Een Twentse cryptohandelaar is maandag door de politie aangehouden op verdenking van oplichting en verduistering. Ook is er huiszoeking gedaan bij de 24-jarige Hengeloër. Dat bevestigt de politie Oost-Nederland na berichtgeving in lokale media.
Begin vorig jaar lichtte de man honderden cliënten in dat hij hun inleg en winsten had verspeeld. Het is onbekend hoeveel gedupeerden er in totaal zijn, eerder werd een aantal van ruim driehonderd mensen genoemd. Lokale bronnen uitten het vermoeden dat de handelaar nog nieuwe inleg accepteerde op het moment dat zijn cryptohandel onomkeerbaar richting bankroet afstevende.
De Stichting Onderzoeks Collectief Hengelo, die 75 gedupeerden vertegenwoordigt, heeft in kaart gebracht hoe de vermeende zwendel in elkaar stak. Dit dossier is overhandigd aan de politie. Voorzitter Piet Rutgers van deze stichting wil op dit moment niet reageren. Volgens hem is dat niet in het belang van het onderzoek.
Volgens advocaat Arjon Tieman, die de stichting adviseert, loopt er nog geen civiele zaak om de schade te verhalen. Wel is – tevergeefs – geprobeerd de belegger failliet te verklaren via de rechter.
Excuses
De omvang van het verdwenen bedrag dat in lokale media genoemd wordt – 1,5 tot 4,5 miljoen euro – wil stichtingsvoorzitter Rutgers niet bevestigen. „We weten het voor onze 75 gedupeerden tot op de euro nauwkeurig”, zegt hij. Eerder lieten 36 gedupeerden aan dagblad Tubantia zien gezamenlijk 650.000 euro te hebben ingelegd en op papier winsten van opgeteld 2,5 miljoen euro te hebben gemaakt. Bij sommigen gaat het om vele tienduizenden euro’s.
De politie wilde dinsdag alleen zeggen dat de cryptohandelaar als verdachte wordt verhoord. De man, een rechtenstudent, stond in Hengelose kringen bekend als wonderkind in cryptovalutahandel, die spectaculaire rendementen behaalde waarna steeds meer bekenden en bekenden van bekenden instapten.
Uiteindelijk verdampte het bedrag, waarna hij zijn cliënten begin vorig jaar inlichtte dat ze hun winsten en inleg kwijt waren. Op aanraden van de politie is hij destijds tijdelijk ondergedoken. Hij heeft zijn excuses aangeboden in een mail aan de gedupeerden. Sinds een kort telefonisch contact met Piet Rutgers afgelopen voorjaar hult hij zich in stilzwijgen.
Memes van een jongetje dat ijverig afkijkt en het huiswerk overpent van het jongetje naast hem, X staat er op dit moment vol mee. Ze verwijzen naar Mark Zuckerberg, de baas van Meta (Facebook, Instagram en Threads) die dinsdag aankondigde dat Meta stopt met externe factcheckers en moderatoren. Hij treedt daarmee in de voetsporen van Elon Musk, die daar op socialemediaplatform X al eerder mee begon.
Wat houdt die werkwijze van X precies in? En wat betekent het dat Meta die nu overneemt? Acht vragen over hoe X functioneert en welke weg Meta nu inslaat.
1 Wat heeft Musk dan gedaan op X?
Toen Musk ruim twee jaar geleden Twitter overnam en er X van maakte, voerde hij een aantal radicale veranderingen door. Het bedrijf moest hierdoor niet alleen veel efficiënter en innovatiever worden, maar vooral veel minder politiek. Er moest een einde komen aan ‘censureren’, zoals Musk het noemt. Een term die Donald Trump ook vaak gebruikt en die Zuckerberg dinsdag ook een aantal keer in de mond nam.
Mensen van wie het X-account was geblokkeerd, onder wie Donald Trump zelf, kregen onder Musk gelijk de toegang terug. Ook ontsloeg hij de teams die moesten beoordelen of inhoud over wettelijke en morele grenzen ging.
De beleving op X is sindsdien behoorlijk veranderd. Er wordt minder omstreden inhoud geweerd, zoals mogelijk discriminerende opmerkingen en propaganda.
2 Is dat erg?
Daarover kun je van mening verschillen. Sommige mensen vinden dat X vrijer is geworden en er daardoor op vooruit is gegaan. Anderen dat het een soort onoverzichtelijk open riool is geworden en daarmee geen plek meer voor grappig, snel en actueel debat.
