bewijs uit te halen zijn. Wat ook gunstig is, is dat de nieuwe president, Bong-Bong Marcos, zijn medewerking aan het Strafhof verleent, bijvoorbeeld door onderzoekers van het hof het land binnen te laten. De omstandigheden zijn dus gunstig.”
Het Internationaal Strafhof is een rechtbank die alleen bestemd is voor zaken die niet in eigen land kunnen plaatsvinden. Had dat in het geval van Duterte niet gekund? Fraser zegt dat het de voorkeur verdiend zou hebben om hem in Manila te berechten, in de lokale taal, in nabijheid van de slachtoffers. „Dit is waar politiek in het spel komt: ik vermoed dat president Marcos hem buiten de landsgrenzen wilde hebben. Een verdachte kan naar Den Haag worden gestuurd als het land zelf hem niet wil of kan berechten. De Haagse rechters zullen zich nog wel buigen over deze zaak van subsidiariteit.”
De entourage van Duterte draagt nog het argument aan dat de Filippijnen zich in 2019, nog onder zijn leiderschap terugtrokken als lid van het Strafhof. Juridisch snijdt dat argument verder geen hout, aldus Fraser: het hof heeft geoordeeld dat het wel degelijk bevoegd is om zaken te onderzoeken van vóór 2019, toen de Filippijnen nog wel lid waren.
Vervolging van Duterte zou ook een signaal afgeven aan de lidstaten die zich uit het Strafhof willen terugtrekken zodra ze zelf onderzocht worden, denkt Fraser. „Naast de Filippijnen is Burundi het andere voorbeeld van een land waarvan de heerser zich plotseling terugtrok toen potentiële misdaden aan bod kwamen. Voor de legitimiteit en doel van het hof is dat natuurlijk een slecht signaal.” Als Duterte veroordeeld zou worden, zou dat ook een tegenslag zijn voor de ‘truc’ die verdachten toepassen om hun land terug te trekken.
Een rechtbank in Tbilisi heeft de Georgische oud-president Micheïl Saakasjvili deze woensdag tot nog eens negen jaar veroordeeld wegens ‘grootschalige verduistering’ van overheidsgelden. De nieuwe straf komt bovenop een eerdere straf van zes jaar, die de fysiek verzwakte Saakasjvili uitzit in een medische kliniek in Tbilisi, de Georgische hoofdstad die al maanden in de ban is van anti-regeringsprotesten. De nieuwe veroordeling betekent dat Saakasjvili tot 2030 gevangen zit.
De politicus, die tussen 2003 en 2013 president was en zijn bestuurlijke loopbaan daarna voortzette in zijn tweede vaderland Oekraïne, keerde in 2021 terug naar Georgië, waar hij direct werd opgepakt en vastgezet. Zelf ontkent Saakasjvili al jaren schuld. Volgens hem zijn de aanklachten politiek gemotiveerd vanwege zijn oppositie tegen regeringspartij Georgische Droom van Bidzina Ivanisjvili, onder wiens leiding het land een sterk autocratische en pro-Russische koers vaart.
In de zaak stond ook het voormalige hoofd van de speciale staatsveiligheidsdienst Teimuraz Janasjia terecht. Aanklagers beschuldigden de twee van verduistering van omgerekend bijna 3 miljoen euro. Janasjia werd schuldig bevonden aan machtsmisbruik, maar kwam er vanaf met een fikse boete. Net als Saakasjvili ontkent hij de beschuldigingen en noemt hij deze politiek gemotiveerd.
Lees ook
Is Saakasjvili écht zo ziek, of doet hij alsof om uit zijn Georgische cel te komen?
Gezondheid
In de gevangenis ging de gezondheid van de 57-jarige Saakasjvili hard achteruit. Volgens artsen en advocaten werd hem om politieke redenen een goede behandeling in het buitenland ontzegd. Nadat hij meermaals in hongerstaking ging, ernstig vermagerde en een weinig coherente indruk maakte, vreesden zijn medestanders voor zijn leven.
Eind 2022 maakte zijn juridische team een medisch rapport openbaar waaruit, op basis van onderzoek door een Amerikaanse toxicoloog, zou blijken dat Saakasjvili in gevangenschap was vergiftigd met zware metalen. Onafhankelijke artsen bevestigden zijn slechte toestand. Maar inmiddels lijkt het beter met hem te gaan: op videobeelden maakt hij een sterkere en gezondere indruk. Naar zijn werkelijke toestand blijft het echter gissen, omdat de Georgische regering en de Russische propaganda hem al jaren wegzetten als een ontspoorde gek, die zijn gezondheidsproblemen simuleert.
Lees ook
‘Als dit niet stopt zit straks een op de twee Georgiërs vast’
Maandenlange protesten
Ondanks zijn gevangenschap blijft Saakasjvili politiek actief. Via sociale media en de rechtbankzittingen, die hij de afgelopen jaren bijwoonde via een videoverbinding, geeft hij regelmatig commentaar op de politieke crisis, die het land al twee jaar in de greep houdt, en roept hij Georgiërs op te blijven demonstreren tegen de antidemocratische regeringskoers.
Sinds de parlementsverkiezingen van vorig najaar, die volgens de Georgische oppositie en buitenlandse waarnemers werden vervalst, heeft Georgische Droom zijn greep op het land versterkt. Demonstranten gaan al vier maanden lang dagelijks de straat op gaan om nieuwe verkiezingen te eisen, hoewel zij keihard worden aangepakt en de ene na de andere repressieve wet wordt ingevoerd om critici de mond te snoeren.
Lees ook
deze reportage over 100 dagen protest tegen Georgische Droom