Daniel Sprong is bezig aan zijn beste seizoen ooit, maar bij Seattle Kraken is hij toch geen vaste keus

Daniel Sprong in november tijdens een wedstrijd van Seattle Kraken in Anaheim.


Foto Jae C. Hong / AP

Interview

IJshockey Daniel Sprong (25) is de enige Nederlandse ijshockeyer in de Noord-Amerikaanse profcompetitie NHL. Na jaren van wisselende prestaties heeft hij bij Seattle Kraken meer doelpunten gescoord en assists gegeven dan ooit eerder in een seizoen. „Het is niet normaal waar ik doorheen ben gegaan toen ik jong was.”

Het is één voor zeven op een dinsdagavond in februari als de nummer 91 van Seattle Kraken het ijs opstapt van de UBS Arena in oostelijk New York. Het tenue van hem en zijn teamgenoten is wit, donkerblauw en turquoise, de kleuren van de Puget Sound, de zeearm die Seattle, een stad aan de Amerikaanse westkust, met de Stille Oceaan verbindt. Terwijl de eerste plukjes fans in het stadion de spelers van de thuisspelende New York Islanders toejuichen, beginnen de teams aan de warming-up. Nog eenendertig minuten tot de face-off, de afslag van elke ijshockeywedstrijd.

Boven het donkerblauwe rugnummer 91, en net onder de drie diagonale strepen van het kledingmerk, staat de naam van de enige Nederlander die actief is in de National Hockey League (NHL), de Noord-Amerikaanse ijshockeycompetitie: Sprong, voluit Daniel Sprong. De in Amsterdam geboren aanvaller werkt routineus zijn wedstrijdvoorbereiding af. Hij schiet een paar keer op goal, met een losse polsbeweging verdwijnt de puck in de kruising. Daarna geeft hij een voorzet en stopt hij even langs de boarding om iets te bespreken met zijn coaches en een slokje water te nemen. Een keer springt hij de lucht in en geeft een teamgenoot een chest bump. En dan, als een van de eersten van het team, stapt hij van het ijs de rubberen loper op en verdwijnt hij in de kleedkamer.

Het blijkt een voorbode, want als even later de ijsmachines, in de vorm van een blikje Heineken, het ijs dweilen en de opstellingen voor de wedstrijd worden uitgedeeld, staat Sprong niet op de lijst. Gepasseerd, scratched zoals dat in het ijshockey heet. Want, zo zal zijn coach Dave Hakstol na de wedstrijd zeggen: „We hebben meerdere spelers die goed in vorm zijn, en Daniel was de odd man out vandaag.”

Nooit onmisbaar

De beslissing van zijn coach past in de carrière van de 25-jarige Sprong, die zichzelf nog nooit onmisbaar heeft kunnen maken bij de vier teams waarvoor hij de afgelopen negen seizoenen in de NHL uitkwam. In de afgelopen maand kwam hij slechts in vijf van de tien wedstrijden in actie – de andere wedstrijden zat hij op de tribune.

Als een groot aanvallend talent kwam Sprong als achttienjarige in 2015 terecht bij het topteam Pittsburgh Penguins, dat met superster Sidney Crosby de eerste twee jaar van Sprongs carrière twee keer de Stanley Cup won – zelf speelde Sprong geen enkele keer in de play-offs om de kampioensbeker. Zijn echte doorbraak bleef uit, en Sprong laveerde de jaren erna tussen de NHL en de niveaus eronder, terwijl hij uitkwam voor Anaheim Ducks, Washington Capitals en Seattle Kraken.

Bij het laatste team wist hij vorig seizoen niet te overtuigen en zo zat de Nederlander afgelopen zomer, na acht seizoenen op het hoogste niveau, voor het eerst zonder contract. Uiteindelijk deed Sprong mee aan de try-outs voor Kraken en was zijn spel goed genoeg voor een plekje in de selectie. Hij kreeg een minimumcontract waarmee hij eenvoudig een niveau terug kan worden gezet.

Sprong heeft die kans met beide handen aangegrepen. Hij heeft dit seizoen al meer doelpunten gemaakt (15) en assists gegeven (15) dan hij ooit eerder in een jaar deed. Ook heeft hij zijn recordaantal wedstrijden – 47 – geëvenaard, met nog een derde van het reguliere seizoen voor de boeg. Mede dankzij zijn – onverwachte – aandeel draait Seattle Kraken, een team dat twee jaar geleden is opgericht, goed mee in de Pacific Division en gloort de kans op een plaats in de play-offs.

Vandaar dat Sprong toch wel teleurgesteld was dat hij op de tribune moest plaatsnemen, zegt hij een dag na de met 4-0 verloren wedstrijd tegen de Islanders. Hij zit in de kleedkamer van het Prudential Center in New Jersey, het stadion waar de volgende avond de Devils als tegenstander wachten.

De spelers van Kraken hebben net getraind, de hal vulde zich met het oorverdovende geknal van pucks tegen de boarding. Sprong zelf maakte een schitterende goal, nadat hij knap werd vrijgespeeld door een teamgenoot. Nadat de puck in het net vloog, staken ze samen hun armen triomfantelijk in de lucht.

„Ik begreep het niet echt dat ik gepasseerd werd, omdat ik zo’n goed seizoen draai”, zegt Sprong, gekleed in een modieuze, lange, grijze jas, spijkerbroek en witte gympen. Op zijn hoofd heeft hij een hippe muts. Dan, met onvervalste Amsterdamse tongval: „Maar het is wat het is. Ik moet de bladzijde omdraaien en morgen is er weer een nieuwe wedstrijd.”

