De ‘gereedschapskist’ van het kabinet bij een volgende pandemie wekt zorgen en emotie in de normaal zo bedeesde Eerste Kamer

Wetsaanpassing De Eerste Kamer is zowel uiterst kritisch op de timing als op de aanpassingen van de ‘coronawet’ van minister Ernst Kuipers.

Minister Kuipers kreeg tijdens het debat in de Eerste Kamer over de aangepaste ‘coronawet’ een stortvloed aan vragen.
Minister Kuipers kreeg tijdens het debat in de Eerste Kamer over de aangepaste ‘coronawet’ een stortvloed aan vragen. Foto Sem van der Wal/ANP

Mondkapjes, verplichte quarantaine en het sluiten van publieke ruimtes kunnen wel. Scholensluiting en een avondklok mogen dan weer niet – of via een achterdeurtje toch wel?

De maatregelen die het kabinet kan instellen bij een toekomstige pandemie – de ‘gereedschapskist’ in politiek jargon – leidden maandag en dinsdag tot veel kritiek, zorgen en emotie in de normaal zo bedeesde Eerste Kamer. Daar verdedigde minister Ernst Kuipers (Zorg, D66) urenlang zijn aanpassing van de Wet publieke gezondheid (Wpg) – in de volksmond beter bekend als pandemiewet of coronawet. De Wpg geeft de overheid het recht bepaalde grondrechten tijdelijk uit te schakelen en plichten op te leggen (zoals het dragen van een mondkapje of een quarantaineplicht) bij een pandemie zoals Covid-19.

De wetsaanpassing moet ervoor zorgen dat Nederland beter voorbereid is op een nieuwe pandemie en komt in plaats van alle tijdelijke wetten om de coronamaatregelen een wettelijke basis te geven. De Eerste Kamer drong vorig jaar aan op een doortimmerde permanente wet.

Die ligt er nu. Maar tot een enthousiaste reactie van de Eerste Kamer leidde dat allerminst. De senatoren stelden vorige week nog zo’n 1.300 schriftelijke vragen –- na twee eerdere vragenrondes –- die nog snel door de ambtenaren van het ministerie van VWS moesten worden beantwoord. Ook tijdens het debat kreeg Kuipers weer een stortvloed aan vragen. Belangrijk kritiekpunt: de evaluatie van de coronapandemie moet nog beginnen, het is onduidelijk hoe effectief de coronamaatregelen zijn geweest, maar toch is er al een nieuwe wet, inclusief een aantal van die maatregelen. „Het was zuiverder geweest eerst de coronamaatregelen te evalueren”, zei PVV-fractievoorzitter Alexander van Hattem. „Het valt te betreuren dat het kabinet niet wil wachten”, zei senator Diederik van Dijk (SGP).

Vergelijkbare kritiek kwam eerder van het Adviescollege toetsing regeldruk en de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Volgens de OVV laat het kabinet een kans liggen om bij een opleving van het virus een „meer geïnformeerde afweging te maken”.

‘Maatregelen in samenhang’

Maar volgens minister Kuipers kan het effect van elke maatregel afzonderlijk niet worden geëvalueerd, omdat er altijd meerdere maatregelen tegelijkertijd actief waren. „De maatregelen kunnen dus alleen in samenhang worden bekeken.”

Het is geen goede wet. Het is een knip- en plakwet

Peter Nicolaï senator PvdD

De meest omstreden coronamaatregelen, zoals de scholensluiting en avondklok, staan niet expliciet in de Wpg. Maar veel partijen, naast PVV en FVD bijvoorbeeld ook SP en GroenLinks, vrezen dat het kabinet die via een zogenoemde ‘noodbevoegdheid’ in de wet alsnog tevoorschijn zal halen, bij een heftige pandemie. Kuipers sloot dat niet uit: „Dat kan in het uiterste geval.” Volgens hem wordt die noodbevoegdheid „niet lichtzinnig” ingezet, alleen als er een „ontwrichtende maatschappelijke situatie” ontstaat. Ook moet er een uitgebreide procedure voor worden doorlopen. „Een black-box waar de minister zelf uit kan kiezen”, concludeerde Rik Janssen (SP).

Zorgen zijn er ook over de vraag of de maatregelen ook weer uit de wet gehaald kunnen worden („Dat is zoiets als snoep van een kind afpakken”, aldus Janssen), of de maatschappelijke impact voldoende wordt meegewogen (meer jongeren kampen sinds de coronaperiode met psychische problemen en serieuze suïcidale gedachten), en in hoeverre de senaat maatregelen straks kan tegenhouden.

Daar waar vooral rechtse partijen vrezen dat de maatregelen straks makkelijk tevoorschijn worden getoverd, zijn coalitiepartijen vooral blij dat maatregelen wettelijk vastliggen. „Eindelijk een voorstel”, zei Greet Prins (CDA). „We hebben deze wet nodig, ondanks alle gebreken erin.”

Onrust in maatschappij

De aangepaste wet leidt tot veel onrust in de samenleving, stelden de senatoren. Stuk voor stuk kregen ze vele mailtjes. Of de mailers na deze twee dagen debat gerustgesteld zijn, is de vraag. „Ik word er huiverig van”, zei Van Dijk van de SGP, die verwees naar onderzoek van het CBS vorige week waaruit bleek dat Nederlanders steeds minder vertrouwen hebben in de politiek. „Het is veel te ingewikkeld. Ik heb als wetgevingsjurist uren moeten studeren en ben nog niet zeker dat ik weet hoe het zit”, zei oud-topambtenaar bij VWS Roel Bekker eerder in een hoorzitting met deskundigen. „Het is geen goede wet. Het is een knip- en plakwet”, concludeerde Peter Nicolaï (Partij voor de Dieren).

Het leidde allemaal tot een moeizame wetsbehandeling, met af en toe onrust op de publieke tribune. De BoerBurgerBeweging – nu niet vertegenwoordigd in de Eerste Kamer maar vanaf eind deze maand wel (met waarschijnlijk 17 van de 75 zetels), deed maandag per brief een oproep de behandeling uit te stellen: „Ingrijpende besluiten worden op de valreep genomen”, schreef partijleider Caroline van der Plas. „Dit berooft onze toekomstige fractie om bij belangrijke besluiten voor Nederland het democratisch mandaat uit te oefenen.” Op 30 mei wordt de nieuwe Eerste Kamer geïnstalleerd.

Lees ook: Onderzoeksraad voor Veiligheid: effect coronamaatregelen onduidelijk

Geen uitstel

De PVV liet maandag alle senatoren vanuit het hele land opdraven voor een hoofdelijke stemming om de behandeling van de wet uit te stellen, maar dat mislukte: de meeste partijen wilden doorgaan.

Volgende week stemt de senaat over de Wpg. Of in de woorden van senator Henk Otten: de wet wordt „er doorheen gejast”. Kuipers zei dat – als er maatregelen noodzakelijk zijn – de communicatie daarover beter moet dan tijdens de coronaperiode. „Dat is niet eenvoudig, het is een uitdaging. We moeten eerlijk communiceren.”