De auto delen met de buren: ’Ik denk dat wij met onze coöperatie een kleine bijdrage leveren aan een betere wereld’

Verknocht aan zijn auto? Nee, dat is Arne van Huis nooit geweest. „Ik identificeer mij niet met mijn auto”, zegt hij in zijn zonnige woonkamer in Tuindorp-Oostzaan, een groene buurt in Amsterdam-Noord. „Ik heb ook een hekel aan de ANWB. Aan alle positieve verhalen over autogebruik.”

Ironisch genoeg zette juist een artikel in ANWB-blad De Kampioen Van Huis op het spoor van zijn nieuwe auto. En in bredere zin, van een nieuwe vorm van mobiliteit. Van Huis zocht een opvolger van zijn afgeschreven gezinswagen. Liefst een duurzame. „Wij zijn bewust bezig met de toekomst. We maken ons best ongerust over de toekomst.” Een auto voor vijf personen moest het worden, vanwege zijn samengestelde gezin.

Zo verdween de Toyota Corolla uit 1998, en deed de coöperatieve elektrische deelauto zijn intrede.

Het artikel dat Van Huis las in De Kampioen ging over het deelauto-project van Walter Dresscher uit Den Haag. Dresscher, die onder meer werkt voor Townmaking Institute dat publiek-private samenwerkingen bedenkt en burgerparticipatie organiseert, begon in 2020 een deelautoproject in zijn Bomenbuurt. Geen commerciële auto’s, zoals van Greenwheels of Mywheels. En ook geen particuliere auto’s die je leent van buren of vrienden, maar een coöperatie van deelauto’s. Samen met buurtgenoten een aantal auto’s delen, zonder winstoogmerk.

„Coöperatief delen gaat niet alleen over samen consumeren”, zegt Dresscher, op bezoek bij Van Huis in Amsterdam-Noord. „Het is ook een middel om sociale cohesie te bereiken.” Dresscher begon autodeelorganisatie DEEL en begeleidt nu tien coöperaties: zes in Den Haag, drie in Amsterdam en één in oprichting in Utrecht.

Arne van Huis, die een bureau heeft voor onderzoek, training en advies, was direct gegrepen door het DEEL-idee. In 2023 richtte hij een coöperatie op, met hulp van Dresscher en zijn organisatie. Tuindorp-Oostzaan heeft nu vier deelauto’s voor 21 gezinnen. „Iedereen in de buurt mag lid worden.”

Voor een goed functionerende coöperatie heb je minimaal twintig huishoudens en vier à vijf auto’s nodig, aldus Dresscher. „Dan grijp je nooit mis als je vervoer nodig hebt.” De coöperatie in Tuindorp-Oostzaan en de meeste DEEL-afdelingen gebruiken MyWheels als ‘achtervang’. Zijn alle coöperatieauto’s op pad, dan pak je een (commerciële) deelauto tegen hetzelfde tarief. In Tuindorp-Oostzaan kost een rit gemiddeld 25 euro. Leden betalen contributie; dat is een maandelijks voorschot waarmee de coöperatie onder meer de auto’s leaset. Elk halfjaar wordt het voorschot verrekend met het werkelijke verbruik en kosten.


Lees ook
Je hoeft geen auto meer te bezitten om te rijden. ‘Elke deelauto haalt elf privéauto’s van de straat’

MyWheels groeide flink in 2022. Gebruikers reden twee keer zoveel kilometers als in 2021.

Vaste parkeerplekken

Coöperatief autodelen is een van de manieren om een auto te gebruiken zonder er een (volledig) te bezitten. Eén deelauto vervangt zeven tot veertien privéauto’s, zeggen de voorstanders.

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is voorstander van autodelen. In november begon de campagne ‘Delen maakt je wereld mooier’, waarin de overheid de positieve kanten van diverse vormen van deelmobiliteit benadrukt. Sommige gebruikers kiezen voor een (commerciële of coöperatieve) deelauto omdat zij een eigen wagen te duur vinden of niet duurzaam genoeg. Anderen prijzen de vaste parkeerplekken voor deelauto’s in drukke steden en het feit dat ‘gedoe’ zoals technisch onderhoud en APK hun uit handen wordt genomen door het deelautobedrijf of de leasemaatschappij. Van Huis: „De wens om elektrisch te gaan rijden is een mooie aanleiding om over te stappen op een deelauto.”

Het aantal deelauto’s in Nederland groeit, meldt CROW-KpVV. Dit onderzoeksinstituut voor verkeer ziet sinds 2020 een jaarlijkse toename van circa een kwart. In 2023 telde het instituut bijna achtduizend publiek toegankelijke en 24/7 beschikbare deelauto’s (van alle soorten, zie inzet). Amsterdam heeft de meeste (rond 2.800), gevolgd door Utrecht (1.000), Rotterdam en Den Haag (beide 600).

Autodelen is niet alleen iets voor de grote stad, aldus de experts van CROW. Zo kent de gemeente Eemsdelta in Noord-Groningen sinds 2020 het project Deelslee, een niet-commercieel initiatief dat wordt gerund door vrijwilligers. Zeventien dorpen, vier energie- en drie zorgcoöperaties doen mee.

Hoge aanloopkosten

Hoewel lang niet iedere automobilist zijn of haar eigen wagen inruilt voor een deelauto – het gevoel van ‘vrijheid en flexibiliteit’ is volgens een enquête van Green-wheels de belangrijkste reden voor een eigen auto – stijgt het aandeel Nederlanders dat weleens een deelauto gebruikt. Dat ging van 16 procent van alle volwassen Nederlanders in 2022 naar 18 procent in 2023. Dit blijkt uit het nieuwe Landelijk Reizigersonderzoek (mei 2024), waarin het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat meerjarige trends in mobiliteit beschrijft.

