Vorige week schreef ik over al die peperdure, nutteloze leiderschapscursussen waar je tegenwoordig mee wordt doodgegooid. Authentiek leiderschap, vloeibaar leiderschap, switchend leiderschap, leadership courses waarin je „op zoek gaat naar je why” – ik noemde ze geldverspilling en kletspraat. En dat vind ik nog steeds.
Dank trouwens voor alle bijval op de soosjals, deed me echt goed. Ik kreeg zelfs een compliment van een directeur van zo’n geld-uit-je-zak-kloppend-instituut dat al jaren dit soort ‘programma’s’ voor duizenden euro’s aanbiedt. Hij mailde dat hij het helemaal met me eens is, dat het allemaal lulkoek is, dat leiderschap, en dat we nodig eens iets moeten drinken samen. Duh!
Maar de meeste mensen die reageerden waren benieuwd naar mijn ‘leiderschapscursus in vijf minuten’ die ik onder het haviksoog van hoogleraar leiderschap van de Rijksuniversiteit Groningen Janka Stoker heb ontwikkeld en waarmee ik al jaren door het land trek. En dus dacht ik: waarom zou ik die niet delen? Scheelt iedereen een hoop geld en tijd, en goede leiders gun je iedereen, toch? Komen ze. Het is allemaal niet zo ingewikkeld mensen.
1. Geef het goede voorbeeld als leider.
Jij leidt, zij volgen. Leiderschap is een vak. Stop ermee als je het niet kan.
2. Blijf niet te dicht bij jezelf.
Of wacht, blijf gerust dicht bij jezelf als je een aardig, betrouwbaar en fideel persoon bent. Maar als je best een eikel bent, behoorlijk ijdel en er alleen voor jezelf zit, blijf dan verre van jezelf of beter nog: wordt dan geen leider.
3. Als leider heb je macht. Realiseer je dat.
Dat je mensen gelukkig kunt maken, maar ook in de diepste ellende kan storten. Dat jij bepaalt of ze hun hypotheek deze maand kunnen betalen. Met macht komt verantwoordelijkheid. Gebruik hem goed.
4. Ga zelf in het lelijkste, kleinste, kantoortje zitten.
Of nog beter: op een flexplek midden in de kantoortuin. Corner offices, leren fauteuils, en dikke Tesla’s stralen uit dat je luxe en status nodig hebt om te kunnen functioneren. Dat heb je niet. Door zelf in de kantoortuin te gaan zitten laat je bovendien zien dat je helemaal achter je waardeloze, gehorige, veel te drukke kantoorgebouw staat. Dat scheelt weer een dure verbouwing!
5. Zie meer in mensen dan ze zelf zien.
Moedig hen aan eens wat nieuws te proberen. Als ze neerstorten, ben jij er. „Management is motherhood”, zegt mijn vader altijd. Wat dat zegt over fatherhood? Precies, dat is rondrijden in een open sportwagen! Wat hij bedoelt: ‘mannetjes’ (m/v) hebben we al genoeg op het werk.
6. Leiderschap is niet altijd glitter en glamour.
Een directeur zei laatst beschaamd dat ze vooral bezig is met het goedkeuren van vakantiedagen en declaraties. Zo hoort het. Je bent nergens te goed voor. En uiteindelijk alleen maar een hulpmiddel om mensen beter hun werk te kunnen laten doen.
7. Leer je oordeel uit te stellen.
Ga dus niet hard lachen als iemand een stom voorstel doet of juist applaudisseren bij een goede opmerking. Laat nooit merken waar je lievelingetjes en hoofdpijndossiers zitten. Hou vaker een pokerface.
8. Geef complimenten met mate.
Hoe meer je ermee strooit, hoe minder ze waard worden. Datzelfde geldt voor twijfel, sorry zeggen, bekennen dat je fout zat of dat je iets niet weet. Is zeker te prijzen, maar je kan het maar een paar keer doen. En dan is het klaar. Zeker als je een vrouw bent.
