N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Een goede vriendin is op. We zeiden al jaren dat ze te veel hooi op haar vork nam maar ze wuifde onze zorgen altijd weg. Ze hield van haar werk als freelancer in de fintech, ging van prestigieus project naar prestigieus project en zat op het laatst twaalf uur per dag (!) achter de computer.
Gisterochtend bracht ik bètablokkers.
„Mijn moeder begrijpt er niets van dat ik overwerkt ben”, zei mijn vriendin toen ze er eentje wegkauwde, „omdat ik zo vaak op vakantie ga.”
Ze is minstens vier keer per jaar de hort op, in een poging om te ontstressen. De ene keer is het veertien dagen yoga op een afgelegen eiland, dan weer een meditatieretraite in de bergen van Turkije, of een midweek vasten in de Pyreneeën waar je de halve dag in een infraroodcabine ligt terwijl een countertenor kabbala-citaten zingt.
En om het weekend ging ze naar een spa of hing ze een hele zaterdag in de sauna.
„Als ik dan weer helemaal zen terugkwam, dacht ik van, goh, dit moet ik vaker doen, dus dan nam ik nog maar meer opdrachten aan, zodat ik me al die uitstapjes kon blijven permitteren.”
„Dus indirect heb je een burn-out gekregen vanwege je behoefte aan ontspanning”, zei ik.
„Het was een overlevingsstrategie”, mompelde ze. „Maar helaas niet echt efficiënt op de lange termijn.”
Gelukkig kan ze het met het geld dat ze voor al die reizen apart heeft gezet voorlopig wel even uitzingen, zelfs met de huidige inflatie. Terwijl ik haar vaatwasser uitruimde dacht ik na over coping mechanismes. Mijn vriendin compenseerde een slopende baan met talloze tripjes en kalmerende behandelingen om weer op krachten te kunnen komen, maar ze was tegen het einde alleen maar bezig met geld verdienen zodat ze kon uitrusten van het geld verdienen.
Toen ik dit met haar deelde, haalde ze haar schouders op.
„Nou ja, we krijgen van kindsbeen af aan ingeprent dat consumeren ons gelukkig maakt. In de wellness-industrie gaan niet voor niets miljarden om. Ik zie dat ook mijn minder gefortuneerde vrienden hun spadagjes, streamingdiensten, whiskeys of festivalletjes hard nodig hebben om maar bij te kunnen komen van de arbeid.”
Ze wreef met haar vingers over haar slapen.
„Soms denk ik weleens dat ik alleen maar werkte om te kunnen herstellen van het werken.”
Ze maakte haar haren los.
„En uiteindelijk bleek de remedie schadelijker dan de kwaal, omdat vanwege de remedie de kwaal in stand moest blijven.”