Uiteindelijk tellen de gebruikersaantallen en daarover weten we weinig zeker. X is een bedrijf en het aantal (actieve) gebruikers is concurrentiegevoelige informatie.
Volgens de zelfrapportages aan de Europese Commissie heeft X ruim 100 miljoen gebruikers in de EU. De verschillende Meta-platformen bij elkaar opgeteld hebben zo’n 259 miljoen gebruikers in de EU.
3 Wordt er bij X dan niets meer gecontroleerd?
Jawel. X heeft – overigens net als andere grote online platformen – systemen die geautomatiseerd filteren op verboden uitingen, zoals het verspreiden van kindermisbruikmateriaal of het aanzetten tot terrorisme. Die systemen (algoritmen) kunnen geautomatiseerd posts onvindbaar maken en accounts blokkeren. Dat gebeurt met miljoenen posts per dag.
Bij twijfel of klachten kijkt er in uitzonderlijke gevallen nog een mens naar.
4 En hoe gaat dat bij moeilijkere categorieën zoals misinformatie (onjuiste berichten), desinformatie (opzettelijk onjuiste berichten) en bijvoorbeeld racisme?
Voorheen waren daar mensen voor ingehuurd, die konden ingrijpen als bijvoorbeeld een bericht viral ging met klinkklare en gevaarlijke onzin. Moeilijk werk, omdat er een grote grijze categorie is. Zowel Twitter als Meta kwamen om die reden tijdens de Covid-pandemie herhaaldelijk onder vuur te liggen en werden beschuldigd van censuur.
Direct na de overname van Twitter ontsloeg Musk zo’n 4.400 medewerkers die dit werk deden. Het is niet helemaal duidelijk hoeveel het er voor die tijd waren. Wel dat het ontslag een expliciete beleidswijziging betekende.
Nu zijn er geen mensen meer die voortdurend actief de inhoud monitoren en in de gaten houden of misinformatie groot wordt gemaakt.
Dat systeem is vervangen door wat X ‘Community Notes’ noemt. Dat komt er op neer dat een selecte groep vrijwilligers een briefje met context aan posts van andere gebruikers kan hangen, om op die manier duidelijk te maken dat de inhoud discutabel is. Zo’n notitie moet een bronvermelding hebben.
Of een notitie daadwerkelijk wordt toegevoegd, wordt beslist door een algoritme. Dat zou zo zijn geprogrammeerd dat het er steeds voor waakt dat verschillende perspectieven zijn gewogen.
5 Hoeveel moderatoren zijn er nog bij de grote socialemediabedrijven?
De belangrijkste bron van informatie voor dit soort aantallen zijn de transparantierapporten die grote online platformen moeten publiceren volgens de Europese Digitaledienstenwet (DSA). Daardoor is er iets meer informatie beschikbaar gekomen waardoor de bedrijven onderling te vergelijken zijn en over de werking van hun algoritmen.
Daaruit blijkt dat er voor X wereldwijd nu nog 1.275 mensen aan de inhoudmoderatie werken. Tot eind 2023 sprak één daarvan Nederlands, maar in mei 2024 bleek die ook geschrapt.
Meta heeft momenteel zo’n 40.000 mensen die werken aan ‘trust and safety’. Van hen zijn er zo’n 15.000 specifiek bezig met het beoordelen van inhoud, 54 daarvan voor het Nederlandse taalgebied.
6 Is Community Notes een effectief systeem?
Matig. Er zijn de afgelopen twee jaar veel voorbeelden gedocumenteerd waaruit blijkt dat het systeem te traag is om de verspreiding van desinformatie en misinformatie te stoppen, bijvoorbeeld over de oorlog in Gaza. Een groot deel van misleidende posts krijgt geen ‘note’. De berichten die dat wel krijgen, zijn tegen die tijd al zo vaak gedeeld en dus zo ver verspreid dat het briefje met context niet zoveel zin meer heeft. De kwaliteit van de notes en de bronvermelding is wel goed, blijkt uit steekproeven.
7 Hoe ging Meta de afgelopen jaren om met inhoudschecks?
Het is een langdurige worsteling gebleken. Daarbij is de achterliggende vraag voor alle online platformen: in hoeverre zijn ze slechts neutrale doorgeefluiken, en wanneer zijn ze ook verantwoordelijk voor de inhoud die ze helpen verspreiden? Vragen waar uitgevers van ‘traditionele’ media bekend mee zijn.