Thuis in Montreal

Sprong mag dan wel dagelijks Nederlands spreken met zijn ouders en grootouders, die nog altijd aan de Amsterdamse Lindengracht wonen waar Sprong opgroeide, en de prestaties van zijn favoriete voetbalclub Ajax op de voet volgen, hij heeft zich na achttien jaar ijshockey in Canada en de Verenigde Staten inmiddels de Noord-Amerikaanse mentaliteit van nooit opgeven eigengemaakt.

Op zijn zevende verhuisde het gezin van Sprong naar Montreal. Vader Hannie, zelf een verdienstelijk ijshockeyer die voor het Nederlands team uitkwam, wilde de talentvolle Daniel de kansen geven op een ijshockeycarrière die hij nooit kreeg. „Mijn ouders zeiden dat we het voor een jaar gingen proberen”, zegt Sprong. Het gezin ging er nooit meer weg. Sprong noemt de Canadese stad zijn „thuis”.

Makkelijk op de rink (de ijsbaan) was het niet. Canadese ouders en kinderen gunden hem als buitenlander het succes niet, vertelt Sprong. „Ze waren jaloers. Dan besloten ze de puck niet naar mij te passen, dat soort dingen. Het is niet normaal waar ik doorheen ben gegaan toen ik jong was.”

In die periode, zo tussen zijn zevende en zestiende levensjaar, leerde Sprong om te gaan met tegenslag, zegt hij. „Sindsdien weet ik: het hoort erbij dat het soms wat minder gaat. Je kunt niet elke dag een goede dag hebben, dat is het leven. Wat je niet moet doen, is er lang mee blijven zitten, je moet gewoon doorgaan.”

Door zijn talent, de steun van zijn ouders – hij belt dagelijks met vader Hannie om zijn spel te bespreken – en ook zijn Amsterdamse branie, wist Sprong toch in de NHL te geraken, zegt hij. En daar kwamen al die opgedane ervaringen goed van pas tijdens de eerste jaren van zijn profcarrière. In vier van de negen seizoenen dat hij in de NHL uitkwam, werd hij teruggezet naar een lager niveau. „Dat is een groot verschil”, legt Sprong uit. „In de NHL kom je in elke grote stad in Noord-Amerika, je reist per vliegtuig, je speelt voor 20.000 toeschouwers en je eet in de beste restaurants. Je leidt een luxeleventje. Een niveau lager heb je dat niet meer. Je moet met de bus, er is minder publiek en je wordt een stuk minder betaald.” Sprong verdient bij Kraken 750.000 dollar (700.000 euro), het minimumsalaris in de NHL. Dit bedrag wordt verlaagd naar 325.000 dollar als hij een niveau lager gaat spelen.

Defensieve vaardigheden

Dat hij afgelopen jaar zonder contract kwam te zitten, noemt Sprong terugblikkend „een klap in mijn gezicht”. Gek werd hij ervan, al die mensen die hem goed bedoeld vroegen waar hij ging tekenen. „Eerst wordt het irritant, dan begint het je langzaam op te vreten. Ik werd steeds kwader, steeds gefrustreerder.” Het was een periode waarin hij op de ene dag hoorde dat een team interesse had, en een paar dagen later dat het toch niet doorging. Telkens weer. Sprong: „Dan moet je proberen rustig te blijven, maar dat is niet altijd even makkelijk. Het gaat toch wel door je hoofd van: is dit het einde of krijg ik toch nog een kans?”

Sprong besloot de situatie aan te grijpen om hard aan zijn verdedigende vaardigheden te werken. Achteraf noemt hij het „een wake-upcall”. „Ik maakte afgelopen seizoen genoeg goals, maar teams vonden het defensieve deel van mijn spel niet goed genoeg. Doordat ik geen contract had, had ik meer motivatie om daarmee aan de slag te gaan.”

Nu speelt hij fysieker, bemoeit hij zich meer met het spel en presteert hij defensief beter. Daardoor krijgt hij meer speeltijd, met name tijdens powerplays, als zijn team tijdelijk een speler meer heeft dan de tegenstander. In die overtalsituaties blinkt Sprong uit. „Ik heb altijd een goed schot gehad, snel, hard en zuiver, en tijdens een powerplay ontstaat er meer ruimte om te schieten.”

Dankzij zijn goede spel lonkt er een nieuw contract, al dan niet bij een andere club. Sprong wil het daar eigenlijk niet over hebben. Liever praat hij over de wedstrijden die nog moeten komen, en de play-offs die daarna zouden moeten volgen. Maar na enig aandringen zegt Sprong te hopen op een contract voor twee of drie jaar. „Het liefst zou ik nog zeker zeven jaar op het hoogste niveau spelen, Dit is de leukste sport in de wereld en ik houd ervan, ik ga er mee door zolang als ik kan”, zegt hij.

Stoppen heeft hij dan ook nooit overwogen, ondanks alle tegenslag in zijn carrière. Dat het hem is gelukt om door te stoten naar de hoogste profcompetitie geeft hem een bevredigend gevoel, zegt Sprong. „Ik heb de top gehaald en dus kan ik nu iedereen die me vroeger dwarszat, heerlijk uitlachen. Zo voelt het echt.”