9. Sla jezelf niet op de borst, maar prijs het team.
Je hoeft de credits niet te pakken, die geven anderen je. Zorg wel dat je altijd ergens op de foto staat als er een succes gevierd wordt.
10. Mensen gaan gek doen als je de baas bent, bereid je daar op voor.
Dat ze stilvallen als je binnenkomt, dat ze gaan slijmen, dat ze naar je lachen. Laat je daarom thuis geregeld door je pubers afzeiken, of huur een paar pubers die dat elke dag voor je doen.
11. Zorg dat je tegen kritiek kan.
Maar echt. Organiseer een groepje zeikerds dat jou geregeld komt vertellen wat jij allemaal fout doet. Vroeger kon je uithuilen bij je collega’s, dat kan nu niet meer. Bereid je voor op eenzaamheid. Dat noemen ze lijderschap.
12. Ga niet met een poepbruin hoofd van je skireis een praatje houden als je collega’s te weinig geld of tijd hebben om op vakantie te gaan.
Zorg liever voor goede contracten (!), printers die werken, inflatiecompensatie (!), een ov-kaart die ook in het weekend geldig is, en goede koffie. Vraag vaker: wat hebben jullie nodig?
13. Een goede baas schreeuwt niet.
Vooral omdat het niet helpt. Stilte werkt beter. Een verwachtingsvolle helemaal, eentje die uitnodigt. Hou vaker je mond. Als het stil is, kunnen mensen nadenken.
14. Luister naar je collega’s.
Luis-te-ren. Ook naar de stomme. En doe er dan OOK ECHT iets mee. Let er ook op dat je niet steeds met dezelfde grote monden praat, je weet wel wie. De bescheiden collega’s zullen je verbazen.
15. Het is belangrijk wat je doet.
Leiders zijn cruciaal voor de prestaties van de organisaties waarvan ze de baas zijn. Tuurlijk is het vooral mazzel dat je nu de baas bent. Maar dat hoeft niet iedereen te weten.
16. Ga niet alles controleren en andermans werk lopen verbeteren.
Dat maakt je collega’s lui. Zeg liever duidelijk: ik vind dit nog niet goed genoeg, en geef het dan terug. Vertrouw ze en geef ze vertrouwen.
17. Vergader en mail alleen als het nodig is.
Wees daarin onverbiddelijk. Als je merkt dat mensen zich niet hebben voorbereid, kap je de vergadering af. Verbied cc-mails. Daar worden ze dapper van. Een bomvolle agenda betekent dat je geen prioriteiten kunt stellen.
18. Plan meer pauze.
Rust is niet voor het einde van de week, maar voor elke dag. Maak meer tijd voor je naasten. Geef ook daarin het goede voorbeeld. Ga dus geregeld thuiswerken, en zit niet elke dag tot 21.30 uur op de zaak. Eet gezond en slaap voldoende. Stop met drinken.
19. Ga belachelijk vroeg weg op bedrijfsborrels.
Dat draagt bij aan je mythevorming, maar geeft bovenal je collega’s de gelegenheid om ongestoord over je te kunnen roddelen.
20. Ga met mensen wandelen, in plaats van met ze in een muf hokje te gaan zitten.
Zeker als er stront aan de knikker is, werkt het veel beter als je niet op twee meter afstand naar elkaar gaat zitten loeren.
21. Je doet het nooit goed.
Dat hoort. Zen.
22. Hak knopen door.
Draai er niet omheen. Je collega’s wachten daar op. Dan kunnen ze door. Leiderschap is vieze handen maken. Niet iedereen kan je aardig te vinden.
23. Ga op tijd weer naar je volgende baan.
Denk aan vier, vijf jaar. De allerbeste baas, is de baas van wie iedereen het jammer vindt dat ze weg is. Het hoogste dat je als leider kan bereiken, is dat ze huilen op je afscheid.