Het bestuur van D66 heeft de Jonge Democraten (JD) een bijdrage van 200.000 euro gevraagd voor de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen. Toen de aan D66 gelieerde jongerenorganisatie dat bedrag weigerde over te maken, besloot het D66-bestuur 90.000 euro subsidie die bedoeld is voor de jongerenorganisatie, niet uit te keren.
Dat heeft JD-voorzitter Floris van der Valk dinsdag in een bericht aan de leden van de jongerenorganisatie geschreven. Van der Valk schrijft dat D66 vanwege de onverwachte val van het kabinet „zelf niet voldoende campagnereserve [had] om in hun campagneuitgaven te voldoen”. Telefonisch was het bestuur van de jongerenclub niet bereikbaar voor een verdere toelichting. Voorzitter Van der Valk stuurde alleen een schriftelijke verklaring.
Na „veel gesprekken”, waarbij Van der Valk „altijd het belang en de stabiliteit van de JD voorop [heeft] gesteld”, besloot het bestuur van de Jonge Democraten de 200.000 euro niet te verstrekken, schrijft Van der Valk in het bericht aan de leden. Het JD-bestuur kon niet akkoord gaan met de „door het landelijk bestuur gestelde voorwaarden”. Wat die voorwaarden van D66 waren, wordt niet duidelijk.
Gezonde vereniging
De 90.000 euro die D66 inhoudt voor het laatste kwartaal van dit jaar, is ongeveer een derde van het subsidiebudget van de Jonge Democraten voor 2023. Het bestuur van de jongerenorganisatie is bezig om „de financiële effecten zoveel mogelijk te beperken.”
Met zo’n 2.500 leden is de Jonge Democraten een van de grotere politieke jongerenorganisaties. Dankzij dit ledental en de huidige 24 Tweede Kamerleden van moederpartij D66 is JD financieel een gezonde vereniging. De jaarlijkse subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken, die naar rato wordt verdeeld, bedroeg vorig jaar 290.000 euro. Het eigen vermogen bedraagt een half miljoen en wordt deels beheerd door een onafhankelijke stichting. Dat is de reden dat JD niet zo maar twee ton aan de moederpartij kan overmaken. „Onze reserves zijn vastgezet”, schrijft voorzitter Van der Valk, „en kunnen daarom niet snel genoeg worden vrijgemaakt voor de verkiezingen”.
Lees ook
Geen donaties meer aan politieke partijen van meer dan 100.000 euro
Wandeling met Sigrid Kaag
Het is niet geheel onlogisch dat D66 een beroep doet op de financiële middelen van de JD, want de campagnekas is aanzienlijk minder gevuld dan gebruikelijk. Waar de partij voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 beschikte over een budget van ruim 3 miljoen euro, mede dankzij een donatie van 1 miljoen van een IT-miljardair, staat de teller dit jaar op nog geen 3 ton aan giften voor de campagne. Ter vergelijking: de VVD haalde al 1,5 miljoen euro op.
De partijleiding doet er alles aan om extra geld op te halen. Naast de gebruikelijke bedelmailtjes van lijsttrekker Rob Jetten organiseerde de partij de afgelopen weken een online veiling. Daarbij konden leden bieden op uitstapjes met bewindslieden – naar een voetbalwedstrijd met Hans Vijlbrief; een wandeling met Sigrid Kaag en haar twee honden; een thuiscollege van Robbert Dijkgraaf. De veiling bracht zevenduizend euro op.
Het landelijk bestuur van D66 laat weten dat het gebruikelijk is „bij elke verkiezing van alle afdelingen een bijdrage voor de campagne” te vragen. Ook het D66-bestuur schrijft dat JD zijn reserves tussentijds niet kan aanspreken. Daarom „is voor deze weg gekozen”. Op aanvullende vragen wilde het bestuur niet ingaan.