Na de verkiezingen van 2016 (waarbij Trump voor het eerst aan de macht kwam) kreeg Facebook veel kritiek vanwege de vele misinformatie en desinformatie , die in de verkiezingscampagne op het platform was verspreid. In reactie daarop zette het bedrijf een uitgebreid systeem van moderatie op. Het ging ook gebruikmaken van externe factcheckers, waaronder internationale persbureaus zoals AP en AFP.
Het werk van moderatoren kwam al snel onder vuur te liggen. Het bleken nare onderbetaalde banen. Terwijl het om complexe beslissingen gaat met soms veel impact voor betrokkenen. Met name rechtse en conservatieve opiniemakers klaagden de afgelopen jaren steen en been dat onder het mom van veiligheid en fatsoen eigenlijk censuur werd bedreven op hun meningen.
Meta deed voortdurend bijstellingen. Er werd bijvoorbeeld een toezichtsorgaan (Oversight Board) opgericht van vooraanstaande externe deskundigen, die achteraf over omstreden besluiten oordeelden, zoals over het blokkeren van accounts van publieke figuren. En de algoritmen worden voortdurend aangepast. Dan weer meer nieuws en actuele discussies, dan juist weer meer kinderfoto’s en kattenvideos.
8 Gelden de aankondigingen van Zuckerberg ook voor gebruikers in Europa?
Zuckerberg benadrukte in zijn boodschap dat de wijzigingen in eerste instantie alleen voor de VS zijn. Woensdag bleek echter dat het bedrijf ook een andere aanpak in de EU wil. Het heeft voornemens daaromtrent naar de Europese Commissie (EC) gestuurd, die daar nog op moet reageren, zo meldt de NOS.
De wetgeving in de VS is heel anders dan in de EU. De EU heeft sinds 2022 de Digitaledienstenwet. Onder die wet hebben vooral de grote online platformen (met meer dan 45 miljoen gebruikers per maand in de EU) een stuk meer verplichtingen en verantwoordelijkheden gekregen. Niet zozeer voor wat gebruikers publiceren, maar wel voor de manier waarop de bedrijven daarmee omgaan. Want het maakt nogal uit of je iemand ergens in een hoekje iets laat roeptoeteren, of dat je die persoon een megafoon geeft als blijkt dat mensen er graag op klikken.
De DSA eist transparantie over de werking van de algoritmen. En verantwoordelijke inzet daarvan. Dus bijvoorbeeld niet om kinderen commercieel te exploiteren en te bombarderen met op hen gerichte advertenties. De EC is tegen meerdere platformen een onderzoek gestart, vanwege vermoedelijke overtreding van de DSA. Daaronder X en Meta.
De EU hoopt dat de wetgeving in andere delen van de wereld wordt gekopieerd. Dat is gemakkelijker in de handhaving van mondiaal opererende bedrijven.
Zuckerberg gebruikte zijn videoboodschap ook voor een soort oorlogsverklaring aan andere jurisdicties, waaronder de EU, die hij als een soort vijanden van de vrijheid van meningsuiting typeert.
„Europa heeft een steeds groeiende hoeveelheid wetten die censuur institutionaliseren en het moeilijk maken daar iets innovatiefs te bouwen.”
Samen met de nieuwe Amerikaanse regering wil Meta daartegen ten strijde trekken. Het ziet er dus niet naar uit dat de VS op korte termijn Europese wetgeving zullen kopiëren.
Goedemorgen allemaal en welkom in een nieuw economieblog!
Vergeet uw brieven niet op tijd te posten! PostNL gaat brievenbussen voortaan namelijk al overdag legen, in plaats van na vijven, meldt het bedrijf woensdagochtend. Het bedrijf ziet de aantallen kaarten en brieven die worden verstuurd al jaren dalen, en ook bezorgers zijn steeds moeilijker te vinden, dus zijn stevige maatregelen nodig, zegt het. Het bedrijf heeft het al jaren moeilijk en het huidige systeem is kostbaar en niet duurzaam, aldus PostNL. De maatregel moet „miljoenen” aan besparingen opleveren. Het idee is dat de brievenbussen voortaan geleegd gaan worden door chauffeurs die overdag ook al pakketten bezorgen. (Die krijgen het dan wel weer drukker dus.)
