CPB: koopkracht stijgt volgend jaar, maar armoede neemt ook toe

Vooruitblik Het Centraal Planbureau heeft het over een ‘relatief gunstige’ ontwikkeling van de koopkracht in 2024. Toch komen meer mensen onder de armoedegrens.

In 2024 is er meer armoede, verwacht het CPB.
In 2024 is er meer armoede, verwacht het CPB.

Foto Koen van Weel/ANP

De koopkracht blijft dit jaar ongeveer gelijk en stijgt in 2024 met 2 procent, maar dat maakt de daling van vorig jaar nog niet goed. Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) donderdag in een economische raming. Van 2022 tot en met 2024 gaat het ‘middelste’ huishouden er 1 procent op achteruit.

Toch is er in 2024 ook meer armoede dan nu, verwacht het CPB. Dit jaar blijft het percentage mensen onder de armoedegrens gelijk op 4,7 procent, maar volgend jaar wordt dat 5,8 procent. De reden daarvoor is het wegvallen van tijdelijke maatregelen die het kabinet nam om hen te ondersteunen. Een voorbeeld is de energietoeslag die huishoudens via de gemeente kregen.

Dat de koopkracht dit jaar nog steeds daalt met 0,2 procent, komt volgens het CPB doordat de lonen vertraagd op de inflatie reageren. Dit jaar stijgen de cao-lonen in de meeste sectoren gemiddeld met 5,2 procent, verwacht het planbureau, volgend jaar met 4,8 procent. Het is erg onzeker, benadrukt het planbureau: met alle looneisen en stakingen zijn de ontwikkelingen op loongebied „roerig”.

Strenge winter

Ook in 2023 en 2024 blijft een recessie waarschijnlijk uit, maar het CPB houdt een slag om de arm afhankelijk van de volgende winter. Dit jaar heeft een milde winter gezorgd voor “ontspanning” op de gasmarkt, maar een strenge winter kan vragen om extra gasinkopen, waardoor de prijzen opnieuw omhoog gaan. In dat geval stagneert de economie, en daalt de koopkracht in 2024 juist met 0,8 procent.

Vergeleken met de „dramatische” krimp van de koopkracht die het planbureau voorzag voor afgelopen jaar, vallen de cijfers van deze donderdag mee. Maar lang niet iedereen zal dat merken, omdat weinig huishoudens lijken op het ‘mediane huishouden’ waar de voorspellingen voor gelden. „De energieprijsschok pakt voor verschillende bedrijven en huishoudens zeer ongelijk uit”, staat dan ook in de raming. Armere huishoudens hebben weliswaar meer aan de regelingen van de overheid gehad, maar de energieprijzen hebben ook een grotere impact op hun portemonnee omdat een groter deel van hun inkomen naar energie gaat.


Lees ook de analyse van de vorige raming: Centraal Planbureau: ‘dramatische’ krimp koopkracht