De Apeldoornse ‘dodenweg’ is een weg van vele ongelukken én van vele overleggen. „Wat maakt dat dit allemaal zo lang duurt?”

Stilte op de doorgaande weg – hè, stilte? – en toen de sirenes. Zes ambulances, twee traumahelikopters, meerdere brandweer- en politiewagens. Kamal Bergman stond al in de voortuin, de buurvrouw ernaast, toen een buurman van verderop appte: „Hier om de hoek, in de bocht”.

„Alweer”, zei Bergman.

De buurvrouw knikte. „Alweer.”

Drie auto’s, op elkaar gebotst op de weg langs het Apeldoorns Kanaal ter hoogte van Laag-Soeren, in de namiddag van zaterdag 8 juni. Acht slachtoffers, onder wie vier minderjarigen. Een zesjarig kind overleed.

Na de stilte het rumoer. Op de maandelijkse inspraakmiddag van Provinciale Staten in de hal van het Provinciehuis in Arnhem uitten omwonenden en lokale belangengroepen op woensdag 26 juni hun ongenoegen over de veiligheidssituatie op Kanaal Zuid, een 80-kilometerweg parallel aan het Apeldoorns kanaal die over achttien kilometer van Apeldoorn zuidwaarts via Loenen en Eerbeek tot aan Dieren loopt. Met flauwe bochten, veel kruisingen, dikke bomen langs de weg en een ongenadig kanaal.

Bijnaam van de route is „niet voor niets de dodenweg”, memoreerde de voorzitter van Wijkplatform Dieren Noordoost tijdens die middag. Alleen al de afgelopen zes jaar vonden er „honderd ernstige ongelukken” plaats, met zeven doden. „De tijd van praten is voorbij.” Máátregelen moeten er komen, zei ook een lid van Kanaal Zuid Natuurlijk Veilig. Hup, breng de maximumsnelheid omlaag, naar 60 kilometer per uur. „Wat maakt dat dit allemaal zo lang duurt?! Waar een wil is… is een weg!”

Nog tijdens dat inspraakmoment, ging het 25 kilometer verderop langs de kanaalroute opnieuw mis. Twee auto’s volledig in de kreukels, eentje bijna het water in. Dit keer ter hoogte van Loenen. De inzittenden bleven ongedeerd.

Drie dagen later: bestelbus tegen boom, bij Loenen. Bestuurder lichtgewond. Vijf dagen later: frontale botsing van twee auto’s, bij Laag-Soeren. Bestuurders ongedeerd. Zes dagen daarna: aanrijding met letsel ter hoogte van Eerbeek. Twee gewonden. Zes dagen erop, 16 juli: kopstaartbotsing bij Lieren. Lichtgewonden. Allemaal op die achttien kilometer asfalt.

De gevaarlijke weg loopt achttien kilometer van Apeldoorn zuidwaarts via Loenen en Eerbeek tot aan Dieren.

Drie overheden

Waar een wil is, is een weg?

Wat de omwonenden betreft zeker. Samen met zijn partner verhuisde Kamal Bergman drie jaar geleden vanuit de Randstad naar een huis langs het kanaal bij Laag-Soeren, midden op de Veluwe. Het verongelukte kind is de derde dode vlakbij die hij heeft meegemaakt en net als zijn buren kan hij niet wáchten op maatregelen. Met een rotgang rijdt het verkeer nu langs zijn huis, spiegels slaan regelmatig kapot tegen de dikke inlandse eiken die dicht op de weg staan. Het ontbreekt aan zijn kant van het kanaal aan een fietspad en zijn partner is dikwijls „uitgescholden en uitgetoeterd” als-ie met de fiets de oprit verlaat.

Op Kanaal Zuid blijkt een aanpassing niet zomaar geregeld. De route is in beheer van drie overheden – Brummen, Apeldoorn en de provincie Gelderland – en ieder is verantwoordelijk voor z’n eigen stukje. Toen de gemeente Apeldoorn in 2021 na drie dodelijke ongelukken in korte tijd als proef de snelheid op haar deel had verlaagd van 80 naar 60 kilometer per uur, werd de verlaging voortijdig teruggedraaid. De proef was volgens de bezwaarschriftencommissie „onvoldoende zorgvuldig” voorbereid.