Een kleine troost voor de verstokte brievenverstuurder: op drukke plekken zoals stations en winkelcentra, worden brievenbussen wel nog geleegd na 17.00 uur. Ook speciale brievenbussen waar rouwpost en medische post in kan, zullen pas na vijf uur geleegd worden.
Verder vandaag weer veel cijfers op komst: over de bestedingen van huishoudens in Nederland, en winkelverkopen in Duitsland, Europa’s grootste economie. En het CBS komt vandaag met nieuwe cijfers over de gemiddelde verblijfsduur van arbeidsmigranten. Daarover straks meer.
Verder viel op:
De Telegraafmeldt dat huishoudens de komende jaren honderden euro’s extra kwijt zullen zijn voor energie, als gevolg van de miljardeninvesteringen die moeten worden gedaan om het stroomnet uit te breiden. Die investeringen worden ‘terugverdiend’ via de stroomtarieven. De kosten voor huishoudens zouden ook sneller oplopen dan die voor bedrijven.
’s Werelds grootste alliantie van groene financiers zwakt zijn groene ambities af. Honderden banken, verzekeraars en vermogensbeheerders beloofden vier jaar geleden de door hen gefinancierde CO₂-uitstoot voor 2050 naar nul terug te brengen, meldtHet Financieele Dagblad. Nu richt de alliantie zich alleen nog op het stimuleren van groene activiteiten, niet meer op het afbouwen van vervuilende activiteiten. Aanleiding is de komst van Donald Trump naar het Witte Huis.
Accountants van Deloitte hebben de beroepsregels overtreden door te rommelen in dossiers van door hen gecontroleerde onderwijsinstellingen, meldt diezelfde krant. Dat gebeurde voorafgaand aan controles van hun werk door de Inspectie van het Onderwijs. Dat erkent Deloitte zelf, na afronding van een intern onderzoek.
De Chinese munt staat zwaar onder druk, omdat er zorgen in de financiële wereld zijn over de gevolgen van mogelijke importheffingen op Chinese producten door de VS, nu president Trump aan de macht komt. Dat schrijft de Financial Times vanochtend.
Het economieblog van maandag 7 januari kun je hier terug lezen.
Een beter werkende Europese kapitaalmarkt? Dat zou zeer welkom zijn, zegt de baas van de Amsterdamse beurs, René van Vlerken. Maar het zou volgens hem een grote fout zijn als Nederland en Euronext Amsterdam, om dat voor elkaar te krijgen, vooral naar de beleidsmakers in Brussel kijken. „We moeten ervoor zorgen dat er in Amsterdam een vitale kapitaalmarkt is. En in Madrid. In Parijs. Daarna kunnen we pas die volgende stap binnen Europa maken, door die lokale successen te bundelen.”
De opdracht een beter werkende kapitaalmarkt te creëren – waar bedrijven en overheden geld kunnen ophalen voor investeringen en groei – komt uit het lijvige rapport dat Mario Draghi afgelopen zomer uitbracht. Doel daarvan is de Europese economie concurrerender te maken in de concurrentieslag met de Verenigde Staten en China. Koren op de molen van Euronext. Het beursbedrijf, ook gevestigd in Brussel, Madrid, Milaan en Parijs, hoopt een belangrijke rol te spelen in het vervolmaken van die kapitaalmarkt-unie. Daar kan het als beursgenoteerd bedrijf ook zelf een graantje van meepikken.
Lees ook
Hoe Europa concurrerender kan worden zonder naar de ratsmodee te gaan
Volgens Van Vlerken ligt de sleutel voor die betere Europese kapitaalmarkt in verbetering van alle lokale financiële markten binnen de Europese Unie. Ook op de beurs in Amsterdam, de stad waar in 1602 voor het eerst verhandelbare aandelen werden uitgegeven, is dan werk te verzetten, erkent de ex-bankier in een van de statige kamers op Beursplein 5.
Het probleem: waar Euronext Amsterdam de afgelopen jaren met veel succes buitenlandse bedrijven aantrok, lukt het niet goed om Nederlandse bedrijven naar de beurs te krijgen. Dat zag Van Vlerken al toen hij in 2017 bij Euronext verantwoordelijk werd voor het binnenhalen van kleine en middelgrote bedrijven. Sterker: sinds zijn komst – hij werd vlak daarna hoofd noteringen – is het aantal van dit soort ‘smallcaps’ en ‘midcaps’ juist afgenomen. „Veel kansrijke bedrijven zijn in handen gekomen van buitenlands kapitaal, private equity. Met andere woorden: Nederland heeft niet voldoende bijgedragen aan het succes van die bedrijven.”
