Dag en nacht lezen deze vrijwilligers de namen van gedode Palestijnen voor: ‘Bij elke naam voel ik dat een leven is afgebroken’

Nour Nadid Rafiq Fares, 13 jaar. Lana Mousa Ahmed Ghala, 14 jaar. Ahmed Nafath Hamdan Abu Rok, 15 jaar. Salem Eyad Fathi al-Babour, 15 jaar.”

Terwijl ze de namen van door Israël gedode Palestijnen in Gaza voordraagt, duwt Margriet Naber (62) de houten leeslat op haar blad centimeter voor centimeter naar beneden. Af en toe kijkt de Nijmeegse muziekdocent, paars-roze bloemenjurk en sandalen aan, op naar de passanten. Ze staat voor de Hema op de Grote Markt. Veel mensen passeren stoïcijns, blik op hun telefoon, oortjes in. Anderen steken een duim op, maken een foto, blijven enkele minuten luisteren. Zij zeggen dingen als „bizar om die namen allemaal te horen”, „getallen zijn abstract, dit maakt het voelbaar” of „ongelofelijk dat iedereen wegkijkt”.

In Nijmegen lezen zo’n zeshonderd Nederlanders sinds woensdagochtend onafgebroken de namen voor van de ruim 64.000 inwoners van Gaza die het Israëlische leger tot juni 2025 heeft gedood. De gegevens komen van Airwars, een dataset van de Palestijnse overheid. Ook de namen van zo’n achthonderd burgers die Hamas op 7 oktober bij de aanval op Israël heeft gedood, worden genoemd. Om de hele lijst voor te dragen rekent de organisatie tot zeker eind zondagavond nodig te hebben. De vrijwilligers lezen in groepjes zo’n twee uur lang voor, verdeeld over vier plekken in de stad. Overdag én ’s nachts.

Eind mei vond een soortgelijk initiatief plaats in Middelburg. Voormalig Zembla-journalist Jos van Dongen (62), linnen overhemd, grijze krullen, haalde daar de mosterd vandaan. „Dagelijks zie ik de beelden van de ellende in Gaza”, zegt hij in de Stevenskerk, een van de voorleesplekken. „Dinsdag werden er weer tachtig mensen gedood. Dat zijn journalisten, moeders, kinderen. Ik wil iets doen met mijn onmacht.”

Ik probeer vrij zakelijk voor te lezen, zodat de emotie bij de luisteraar ligt

Pia Holland
vrijwillige voorlezer

Beladen

Een demonstratie met vlaggen en leuzen vindt Van Dongen „te politiek”. „Het is zo’n beladen onderwerp.” Er is enige angst voor agressieve bejegening. Dus worden alleen namen opgenoemd, „de feiten”. „Zo praten burgers van Nijmegen over burgers van Gaza.” Is dat niet ook politiek – en is dat erg? „Misschien. Sorry hoor, dan is dat maar zo. Je ziet de genocide voor je ogen gebeuren. Later kan ik niet zeggen: ‘ich habe es nicht gewusst.”

Dan pingt Van Dongens telefoon. Een medeorganisator zegt een (voor NRC niet te verifiëren) bericht uit Gaza te hebben gekregen. De voorleesactie wordt daarin „incredibly touching” en „deeply humane” genoemd. Van Dongen zet zijn bril af en veegt enkele tranen weg.

De Stevenskerk is een van de voorleesplekken in Nijmegen.Foto Eric Brinkhorst

In een zijbeuk van de Stevenskerk stapt Pia Holland (67), leesbril op het puntje van haar neus, achter de katheder vandaan. „Ik probeer vrij zakelijk voor te lezen, zodat de emotie bij de luisteraar ligt”, zegt de gepensioneerde basisschooldirecteur. „Voorlezen geeft voldoening, er is al zo weinig dat we kunnen doen. Het contrast tussen wat ik en veel anderen vinden en wat de Nederlandse regering van Gaza vindt, is zo groot.”

Voor de trappen van het Nijmeegse stadhuis leest huisarts Pat Nieuwenhuis (65) voor. „De spotlight is voor de mensen in Gaza, niet voor mij”, zegt ze. „Het is allemaal zo ongrijpbaar, maar kunnen voorlezen is geweldig.” Demonstreren is niks voor Nieuwenhuis, maar „dit is puur”.

Huisarts Pat Nieuwenhuis is een van de vrijwilligers die namen voorleest. Foto Eric Brinkhorst

Vreedzaam

Welke rol neemt namen voorlezen in tussen ander Palestina-protest? „Elke beweging heeft een repertoire aan tactieken om actie te voeren”, zegt Ruud Wouters, politiek socioloog aan Tilburg University, aan de telefoon. Bezettingen van universiteitscampussen noemt hij „disruptief”. De Rode Lijn-marsen tonen dan weer „de kracht van een massa”. Namen voorlezen is een „vreedzame manier om aandacht te blijven trekken”.

Die vorm slaat volgens Wouters aan, omdat ze „wegblijft van percentages”. „Oorlog tastbaar maken helpt dan om mensen terug emotioneel betrokken te laten raken.” En ja, alle protest is politiek, „ook een oproep voor vrede”. Het is „risicovol” om actoren niet te benoemen, al illustreert slachtoffers opnoemen volgens de socioloog wel „de consequenties van een bevolkingsgroep uitroeien, de boodschap komt over”.

Naast het voorlezen knopen vrijwilligers rode lapjes stof aan elkaar. Eén voor elke gedode persoon. De lijnen worden opgehangen aan kerken en moskeeën in de stad. Foto Eric Brinkhorst

Intussen leest pianodocent Margriet Naber voor de Hema gestaag verder:

„Ahmed Mohammed Zyad Salah, 13 jaar.

Omar Mohammad Rafat Fadi al-Btah, 14 jaar.

Janah Mohammad Ahmed Abd al-Ghufur, 13 jaar.

Yasr Saadi Mahmoud Abd al-Al, 15 jaar.”

Als ze klaar is, zegt Naber zacht: „Bij elke naam voel ik dat het over kinderen gaat van wie het leven is afgebroken. Ik denk aan de kinderen van die leeftijd die in mijn eigen buurt wonen, die zouden dan allemaal dood zijn.”


Lees ook

Unicef waarschuwt voor watertekort in Gaza: ‘Kinderen zullen sterven van dorst’

Palestijnen wachten op voedsel bij een uitdeelpunt in Gaza-Stad.