Crimineel geld opsporen was relatief simpel toen Michiel Zwinkels zich als officier van justitie net na de eeuwwisseling stortte op de Amsterdamse onderwereld. „Toen had je criminelen zoals Cor van Hout en Willem Holleeder die hun geld in Nederland investeerden en gebruikmaakten van een constructie met een vennootschap op Curaçao. Zo overzichtelijk is het nu niet meer.”
Deze maand is Zwinkels (54) twee jaar hoofdofficier van het Functioneel Parket. Hij geeft leiding aan de specialistische tak van het Openbaar Ministerie die met 450 werknemers onder meer verantwoordelijk is voor het bestrijden van witwassen en fraude en naleving van de sanctiewetgeving.
Onder de noemer ‘misdaad mag niet lonen’, staat die aanpak al jaren hoog op de agenda. Over de mate van succes valt te twisten. In Nederland zou jaarlijks 16 miljard euro worden witgewassen, becijferde de Universiteit Utrecht in 2018.
Het is geld dat „in potentie had kunnen worden afgepakt”, stelde de Algemene Rekenkamer in 2022 in een kritisch onderzoek. Het instituut constateerde dat sinds 2010 honderden miljoenen extra werden gestoken in de jacht op crimineel geld. Die investering wordt wel terugverdiend, maar toch wordt er volgens de Rekenkamer slechts „beperkt wordt geoogst”.
Het OM, de politie en fiscale opsporingsdienst FIOD zouden onvoldoende samenwerken. Het bedrag dat het OM jaarlijks afpakt van criminelen schommelt rond de 100 miljoen euro.
In een vergaderkamer met uitzicht over het Amsterdamse IJ licht Zwinkels de complexiteit van de jacht op crimineel geld toe. „In twintig jaar tijd is het ontrafelen van witwasconstructies hopeloos veel complexer geworden.” En dat terwijl er anno 2025 nog steeds wordt geprocedeerd in zaken waar Zwinkels als beginnend officier bij betrokken was.
Zo werd begin dit jaar kasteelheer Jan-Dirk Paarlberg, die voor Holleeder witwaste, door de staat ‘gegijzeld’ en vastgezet. De reden? Na een ontnemingstraject van het OM wegens witwassen weigert Paarlberg een openstaande schuld van 15 miljoen euro te betalen.
Lees ook
Heinen houdt vast aan uitwisseling bankgegevens in de strijd tegen witwassen
De zaak tegen Paarlberg stamt van twintig jaar geleden. Waarom duren zulke zaken zo lang?
„Het liefst doe je alle strafzaken binnen een of twee jaar af, maar dat is helaas niet de realiteit. Zeker in zaken met ondoorzichtige constructies, vermenging van onder- en bovenwereld in binnen- en buitenland, is het een kwestie van de lange adem. Bovendien wordt bij dit soort zaken tegen bijna elke beslissing die we nemen door de verdachte geprocedeerd. Dat maakt dat ook zo’n zaak met Paarlberg heel lang kan duren.”
Dat heeft de samenleving te accepteren?
„Ik vind het wel onze plicht om te kijken wat daar aan te doen is. Als officier van justitie heb ik een strafzaak gedraaid met zo’n twintig Hells Angels. Die zaak werd heel groot gemaakt, met alle mogelijke strafbare feiten erbij. In dat soort gevallen moeten wij scherper kiezen en niet zo veel mogelijk ten laste leggen. Als we bijvoorbeeld ook een in het buitenland gepleegd strafbaar feit vervolgen, heb je zomaar anderhalf jaar vertraging vanwege de benodigde internationale rechtshulp.
„Tegelijkertijd laat die lange termijn bij zo’n zaak als die van Paarlberg zien dat wij niet opgeven. Op het moment dat er een rechterlijk vonnis is over een ontneming van crimineel geld, willen we dat geld ook echt innen. Dat kan soms lang duren, maar is van belang voor de geloofwaardigheid.”
We zien dat geld via ondergronds bankieren een weg zoekt naar plekken met minder toezicht. En daar begint dan het echte witwassen
Uit de jaarcijfers van uw parket blijkt steevast een aanzienlijk verschil tussen het geld waarop beslag is gelegd (371 miljoen in 2023) en dat daadwerkelijk is afgepakt (95 miljoen in 2023).