Waardoor komt dat?
„Twee belangrijke redenen. De eerste: veel alternatieve financiering voor bedrijven is beschikbaar gekomen in de private kapitaalmarkt: vanuit private equity. Die beweging komt doordat grote beleggers, zoals pensioenfondsen, meer zijn gaan diversifiëren. Waar misschien twintig jaar geleden driekwart van hun beleggingen beursgenoteerd was, is dat nu op zijn best nog maar 30 procent – omdat private equity op een bepaald moment hogere rendementen maakte dan beursbeleggingen. Om risico’s te spreiden is meer van het beschikbare kapitaal van publieke beurzen naar private equity gegaan.
„Tweede: voor bedrijven, en dus ook mid- en smallcaps , is het een stuk minder eenvoudig geworden naar de beurs te gaan. De vereisten zijn veel strenger. Waar je tien jaar geleden misschien alleen hoefde te rapporteren over je financiële prestaties, is daar veel bijgekomen. Bijvoorbeeld eisen over duurzaamheid. Goed dat het gebeurt – maar het geeft wel extra last. Zeker voor kleinere bedrijven.”
Van Vlerken ziet gelukkig dat wat betreft dat laatste vanuit Brussel al goede stappen zijn gemaakt, met onder meer de sinds december deels ingegane ‘Listing Act’, die vooral voor kleinere bedrijven een beursgang moeten vergemakkelijken door bijvoorbeeld de eisen voor de prospectus te verlagen – dat is de juridische ‘verkoopfolder’ die elk bedrijf dat naar de beurs wil moet uitbrengen met alle financiële gegevens en risico’s van de belegging. Ook zijn de mogelijkheden vergroot om kleinere beurzen op te richten met minder strenge toelatingsregels.
Risico-avers
Maar om Nederlandse bedrijven te laten profiteren van die verbeterde regels, moet Nederland nu aan de bak, zegt Van Vlerken. „Het kapitaal moet de weg gaan vinden naar dat soort meer risicovolle bedrijven.”
Daar zit volgens de Euronext Amsterdam-directeur meteen de crux. Want Euronext heeft het in Amsterdam met Alternext geprobeerd om een minder gereguleerde beurs op te zetten. Maar anders dan in bijvoorbeeld België, was die beurs geen succes. „Nederland kent vooral heel veel institutionele, private beleggers. Pensioenfondsen, vermogensbeheerders, een aantal family offices. Die blijken niet bereid om direct op de beurs in meer risicovolle bedrijven te investeren.” Die besteden dat uit: aan private equity.
Is het voor de BV Nederland eigenlijk een probleem dat bedrijven niet publiek gaan, maar door private equity worden gekocht?
„Ja, ik denk het toch wel. Als je naar de financieringsketen kijkt van bedrijven, van oprichting tot en met volwassenheid, dan zie je dat er een aantal knelpunten zijn. Bijvoorbeeld op het moment dat een al wat gegroeid bedrijf wil doorgroeien, door tussen de 25 en 75 miljoen euro aan groeikapitaal op te halen. Het bedrijf heeft zich al bewezen, maar wil bijvoorbeeld internationaal uitbreiden. Dat soort financieringsvragen zijn in Nederland heel moeilijk in te vullen. Het is te groot voor banken of startup-fondsen. Maar je zit ook nog aan de onderkant van wat private equity doet. En juist een beurs zou dat moeten kunnen faciliteren.”
Van Vlerken ziet dat er in landen als Noorwegen, Frankrijk, Londen en Italië wel beleggers zijn die rechtstreeks in kleinere bedrijven geld steken. Voor een deel is dat overheidsgeld: via fondsen die in beginnende bedrijven investeren en dan meegroeien met die bedrijven richting de beurs, of direct in kleinere, beursgenoteerde ondernemingen investeren.
In Italië is bijvoorbeeld recent een overheidsfonds opgericht waarin in totaal 700 miljoen moet komen, specifiek om te investeren in kleine bedrijven die naar de (lager gereglementeerde) beurs willen in Milaan. Het idee: door de overheid een garantie te laten afgeven, zijn private investeerders bereid meer risico te nemen. Van Vlerken: „In Nederland heb je InvestNL. Dat is een enorme aanjager voor het financieren van jonge bedrijven. Alleen die heeft nu geen mandaat om de oversteek te maken van privaat naar publiek.”
