„De bombardementen op de Oekraïense bevolking en de strijd aan het front, al anderhalf jaar lang, waarbij dagelijks tientallen, honderden doden vallen – dat is puur staatsterrorisme van Moskou”, zegt Robert Spronk.
„Het spijt me dat ik het moet zeggen, het leed in Israël en Gaza is afschuwelijk, maar we moeten de proporties in het oog houden: de oorlog in Oekraïne is voor de orde in Europa van groter belang dan het conflict in Gaza.”
Dat militaire gevecht, „op ruim twee uur vliegen van Amsterdam”, gaat om de toekomst van Europa. „Het is óók voor ons, voor onze vrijheid, een existentiële oorlog. Rusland wil Oekraïne vernietigen en de rest van Europa uitdagen. Rusland is voorbereid op oorlog met het Westen. Het conflict in het Midden-Oosten, hoe ernstig ook, is voor ons van minder direct gevaar.”
Als hij leest dat de top van Hamas op bezoek in Moskou was, werkt zijn inlichtingenbrein op volle toeren. „Het Kremlin zal elke kans aangrijpen om tegenstellingen in het Westen aan te wakkeren. Ze steunen Hamas waar ze kunnen om het conflict brandende te houden”, zegt hij.
„Geloof me, de Russen zijn meedogenloze cynici. Zo moet je ze zien. En niet anders.”
Robert Spronk (68) was directeur Operatiën toen hij twee jaar geleden zijn 41-jarige loopbaan bij de inlichtingendienst AIVD beëindigde. In die functie gaf hij onder meer leiding aan de geheime operaties van de dienst, de Joint Sigint Cyber Unit van AIVD en MIVD, en onderhield hij relaties met buitenlandse diensten. „De mooiste functie die ik ooit had.”
Voordien was hij onder meer directeur Buitenlandse Inlichtingen, directeur Strategie van de dienst en zette hij in Brussel met Europese collega’s de EU Intelligence and Situation Centre op.
Hoewel hij onder topambtenaren, vooral op Buitenlandse Zaken, bekendstaat om zijn stellige uitspraken, gaat een vraaggesprek hem niet eenvoudig af. „Ik ben van achter de pilaar.” Hij heeft lang geaarzeld. „Maar ik wil dat de ernst van de Russische dreiging duidelijk wordt.”
Vanaf zijn eerste werkdag, in 1980 bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst, leerde hij leven met geheimhouding en isolement. Hij kreeg zijn salaris contant uitbetaald omdat uit bankafschriften kon blijken wie zijn werkgever was. Als oud-klasgenoten vroegen wat hij deed, moest hij ‘Binnenlandse Zaken’ zeggen. „Dan vroegen ze nooit door.”
Politieke beïnvloeding
Een groot deel van zijn loopbaan draaide om Rusland en het toenmalige Oostblok. Dat leerde hem hoe gevoelig de publieke opinie en de politiek kunnen zijn voor, zoals ze dat in de dienst noemen, Russische HPB: heimelijke politieke beïnvloeding. „En het speelt nog steeds.”
Als beginneling, het was nog Koude Oorlog, moest hij uit bronnen van de dienst destilleren wat de Sovjet-Unie en andere Oostbloklanden in Nederland uithaalden. „Je hoorde in afgeluisterde telefoongesprekken hoe eenvoudig en naïef mensen kunnen vallen voor de charmes van buitenlandse inlichtingenofficieren.”
Nederland maakte naam met ‘Hollanditis’: de Sovjet-Unie richtte atoomwapens op West-Europa, de NAVO wilde daar kernwapens tegenover plaatsen, in Den Haag en Amsterdam gingen begin jaren tachtig miljoenen de straat op uit protest daartegen. Een BVD-analyse uit 1982 linkte de oorsprong van het protest aan Russische HPB. „Dat stuk stond als een huis.”
Later rekruteerde hij informanten en agenten in verenigingen en andere groepen die ‘een brug tussen Oost en West wilden slaan’. „Ze zagen niet in dat ze aan de leiband van Moskou liepen.” PvdA-voorzitter Ien van den Heuvel noemde de Muur „historisch juist” en meende dat een linkse dictatuur beter was dan een rechtse. „Zo diep was het Sovjet-narratief geworteld.”