Werden alle bordjes met ‘60’ langs de weg weer vervangen door ‘80’.

Er spelen meerdere belangen in de regio. Over de weg rijden de vrachtwagens van de Eerbeekse papierindustrie, het openbaar vervoer, de hulpdiensten. En de weg loopt door twee natuurgebieden. Door aanpassing van de snelheid neemt volgens de rekenmodellen het verkeer elders toe, en daarmee de stikstofneerslag. Bovendien zou door snelheidsverlaging op Kanaal Zuid het sluipverkeer in de dorpskern van Loenen met 10 procent toenemen. Onveilig voor overstekende voetgangers en fietsers.

Omwonenden bonden autogordels om bomen die bekend waren van ongelukken.
Foto Bram Petraeus

De overheden besloten de belangen „integraal” af te wegen. „Duidelijkheid in 2022”, zei een gemeentewoordvoerder, maar dat bleek onhaalbaar. De overheden stelden ‘Koersnota deel 1’ op waarin „alle verkeers- en leefbaarheidsvraagstukken” werden meegewogen. Eind 2022 volgde een ‘Reactienota’ waarin de reacties van belanghebbenden werden meegewogen – 32 in totaal – en daarop verscheen een ‘Voortgangsnotitie’. Verwachting begin 2023: in het najaar een besluit. Onder meer door een wisseling van de projectleider bij de provincie werd ook dat niet gehaald.

Nieuw doel: komend najaar het maatregelenpakket in Koersnota deel 2 en daarna de stikstofberekeningen. En dáárna het besluit.

Inderdaad, geduld. Maar de wil is er, en de weg ook, verzekeren ambtenaren die betrokken zijn bij het project. Alleen is het naar die weg in Nederland anno 2024, met zijn complexe wetgeving en vele belangen op de vierkante kilometer, wel even zoeken.

Dagelijks bezig met het project

De ambtenaren, een viertal, lichten de puzzel toe op de tweede verdieping van het Provinciehuis in Arnhem, waar ze zojuist een tweewekelijks overleg over de Koersnota hebben afgerond. Jeannette Kuipers, verkeersdeskundige bij de gemeente Apeldoorn. Verkeersdeskundige Tonny Slieker en projectleider Albert Joosse, beiden van provincie Gelderland. En Hans Noordman, projectleider bij de gemeente Brummen.

Ze kunnen zich het ongeduld van de burger goed voorstellen. Ook zij krijgen de ongevallen mee. Via het nieuws, apps en mailtjes van verontruste burgers. Jeannette Kuipers waakt al 24 jaar over dit dossier en kent zowat alle omwonenden persoonlijk. Als er zware ongevallen zijn, zoals toen op 8 juni een kind overleed, informeren de ambtenaren hun bestuurder.

Maar voor hén voelt het niet als wachten, zegt Albert Joosse. „Wij zijn dagelijks met dit project bezig. Ik schat dat ik de helft van mijn werkweek eraan besteed.”

„Breng nou acuut die snelheid omlaag”, horen ze telkens na een zwaar ongeluk. Van burgers en ook van Veilig Verkeer Nederland, die de weg „onveilig” noemt . Maar de overheden zijn veroordeeld tot elkaar. Dat bleek wel toen de gemeente Apeldoorn het probeerde met de snelheidsverlagingsproef in 2021. Ze werd gelijk teruggeflotend door andere belanghebbenden die bezwaar indienden.

Ligt het aan de weg of aan de weggebrúíker?

Tonny Slieker
verkeersdeskundige

Uit die proef werd wél duidelijk dat een snelheidsverlaging alléén niet voldoende is. „Mensen bleven boven de 70 rijden”, zegt Jeannette Kuipers. „Dus je zult ook de weginrichting moeten aanpassen.”

En is de acute noodzaak eigenlijk wel aangetoond? „Bij lang niet alle ongelukken is de toedracht duidelijk”, zegt Tonny Slieker. „Ligt het aan de weg of aan de weggebrúíker?”