Een andere oplossing zoekt Van Vlerken in het vergroten van het aantal retailbeleggers in Nederland.
Hebben consumenten niet ook gewoon hele slechte ervaringen met beleggen, dankzij bijvoorbeeld de woekerpolisaffaire [waarbij klanten door hoge kosten van de aanbieders veel minder beleggingsrendement maakten]?
„Ja, maar niet alleen. Veel retailbeleggers zijn ook vol op de rem gegaan na het barsten van de internetbubbel begin deze eeuw. De financiële crisis hielp ook niet mee; daar zijn mensen ook risico-avers van geworden. En daarna is het met strengere adviesregels ook niet makkelijker gemaakt voor particulieren.”
Van Vlerken ziet tegelijk dat er wel degelijk retailbeleggers zijn die risico willen nemen. „Die wijken uit naar crypto’s, omdat je daar nog wel een beetje kan speculeren waar koersen naartoe gaan.”
De ex-bankier – hij werkte op de beursvloeren van ABN Amro en Rabobank – wijst erop dat een deel van het vermogen van Nederlanders wel wordt belegd: via pensioenfondsen. „Dat heeft veel voordelen, maar voor een goedwerkende kapitaalmarkt – en voor een beurs als Euronext Amsterdam – maakt het dat wel lastig om voldoende kapitaal beschikbaar te krijgen om in jonge bedrijven te investeren.”
Aan wie is dit een oproep?
„Aan onszelf deels. Het zit in educatie: we gaan niet voor niets weer beginnen met de rondleidingen hier in de beurs, gericht op scholieren en studenten. Mensen moeten begrijpen wat de risico’s zijn van alle soorten beleggingen. Ben je niet zo van het risico? Ga dan in bedrijfsobligaties. Wil je meer risico? Maak dan een mix met aandelen of opties.
„Maar het is ook een oproep aan banken. Die adverteren vooral voor passief indexbeleggen, via mandjes van aandelen. Het zou goed zijn als die wat meer ruimte bieden om in individuele fondsen of andere producten te investeren. En de toezichtsregels zijn strenger geworden, om consumenten te beschermen. Daar zouden de teugels ook wel wat losser in mogen.”
Golfbeweging
2024 was voor Euronext Amsterdam wat betreft het aantal nieuwe noteringen geen fantastisch jaar, met vier nieuwe bedrijven, waarvan drie uit het buitenland. Voor dit jaar is Van Vlerken voorzichtig optimistisch gestemd. „De IPO-markt kent altijd een golfbeweging. Je hebt de afgelopen jaren zo weinig nieuwe beursnoteringen gehad vanwege geopolitieke en economische onzekerheid.” Van Vlerken verwacht tegen de zomer aan weer wat activiteit, bijvoorbeeld van private equity-partijen die afgelopen jaren hebben gewacht met het naar de beurs brengen van de bedrijven in hun bezit. Van Vlerken: „Maar de onzekerheid blijft: het wordt afwachten wat Trumps beleid gaat worden.”
Van Vlerken waarschuwt dat als er in 2025 beursgangen komen, dat vooral weer internationale bedrijven zullen zijn. „De aanwas van jonge Nederlandse bedrijven blijft echt nog wel even achter. We zijn er hard mee bezig – we spreken veel met institutionele beleggers en hebben een ‘klasje’ van bedrijven die mogelijk naar de beurs willen. Maar dit is meer voor de langere termijn, die bedrijven zitten twee tot vier jaar af van een beursnotering. Die zitten nog in een eerdere, private financieringsronde maar kijken wel – ook om financiers een exit te kunnen geven – naar de mogelijkheid van een beursgang op termijn.”
Is het erg dat nu vooral internationale bedrijven voor Amsterdam kiezen?
„Nee, het is én én. We willen graag in hoofdindex, de AEX, Nederlandse bedrijven vertegenwoordigd zien. Dat trekt ook weer retailbeleggers aan, ook via indexbeleggen. We kijken er ook naar of we de AEX-familie [AEX, AMX voor midcaps en ASCX voor smallcaps] moeten vernieuwen – die bestaan al veertig jaar en het beleggingspubliek is anders dan toen.”
„Maar Nederland kent een internationale economie, dus dat zie je ook op de beurs. Die internationale bedrijven zorgen voor liquiditeit, die zorgen voor instroom van buitenlands kapitaal. Dat is voor alle beursgenoteerde bedrijven goed, ook de kleinere.”