D66 wil helpen de plannen van kabinet-Schoof ‘beter’ te maken, zegt partijleider Jetten

Op het vorige D66-congres in april van dit jaar kon je Rob Jetten nog de kwalificatie „extreemrechts” horen gebruiken voor het te vormen kabinet. De PVV noemde hij destijds, in Nieuwegein, een „ondemocratische” partij.

Deze zaterdag, in de Brabanthallen in Den Bosch, niets van die woorden. Jetten zoekt in zijn congresspeech, een jaar na de verkiezingszege van de PVV, naar manieren om plannen van dit kabinet „beter” te maken, in samenwerking met andere oppositiepartijen. Als het kabinet goede plannen maakt, zegt Jetten, zal D66 die steunen.

Maar die plannen heeft Jetten nog niet gezien, zegt hij ook. Hij ziet alleen „chaos” en „polarisatie”. Jetten roept het kabinet op om iets te doen, of anders op te stappen. „Weet u nog, al die grote woorden? Honderdduizenden huizen, goedkope boodschappen, een einde aan de problemen in de zorg, geen eigen risico meer”, aldus Jetten.

Het kabinet beoordelen op verdiensten, is een toon die partijen als CDA, SGP en JA21 eerder al aansloegen. Nu is er ook een progressieve partij waar het kabinet samenwerking mee kan zoeken. Waarom kiest D66 voor deze koers? Jetten, na afloop van zijn toespraak: „Veel mensen hebben op deze clubs gestemd met de gedachte dat het goed zou zijn voor Nederland. Dan is het aan ons om te laten zien dat ze niet op inhoud leveren.”

‘Monsterverbond’

Om te laten zien dat het hem menens is, kondigde Jetten in zijn toespraak een samenwerking aan met JA21 en CDA om de onderwijsbezuinigingen deels terug te draaien. „Een monsterverbond”, noemt de partijleider het. Het kabinet komt acht zetels tekort in de Eerste Kamer en moet dus steun zoeken bij oppositiepartijen.

De drie partijen doen een voorstel om de bezuinigingen op onder andere lerarensalarissen en maatschappelijke diensttijd terug te draaien en de langstudeerboete af te schaffen. In ruil daarvoor krijgt het kabinet steun voor de onderwijsbegroting in de beide Kamers.

Het is een samenwerking in de geest van de samenwerking van de drie christelijke partijen tijdens de behandeling van het Belastingplan. Zij vormden gedrieën een blok en zeiden dat ze het Belastingplan alléén zouden steunen, als het kabinet meer zou doen voor eenverdieners, de afschaffing van de giftenaftrek voor bedrijven terug zou draaien én een motie van onder andere CDA en D66 zou uitvoeren die oproept een alternatieve inkomstenbron te zoeken dan de voorgenomen btw-verhoging.

Jetten roemde de zet van de christelijke oppositie dan ook. Over de grootste progressieve oppositiepartij GroenLinks-PvdA daarentegen, sprak Jetten niet in zijn toespraak.

D66, kun je horen op de Tweede Kamergangen van de partij, is ervan overtuigd dat ze met deze koers kan groeien. Aan de ene kant hoopt de partij GroenLinks-PvdA-stemmers te overreden die, naar de inschatting van D66, misschien zien dat het samenwerkingsverband nu ver van de macht afstaat en weinig voor elkaar krijgt. En aan de andere kant hoopt D66 op teleurgestelde links-liberale VVD’ers, die vinden dat hun partij onder leiding van Dilan Yesilgöz te veel gaat lijken op de PVV.

Deze strategie moet zich nog uitbetalen. Bij de Tweede Kamerverkiezingen verloor D66 vorig jaar vijftien van de 24 zetels. In de laatste peiling van Ipsos I&O stond bij de sociaal-liberalen een klein plusje. Terug op het niveau van de verkiezingen in 2021 zijn ze nog niet.