De Kanaalroute is weinig „vergevingsgezind”, beaamt hij. Door het water en de vele bomen dicht op de weg. „Als weginrichter houd je er rekening mee dat een gebruiker wel eens buiten de rijbaan kan raken en dan wil je niet dat het noodlottig afloopt.” Maar of de weg daadwerkelijk onveiliger is dan andere provinciale wegen, is vanwege zijn „uitzonderlijke” kenmerken lastig meetbaar.

Stikstofwetgeving

Kap wat bomen, zou je zeggen. Dat staat ook in het adviesrapport dat in opdracht van de gemeenten Apeldoorn en Brummen in 2022 is uitbracht. Zonder bomen kan de weg verbreed en past er een fietspad bij. Maar bomenkap ligt in Nederland gevoelig, weet Hans Noordman. „Zeker als het zoals hier om grote, oude eiken gaat die gezichtsbepalend zijn.” Omwonenden willen ze liever behouden en toen de gemeente Brummen enkele jaren geleden een aanzet tot bomenkap deed, kwamen lokale natuurliefhebbers in verzet. Hup, weer een rapport, over vleermuizen. „Er leven in de bomen beschermde soorten.”

Met de recente stikstofwetgeving is de puzzel nóg complexer geworden, zegt Slieker. Want elke maatregel die je op Kanaal Zuid neemt levert een verschuiving van verkeer op en daarvoor moeten nieuwe depositieberekeningen worden gemaakt. „Ik ken een project waar de verbreding van een fietspad niet kan omdat het leidt tot extra stikstof.” En sleutel je aan de ene weg, dan heeft dat gevolgen voor de andere, zegt Noordman. „Het is één groot waterbed.” Voor Kanaal Zuid moeten er bovendien stikstofberekeningen komen voor twee natuurgebieden én voor de aanleg- en de gebruikersfase. „Dus twee keer twee berekeningen.”

Gaat stikstof dan boven veiligheid, horen ze de burger regelmatig roepen. „Tja, ook wij staan niet boven de wet”, zegt Joosse. „Je moet als overheid voldoen aan de stikstofrichtlijnen. Anders word je teruggefloten door de rechter en duurt het allemaal nóg langer.”


Lees ook

Het artikel uit 2021: Langs ‘de dodenweg’ wachten omwonenden op de volgende klap

Omwonenden hadden genoeg van de ongelukken. Ze kochten 100 meter autoband en bonden het om elke boom bekend van een ongeluk, als rouwband. Na dertig bomen was het materiaal op.

Nee, de enige manier om de puzzel op te lossen, zegt Jeannette Kuipers, is met elkaar „een evenwicht” zoeken en „accepteren dat dit een aantal jaren duurt”. Dat betekent rekening houden met de leefbaarheid en het feit dat elke belanghebbende, van omwonende tot industrie, het begrip leefbaar anders invult. Want gaat veiligheid boven bereikbaarheid, werkgelegenheid boven natuur? Als de ambtenaren over het dossier Kanaalroute een mailing sturen zetten ze inmiddels zo’n 25 tot 30 belangengroepen in de cc. „Van dorpsraden tot de Fietsersbond.” Ze worden allemaal geconsulteerd en uitgenodigd om te reageren op de rapporten en zo nodig maken ze bezwaar.

„Alles in overleg, dat is Nederland”, zeggen de ambtenaren. „En gelukkig maar.” Al merken ze ook dat de stemmen van belangengroepen na elk ongeluk steeds luider klinken. Met als gevolg dat ze soms meer tijd kwijt zijn aan het beantwoorden van kritische vragen van verontruste burgers aan wethouders en Statenleden dan aan het oplossen van de verkeerspuzzel zelf. „Nu ja, dat hoort erbij.”

‘NOMR’, noemt bewoner Kamal Bergman inmiddels de hele situatie. „Not on my road.” Hij hoopt maar dat de overheden in staat zijn een beslissing te nemen. „Als je in Nederland een snelheidsverlaging al niet voor elkaar krijgt, wat dan nog wel?”