Vanaf eind jaren negentig twijfelde hij over het einde van de Koude Oorlog. Premier Ruud Lubbers ontmantelde in 1994 de Nederlandse Stay Behind-organisatie die na de oorlog in het geheim was opgezet om het verzet te organiseren bij een Russische bezetting.
Bij die afbouw was Spronk betrokken. Het bracht hem in contact met Max van der Stoel, de laatste coördinator van de geheime organisatie: „Hij kon de kluis van de organisatie niet meer openkrijgen.” De gesprekken met hem, in het flatje waarin de minister op hoge leeftijd alleen woonde, raakten de oud-AIVD’er: „Nederland gaat slecht om met zijn oud-politici.”
Nu denkt hij dat de Stay Behind-organisatie nog steeds waarde had kunnen hebben. „We zijn een klein land, een grootmacht kan ons in tijden van oplopende spanning militair altijd overlopen. Dan moet je iets achter de hand hebben om ondergronds de instituties te beschermen en de democratie levend te houden. Dus de vraag is: hoe hebben we die hele infrastructuur zo achteloos weg kunnen doen?
Vanaf de eeuwwisseling, met Poetin aan de macht in Moskou, leerde Spronk dat de periode van ontspanning een aflopende zaak was. „Wij zagen dat Poetin de operaties van zijn diensten opvoerde naar de intensiteit van de jaren zeventig en tachtig.”
Er ontstonden twee werkelijkheden. In het openbaar ging Nederland, net als het hele Westen, diepgaande politieke en economische banden met Moskou aan; Rusland had zelfs een vertegenwoordiging op het NAVO-hoofdkwartier. In het geheim maakten de diensten, vooral online, kennis met „meedogenloze Russische agressiviteit”, zegt Spronk. „Achteraf moet je zeggen: de Koude Oorlog is nooit verdwenen.”
Lees ook
de deuren openzetten
Vriendschapsjaar
Hij ondervond het persoonlijk. Spronk zag hoe Buitenlandse Zaken een Vriendschapsjaar met Rusland voorbereidde, te houden in 2013, terwijl hij in die periode werd geconfronteerd met „het grootste Russische inlichtingensucces in Nederland in decennia”: consulair ambtenaar Raymond P. van Buitenlandse Zaken speelde jaren informatie door aan de Russen. „Dat Vriendschapsjaar leek me altijd al naïef, maar nu wist ik het zeker.”
Uit rechtbankstukken bleek later dat P. het type informatie aan de Russen moest leveren dat benodigd was voor een fysieke inbraak in het ministerie. „Ze wisten op een manier in de overheid te penetreren die we daarvoor nooit hebben gezien. Het ging zóver – de volledige schade zullen we nooit weten.”
Zo leerde het strafdossier ook dat de Russen bijzondere belangstelling hadden voor de introductie van het biometrische paspoort in de EU, een onderwerp waarmee P. belast was. Spronks grootste angst is dat Moskou zodoende informatie te pakken kreeg waardoor nog steeds Russische spionnen zonder diplomatieke dekmantel, zogenoemde illegals, met Nederlandse identiteitspapieren de wereld rondreizen. „Dat zou héél erg zijn.”
In 2012 nam de fysieke dreiging voor AIVD-medewerkers in Moskou zozeer toe dat de dienst besloot zijn vertegenwoordiging in Rusland op te heffen. Het gaf te denken. In de tien jaar daarvoor was Nederland ver gegaan om een vooraanstaande economische partner van Poetin in olie en gas te worden. Maar bij bevriende diensten groeiden toen al de aanwijzingen dat Rusland zich via dat soort zakendeals moedwillig nestelde in vitale infrastructuur van partnerlanden; de AIVD zou vanaf het jaarverslag 2017 openlijk op het gevaar wijzen.
Zo stapte Gasunie, beheerder van het gasleidingennet, in 2007 in de gaspijpleiding Nord Stream, een directe verbinding van Rusland naar Noord-Duitsland. In het jaarverslag van 2006 schreef Gasunie dat „toegang tot de infrastructuur” deel was van de afspraken met Gazprom over Nord Stream.
Spronk: „Die hebben zich gewoon uitgeleverd aan de Russen. Die hebben het lánd uitgeleverd aan de Russen!”
