Cultuurhistoricus: ‘Het neigt naar eenzijdigheid om Israël er zo als boosdoener uit te lichten’

Het is onrustig op de campussen, in de Verenigde Staten en daarbuiten. Ook in Amsterdam en Nijmegen, de twee steden waar cultuurhistoricus Remco Ensel actief is, wordt volop tegen de Gaza-oorlog geprotesteerd. „Mijn onderzoek naar Israël-gerelateerd protest krijgt een actuele dimensie”, zegt hij tijdens een gesprek op het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Zevenhonderd meter verderop beginnen diezelfde maandag de pro-Palestijnse demonstranten aan de Universiteit van Amsterdam.

Het onderzoek van de antisemitisme-expert richt zich onder meer op de leuzen die de demonstranten door de jaren heen gebruiken. ‘Viva Palestina’ had Ensel nog niet eerder gehoord, bijvoorbeeld. Maar de leus ‘Bi Ruh, Bi Dem, Nefdik Ya Filistin’ (met onze ziel en ons bloed zullen we ons voor je opofferen, Palestina) is al populair sinds de Tweede Intifada, van 2000 tot 2005.

Zionist free’ staat ook op een Amsterdamse muur gekalkt. Volgens critici is dat zelfverklaarde antizionisme van de demonstranten een vorm van antisemitisme. Want het zionisme is de ideologie die Joden een nationaal tehuis belooft. Als je dat recht ontkent, dan heb je dus iets tegen Joden.

Onzin, vinden de demonstranten: we hebben niks tegen Joden, we zijn tegen de ideologie waarmee de staat Israël de Palestijnen onderdrukt.

Wil je het antizionisme begrijpen? „Dan moet je eerst maar eens definiëren wat het zionisme precies inhoudt”, zegt Ensel.

Wat verstaat u onder zionisme en anti-zionisme?

Remco Ensel: „Het zionisme en het antizionisme zijn in de afgelopen decennia steeds van gedaante veranderd. Als historicus moet je elke keer kijken wat mensen precies met die termen bedoelen.

„Door de geschiedenis heen vertegenwoordigde het zionisme verschillende ideeën en gevoelens voor mensen. Voor mensen die vóór de Tweede Wereldoorlog naar Palestina trokken, hingen er positieve idealen aan vast. En Holocaust-overlevenden zagen het als de enige garantie voor hun veiligheid.

„Anderen keerden zich juist tegen het zionisme. Zo beschouwden de marxisten in de nadagen van Stalin het als een voorbeeld van bourgeois nationalisme, de ideologie van de kapitalistische klasse. Een andere groep verzette zich tegen het zionisme omdat ze het niet loyaal vonden van Europese Joden om de nationale ideologie van een ander land aan te hangen – de Joden als vijfde colonne in Europese samenlevingen.

„Weer anderen hekelden het imperialistische karakter van het zionisme. In 1967 schreef de Franse linguïst Maxime Rodinson het artikel Israel, fait colonial?, waarin hij het zionisme als kolonialisme beschreef. In het decennium erna werd zionisme als een vorm van racisme gezien, waarover de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 1975 een resolutie aannam. Zestien jaar later werd die resolutie weer ingetrokken.”

‘Israël is niet de enige complexe erfenis van kolonialisme’

Hebben de demonstranten een punt wanneer ze zeggen dat Israël een koloniaal project is?

„Bij de vader van het moderne zionisme, de Oostenrijks-Hongaarse journalist -Theodor Herzl, had de ideologie inderdaad een koloniale dimensie. Voor Herzl was het zionisme een nationalistisch project dat je vanuit Europa kon opstarten: het vestigen van Joden in een leeg land, waarvan wij natuurlijk weten dat het helemaal niet zo leeg was – er woonden al Arabische Palestijnen. Herzls project sloot niet alleen aan bij de oude droom van ‘terugkeer’ van de Joden naar hun oorspronkelijke gebied, maar ook bij het gegeven dat er al Joden in het gebied woonden.

„Het argument van de antizionisten is dat het zionisme ook nu nog kolonialisme vertegenwoordigt. Oké, denk ik dan, maar tegelijk komt Israël juist voort uit de dekolonisatie van het Britse Rijk. Israël is bovendien niet de enige gecompliceerde erfenis van kolonialisme en dekolonisatie. Ook Libanon is een koloniale constructie, met grote effecten die nog steeds voortduren. Zo eenvoudig ligt het dus niet.”

Sommige demonstranten stellen dat de onderdrukking van Palestijnen is ingebakken in de staatsideologie van Israël, die Joden officieel voortrekt. Zij pleiten voor één staat waarin Joden en Palestijnen gelijke rechten hebben, wat ze kracht bijzetten met de slogan ‘From the river to the sea, Palestine will be free’. Hoe oordeelt u over die leuze?

„Je kunt die zin op verschillende manieren interpreteren. Wil je één staat waar Joden en Palestijnen samen in vrede kunnen leven? Of wil je de Joden de zee in drijven? Wat mij betreft is het, een uiterst problematische leus en ja, antisemitische; het impliceert dat er geen plek meer is voor Joden in hun Joodse staat. Er is veel onrecht in Palestina. Maar het pleiten voor opheffing van een staat die rechtmatig is en gesticht is in een specifieke historische setting van onrecht en geweld, beschouw ik als onrechtvaardig.

„In de Nederlandse protestgeschiedenis is de leus ook relatief nieuw. Voor mij toont de snelle verbreiding ervan een ongekende radicalisering die de standpunten van Hamas normaliseert.”

Begrijpt u de onvrede van de demonstranten met het Israëlische beleid?

„De afschuwelijke aanval van Hamas op 7 oktober mag voor Israël geen vrijbrief zijn om zo veel geweld te gebruiken in Gaza. Wat dat betreft snap ik de protesten heel goed. Maar het is natuurlijk wel opvallend dat het protest zó massaal is.

Het neigt naar eenzijdigheid om Israël er zo als boosdoener uit te lichten in een regio waar nog veel meer ernstig geweld plaatsvindt.”

Is dat geen ‘whataboutism’, een drogreden die de aandacht van een misstand afleidt door op andere misstanden te wijzen?

„Nee, het is geen ‘whataboutism’, omdat de misstanden in de regio met elkaar samenhangen.

Mijn collega Ugur Ümit Üngör, hoogleraar Holocaust- en genocidestudies aan het NIOD, schreef laatst in De Groene Amsterdammer dat er wereldwijd 56 conflicten woeden, waarvan minstens 6 in het Midden-Oosten. Hij wijst erop dat de staat Israël, het conflict met de Palestijnen en het geweld heel goed in de context van de regionale geschiedenis begrepen kunnen worden. Ook in de buurlanden werden er massaal mensen verdreven en werd staatsgeweld gepleegd.

„Ik kijk, als historicus van het antisemitisme, vooral naar de effecten van de inconsistente kijk op de verbeelding en de veiligheid van Joden. Nu eens zijn de Joden een vijfde colonne, dan weer zijn ze te nationalistisch, ze zijn het laatste restant van het kolonialisme, of extreme geweldplegers. De Joden hebben het elke keer gedaan.”