„Je kunt niet altijd alles afpakken waar je beslag oplegt. Een deel van het geld gaat soms naar de fiscus of het buitenland als we internationaal beslag hebben gelegd. Ook kunnen we niet altijd alle strafbare feiten bewijzen waarop dat beslag is gebaseerd. Ik vind dat wij ons succes niet te veel moeten baseren op het afpakresultaat. Dat verengt de discussie.”
Waar meet u succes dan wel aan af?
„Het gaat mij meer om het verstoren van de structuren die criminele geldstromen mogelijk maken. De manier waarop dit geld in de samenleving komt, is een ecosysteem geworden, dat gaat op heel veel manieren. Soms worden er via internationale bedrijven grote bedragen witgewassen. En in andere gevallen wordt crimineel geld lokaal in kleine hoeveelheden uitgegeven en zijn daar heel veel mensen bij betrokken.”
Het beeld van de crimineel die contant geld in de schuur heeft liggen of door de stad rijdt om zijn vastgoed te inspecteren, is achterhaald?
„Vastgoed is nog altijd interessant voor criminelen, maar daarin wordt echt veel subtieler geïnvesteerd. We zien nog steeds dat het wordt gekocht via buitenlandse investeringsmaatschappijen.
„Daarnaast sijpelt crimineel geld op allerlei manieren de samenleving in. De term ondermijning wordt vaak gebruikt, maar mijns inziens ligt de nadruk daarbij te veel op drugscriminaliteit. De georganiseerde misdaad richt zich ook op zorgfraude, milieufraude of online oplichting.
„Daarmee wordt echt heel veel geld verdiend, dat vaak deels weer wordt geïnvesteerd in drugshandel. En via trucs wordt ook geïnvesteerd in cryptovaluta om de criminele herkomst van geld te verhullen. Maar het ondermijnende is nu juist hoe al dat criminele geld in onze samenleving verdwijnt.
„Omdat de bovengrens van contante transacties steeds lager wordt, zie je ook steeds meer heel kleine contante transacties. Criminelen kopen geen auto meer van 100.000 euro met cash, maar leasen die en betalen dan de maandelijkse termijn in contanten. Dat soort lease of huurkooptransacties zien we steeds vaker.”
Recent onderzoek van de politie laat toch juist zien dat criminelen vooral onderling zaken doen via een parallel financieel systeem van ondergrondse banken?
„Criminelen gebruiken ondergronds bankieren inderdaad om elkaar te betalen of tegoeden tegen elkaar weg te strepen.
„Maar dat is niet het hele verhaal. Ondergronds bankieren is niet meer dan het verplaatsen van contant geld van de ene naar de andere plek. Daarmee is het nog niet witgewassen. Het moet nog steeds van de onder- naar de bovenwereld. We zien dat geld via ondergronds bankieren zijn weg zoekt naar plekken met minder toezicht. En daar begint dan het echte witwassen. Dat wil zeggen dat contant geld giraal wordt gemaakt en daarna een schijnbaar legale bestemming krijgt.”
Heeft u een concreet voorbeeld van hoe dat werkt in de praktijk?
„Recent hadden wij een succesvol undercovertraject waarbij een agent witwassers vroeg om contant geld op een rekening in Canada te krijgen. Dat geld is door de verdachten eerst naar Hongarije verplaatst. Via een corrupte bankmedewerker is dat contante geld op een bankrekening gestort en vervolgens naar China overgemaakt. En een Chinese handelsonderneming heeft het weer overgemaakt naar Canada.
„Een ander voorbeeld is een systeem waarbij Chinese studenten in Europa met contant geld van ondergrondse bankiers bijvoorbeeld in de P.C. Hooftstraat, dure tassen, horloges en juwelen kopen. Die spullen gaan dan naar China om daar te worden verkocht. Zo krijgt dat in Nederland uitgegeven contante geld in China een ogenschijnlijk legale herkomst. Deze manier van witwassen wordt Daigou genoemd: Chinees voor ‘kopen in opdracht van een ander’.”
Dat klinkt alsof crimineel geld zeer versnipperd wordt witgewassen.