Al speelde ook de politiek een rol. „Premier Balkenende wilde van ons land de gasrotonde van Europa maken. Politici, ambtenaren en ondernemers steunden hem. Niemand zag de perverse machtspolitiek van Rusland, dat economische samenwerking gebruikte om West-Europa kwetsbaar voor politieke druk te maken.”
Lees ook
hoe het Westen reageerde op de Russische inval op De Krim
Bankgarantie Nord Stream
Er zijn kenners die denken dat de omvang van de Russische infiltratie in het Westen veel groter is dan tot nu toe bekend. Neem deze voorbeelden: De Duitse bondskanselier Gerhard Schröder gaf in zijn nadagen een bankgarantie aan de gaspijpleiding Nord Stream en trad na zijn aantreden in dienst van Gazprom. De Nederlander Marcel Kramer regelde als directeur van Gasunie de Nederlandse deelname aan Nord Stream en stapte in 2010 over naar Gazprom. De Luxemburgse ambassadeur in Moskou Jean-Claude Knebeler, in 2016 benoemd nadat de veiligheidsdienst geen security clearance voor hem wilde afgeven, ging na zijn ambtstermijn werken voor de Gazprombank.
„Het zou me helemaal niets verbazen”, zegt Spronk, dat Rusland ook langs die weg zoveel mogelijk zicht wilde krijgen in politieke, economische en infrastructurele kwetsbaarheden. Hij legt uit dat Russen zelden open over hun bedoelingen zijn. Neem de cyberoperaties van hun diensten. „Ze verbergen zich altijd. Je ziet een Russisch bedrijf in een ander land geheime opdrachten uitvoeren. Maar je weet: dit is werk van een van hun inlichtingendiensten.”
En uiteindelijk willen ze altijd hetzelfde. „Ze proberen – online, fysiek of allebei – in veiligheidsstructuren te penetreren. Het past in het grote beeld. Ze proberen het in centra van besluitvorming. Ze proberen het in onze vitale infrastructuur. Ze proberen het in de besturingssystemen van die vitale infrastructuur.”
En van belang is, zegt Spronk, welk doel erachter zit. „Dit doe je om voorbereid te zijn op een confrontatie. Dit doe je als je aan oorlog denkt. Dit zijn – zo zie ik het – vormen van oorlogsvoorbereiding door Rusland.”
Kan het zijn dat de Russische krijgsmacht te zeer verzwakt is door de aanval op Oekraïne? Om te beginnen, zegt Spronk, heeft de oorlogsvoorbereiding waarop hij wijst defensieve waarde voor Rusland: „Ze hebben onze kwetsbaarheden jaren in beeld kunnen brengen.”
En het zou niet voor het eerst zijn dat het Westen de militaire kracht van Rusland onderschat. „Poetin is een oorlogseconomie aan het bouwen. Hij moet wel. Maar het betekent ook dat de dreiging reëel blijft.”
‘Slappelingen’
Zelfs na de invasie van de Krim en Oost-Oekraïne in 2014 bleef Nederland officieel optimistisch over Poetin: het land stuurde met de EU en de NAVO aan op ‘deëscalatie en dialoog’. Spronk was toen directeur Inlichtingen Buitenland van de dienst en toonde zich sceptisch. „Op BZ en in de diensten vonden ze mij een hardliner, maar de inlichtingen spraken voor zich.”
Destijds bevonden de Nederlandse Defensie-uitgaven zich op een historisch dieptepunt, en in zomer 2014 weigerde Nederland met andere NAVO-landen verzoeken vanuit de VS en de Baltische staten om Oekraïne militair te steunen tegen agressor Rusland. „Voor Poetin was het signaal: al die NAVO-leiders zijn slappelingen. Ze praten wel maar het betekent niets.”
Juist om die reden vindt Spronk dat het Westen zich nu veel assertiever tegen Poetin moet opstellen om de Russische dreiging in te perken. Bijvoorbeeld door het regime te isoleren.
„Geef ze zomin mogelijk gelegenheid zich nog te mengen in onze samenleving. Dam het reizigersverkeer in. Breng hun diplomatieke vertegenwoordiging terug tot het absolute minimum. Breng Defensie op niveau. Zet de energietransitie op volle kracht door zodat we nooit meer afhankelijk zijn van hun fossiele brandstoffen. Minimaliseer het economisch verkeer: al onze bedrijven weg uit dat land. Dat regime is puur kwaadaardig. Maak ze het werken onmogelijk.”