Commercieel autodelen groeit, maar het gebruik van een deelauto in bezit van een vaste groep gebruikers (shared ownership) blijft enigszins marginaal, rond de 1 procent.

Een reden kan zijn dat een deelautocoöperatie opzetten best ingewikkeld is en relatief hoge aanloopkosten kent. „Als we alles zelf hadden moeten uitvinden, was het nooit gelukt”, zegt Arne van Huis. „Ik ben dankbaar voor de ondersteuning.”

Opzetten van een coöperatie, de contracten met de leasemaatschappij die de auto’s verzorgt, de verzekering, factureren – het is zeker niet gemakkelijk, beaamt Dresscher. „Runnen van een autodeelgroep vergt best wat van bewoners. Tegelijkertijd is het initiatief heel waardevol.”

Dresscher ziet een ‘maatschappelijke tegenbeweging’ ontstaan. „We moeten niet alles laten oplossen door de overheid of door de markt. We moeten leren zelfredzaam te zijn. Als het niet lukt, vraag je elkaar om hulp.”


Lees ook
Amsterdam zet vol in op deelauto’s, deelscooters, deelbakfietsen

Een van de 770  deelscooters  die in Amsterdam rondrijden. Het moeten er volgens de Nota Deelvervoer  1200 worden.

Meer regie over mobiliteit

Dat vindt ook de gemeente Amsterdam, vertelt wethouder Melanie van der Horst (Verkeer en vervoer, D66). Ook zij is aangeschoven in de woonkamer van Arne van Huis.

De gemeente wil Amsterdammers „een aanvullende keuze” geven voor mobiliteit, vertelt Van der Horst. Naast de eigen auto en het huidige aanbod aan commercieel deelvervoer vindt zij dat inwoners ook de mogelijkheid moeten hebben voor zichzelf deelvervoer te organiseren.

„Door coöperatief deelmobiliteit te organiseren en te faciliteren, geven wij Amsterdammers meer regie”, aldus de wethouder. Zo kan autodelen ook binnen bereik komen van mensen in Amsterdam-Noord, Nieuw-West en Zuidoost. Zulke minder welvarende buurten zijn niet de eerste keuze voor commerciële aanbieders van deelauto’s. Van der Horst is ook verantwoordelijk voor Aanpak Noord, het stimuleringsprogramma om Amsterdam-Noord te ontwikkelen.

De gemeente Amsterdam heeft in mei een experiment aangekondigd met deelcoöperaties. Met 506.000 euro Europese subsidie kan Van der Horst onder meer vier jaar 150 parkeervergunningen beschikbaar stellen voor coöperatieve deelauto’s. Slaat het idee aan, dan liggen nog 150 parkeervergunningen klaar voor deelcoöperaties. Het EU-project – Greening European mobility through cascading innovation initiatives – subsidieert ook projecten in Helsinki, Kopenhagen, Parijs, Ljubljana, München, Porto en Turijn.

Delen van auto’s – en fietsen, scooters en bakfietsen – is een manier om de steeds vollere stad in beweging te houden, vertelt Van der Horst. Eén deelauto vervangt meerdere privé-auto’s.

Delen is ook goed voor de luchtkwaliteit, de duurzaamheid en het efficiënt en eerlijk gebruik van de publieke ruimte. „Door de groei van de stad wordt die ruimte steeds krapper. De komende jaren komen er zo’n 250.000 inwoners en 200.000 banen bij. Dat betekent meer autokilometers, meer openbaar vervoer en meer fietsen. Als we niets doen, past het gewoon niet meer.”

Rode Volkswagens

Zowel Arne van Huis als Walter Dresscher was eerst klant bij commerciële deelautodiensten. Die voldeden voor hen niet helemaal. Ze vonden de diensten „vrij prijzig”. Andere argumenten om over te stappen naar een coöperatie zijn dat mensen zich ongemakkelijk voelden bij het delen van hun persoonlijke vervoersdata, en meer grip wilden op welke auto’s je kunt delen. Greenwheels – sinds 2015 onderdeel van Pon Holdings en Volkswagen Financial Services – biedt vrijwel alleen rode VW’s (Up!, Golf Variant).

Van Huis: „Mijn partner en ik gebruiken de auto ook vaak voor ons werk. Ik wil ook graag kunnen kiezen voor een representatiever model.”

Van Huis is een veelgebruiker van zijn ‘eigen’ deelauto’s. Hij betaalt circa 600 euro per maand. Gemiddeld kost een rit 25 euro, vertelt hij. De wijze waarop de kosten van het wagenpark worden gedeeld, spreken de leden van de coöperatie samen af.

In Den Haag, zegt Walter Dresscher, heeft een coöperatie in coronatijd afgesproken dat een gezin met een lager inkomen minder hoefde te betalen voor gebruik van de deelauto.

Wie niet alleen gebruiker maar ook deeleigenaar is, zoals bij een coöperatie, heeft niet alleen de lusten maar ook de (financiële) lasten, merkte Van Huis in het eerste jaar van zijn coöperatie. „Bij de eerste jaarvergadering moesten we de leden vragen om een extra individuele bijdrage omdat de collectieve kosten waren gestegen door onder meer de hogere energieprijzen.”

Toch is hij blij dat hij dit initiatief heeft genomen, vertelt Van Huis. „Toen wij voor de keuze stonden onze oude Toyota Corolla te vervangen, vroegen we ons af hoe we een stapje kunnen zetten naar meer duurzaamheid. Ik denk dat wij met onze coöperatie een kleine bijdrage leveren aan een mooie, betere wereld.”