„Precies. Er is niet één manier, er zijn vele honderden manieren. De overeenkomst is dat crimineel geld altijd stroomt. Dat maakt het ook zo lastig om aan te pakken. Daarom moet je je op structuren richten waarmee dat witwassen wordt gefaciliteerd. Uit onze onderzoeken blijkt dat steeds meer internationaal wordt samengewerkt tussen criminele groepen en statelijke actoren uit landen als Iran en Rusland. Wij zien dat internationale financiële systemen die worden gebruikt voor sanctieontduiking en terrorismefinanciering ook worden ingezet voor het witwassen van crimineel geld. Een land als Iran heeft jarenlange ervaring met het ontduiken van sancties, die kennis is voor criminele groeperingen ook van belang.”
In Nederland werden de afgelopen jaren veel maatregelen getroffen tegen witwassen. Daarbij zijn banken gedwongen om veel meer verdachte transacties te melden. Heeft dat effect?
„Banken hebben veel kritiek op het feit dat ze zo veel ongebruikelijke transacties moeten melden: dat zou tot niets leiden. Dat is een misvatting. Meldingen leiden niet altijd tot een strafrechtelijk onderzoek, maar ze zijn wel ongelooflijk belangrijk om inzicht te krijgen in het ecosysteem.
„Zo is op grond van die vele miljoenen meldingen door de Financial Intelligence Unit [waar banken ongebruikelijke transacties melden] een systeem van witwassen ontdekt: het zogeheten Cash Compensatie Model. Dat brengt het aanbod van en de vraag naar contant geld bij elkaar. Drugscriminelen zitten vaak met contant geld dat ze kwijt willen. Dat lukt bij opdrachtgevers in arbeidsintensieve sectoren zoals de bouw, tuinbouw en transportsector, waar het personeel– meestal arbeidsmigranten – regelmatig deels contant wordt uitbetaald, zodat minder of geen belasting hoeft te worden afgedragen.
„Van veel crimineel geld kunnen we nog zeggen: dat gaat naar het buitenland. Maar dit zit in de haarvaten van onze economie. En het corrumpeert aan alle kanten: het zorgt voor oneerlijke concurrentie, de belastingdienst wordt geflest en het vergroot de kans op arbeidsuitbuiting.”
In Italië wordt beter samengewerkt: de bestrijding van de maffia is daar een taak van overheden op alle niveaus
Uit uw beschrijvingen valt op dat crimineel geld steeds complexere routes zoekt. Maakt dat u moedeloos?
„Zo voelt het voor mij niet. Twintig jaar geleden was ik als officier van justitie met een concrete zaak bezig. Nu richt ik mij op het systeem.”
In hoeverre beschikt u over het gereedschap om dat systeem aan te pakken?
„Het strafrecht is beperkt en altijd achteraf. Voor de aanpak van criminele geldstromen moeten wij anders gaan kijken. Mijn pleidooi is dat daarvoor een nationale strategie moet komen. Nederland heeft allerlei drempels waardoor verschillende partijen niet kunnen samenwerken. In een land als Italië werkt dat anders. Daar is de bestrijding van de maffia een taak van overheden op alle niveaus.
„Dat is in Nederland niet zo en daarom kunnen wij op grond van de privacywetgeving veel informatie niet delen. Als een gemeente in een onderzoek naar een vergunningsaanvraag van een verdacht bedrijf bijvoorbeeld een rechtbankvonnis wil inzien, moet het gewoon op rechtspraak.nl tussen de geanonimiseerde vonnissen zoeken.”
En daarvan profiteren kwaadwillenden?
„Absoluut. Er moet in Nederland beter worden samengewerkt om crimineel geld aan te pakken en daarvoor kunnen we wel wat meer hulp gebruiken van de wetgever. Wat we bijvoorbeeld in vrijwel alle zaken terugzien, is misbruik van vennootschappen. Het toezicht op rechtspersonen in Nederland is volstrekt versnipperd. De Kamer van Koophandel heeft daarover recent aan de bel getrokken. Ze ziet dat allerlei verdachte vennootschappen worden opgericht, maar kan daar zelf niks aan doen.
„Ander voorbeeld, zelfde probleem: het is heel makkelijk om een burgerservicenummer aan te vragen om daar vervolgens mee te frauderen. Dat begint met het aanvragen van een bankrekening waarvoor je zo’n bsn nodig hebt. Wij zien groeperingen die hele structuren, inclusief burgerservicenummers en Kamer van Koophandel-inschrijvingen, panklaar hebben liggen om te verkopen aan andere criminelen. Mijn oproep aan de politiek: maak daar werk van.”
Lees ook
Ook Kamer constateert: de anti-witwasaanpak is in de praktijk doorgeschoten