Rusland, het Noord-Korea van Europa? „Ja. Een pariastaat.” Diplomaten die vinden dat je juist met de vijand in gesprek moet blijven, moeten zich wat hem betreft afvragen wat dit eerder opleverde. „Die telefoontjes met Poetin! Wat een onzin. Wij kennen betekenis toe aan woorden. Voor Poetin hébben woorden geen betekenis. Dus zo’n telefoontje is goed voor je ego. Maar je bereikt niets.”
Ook wil hij dat Nederland met het Westen zijn defensieve houding – Russische (cyber)aanvallen afweren – vervangt voor een offensievere attitude. „Ik zou het niet gek vinden als ook wij hún kritische infrastructuur penetreren en ontregelen. Dat we hun agressie met gelijke munt beantwoorden. Dat ook zij de druk ervaren. Het hele land, de hele bevolking.”
Spronk denkt ook dat het Westen de informatieoorlog naar Rusland moet brengen. „Je kunt natuurlijk het Russische opinieklimaat beïnvloeden – zoals zij dat hier doen. De Russische bevolking ziet alleen staatspropaganda. Maar met cyber kun je bijvoorbeeld de Russische media proberen te manipuleren en over te nemen. Dan daalt het besef van de enorme Russische verliezen ook daar neer.”
Hoe blind kun je zijn?
Intussen wijzen berichten van het slagveld op een militaire impasse. „Het betekent vooral dat we moeten doorgaan met onze steun”, zegt Spronk. „En waar mogelijk uitbreiden. Nederland is betrokken bij die oorlog. We geven ze veel. Maar het is na onze afzijdigheid van 2014 te weinig en te laat. We geven financiële steun. Wapens en munitie. Hoogwaardige technologie. En we leveren inlichtingen over Rusland. Rusland is een doelwit van de AIVD, dat mag duidelijk zijn.”
Toch zijn er ontregelende signalen. Presidentskandidaat Trump wil dat de VS stoppen met militaire steun. Hongarije en nu ook Slowakije steunen Poetin. In Nederland stemden Geert Wilders (PVV) en Thierry Baudet (FVD) tegen voortgaande militaire steun. De laatste noemde Poetin zelfs een held.
„Hoe blind kun je zijn? Het onthult een gebrek aan feitelijk inzicht. Mensen realiseren zich de ware aard van het regime in Moskou niet. Ze zijn blijkbaar niet vatbaar voor de jarenlange dreiging van Rusland. De oorlog in Oekraïne is het meest lugubere voorbeeld van het denken in Poetins wereld. Baudet doet me denken aan de HPB (heimelijke politieke beïnvloeding) uit het begin van mijn loopbaan: mensen die een kwaadaardig en vijandig regime verheerlijken en toch heel tevreden met zichzelf zijn.”
De roep om onderhandelingen neemt toe. Spronk begrijpt het niet. Oekraïne kan zich niet overgeven of genoegen nemen met de bezetting van de Donbas en de Krim. „Dat is niet reëel. Bovendien: de Russen zullen hun doel – Oekraïne terugbrengen in hun invloedsfeer – nooit opgeven.” Hij zegt: „Dit is de grootste oorlog in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. Dit is Rusland tegen het Westen. Als Oekraïne opgeeft dan geven we als Europa de Russen het politieke en militaire initiatief op ons continent. Dan zet Rusland Europa verder onder druk. Dus het Westen mág niet verliezen. Omdat dat uiteindelijk de soevereiniteit van Europa aantast.”
Het krijgt, zegt Robert Spronk, verbijsterend weinig aandacht in de campagne. „Dit gaat óók over de soevereiniteit van Nederland. Misschien moet de boodschap scherper worden. De premier zegt wel: Oekraïne vecht ook onze oorlog uit. Maar ik weet niet of kiezers doorhebben wat hij daarmee eigenlijk zegt: dat ook de toekomst van Nederland op het spel staat.”
Lees ook
Verkennen, hacken en tappen: mogen de AIVD en MIVD al genoeg of moet de wet nodig ruimer?