Coöperaties die zelf grond kopen voor duurzame landbouw. ‘Ze zijn een aanjager’

Stel je voor dat het land waar je eten vandaan komt niet alleen van een boer is, maar ook een beetje van jezelf. Dat je er misschien zelf je groente oogst, dat je een stem hebt in het gebruik van de grond, en dat het land voor altijd op een verantwoorde manier benut zal worden.

Dat is, in een notendop, het ideaal dat verschillende organisaties schetsen die werken aan alternatieve vormen van landeigendom en landbouw. De een noemt het regeneratief, de ander agro-ecologisch of biologisch-dynamisch. Er moet in ieder geval met respect voor bodem, dier en mens voedsel worden verbouwd. Hier en daar brengen de organisaties dit al in de praktijk.

Bij de initiatieven overheerst de overtuiging dat de overheid veel te weinig doet om duurzame landbouw mogelijk te maken, hoewel dat een officieel beleidsdoel is. Daarom moeten burgers en ondernemers zelf actie ondernemen, vindt bijvoorbeeld Eline Veninga van de landbouwcoöperatie Lenteland. „De overheid doet niks, of weinig”, zei bestuurslid Matthijs Visser van coöperatie Land van Ons op een bijeenkomst in oktober in het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger.

De organisaties benadrukken dat het voor agrariërs die duurzaam willen werken, lastig is een bestaan op te bouwen met de huidige grondprijzen. Landbouwgrond kost gemiddeld 80.000 euro per hectare, met uitschieters naar twee ton. De jaarlijkse pacht per hectare steeg volgens vakblad Boerderij naar een recordhoogte van gemiddeld 947 euro per hectare. Daarbij zijn er meer kortlopende pachtcontracten gekomen, waardoor onzekerheid toeneemt. Die hoge kosten dwingen boeren om intensieve vormen van landbouw te bedrijven.

Landonzekerheid

Volgens Eliane Bakker van Toekomstboeren, de vereniging van agro-ecologische boeren, lijden juist deze agrariërs aan „landonzekerheid”. Ze weten niet of ze voor langere tijd hun grond kunnen bebouwen: de pacht kan stijgen, er kan een andere pachter worden gezocht, of de bestemming van het land kan veranderen. Die onzekerheid maakt het lastig langetermijninvesteringen te doen of gedurende vele jaren te werken aan verbetering van de bodem.

Organisaties als Lenteland, Aardpeer, Grond van Bestaan, Onze Groenteboer, Herenboeren en Land van Ons proberen het anders te doen. Het overkoepelende streven van deze initiatieven is ‘gezondere’ landbouw mogelijk te maken door andere vormen van landeigendom. Iedere initiatief heeft daarin net een andere aanpak of doelgroep.

Onze Groenteboer bijvoorbeeld wil tuinderijen oprichten van ongeveer een hectare groot, dicht bij een stad. Ondernemer Fabio Vicino houdt met zijn stichting een crowdfundingactie voor een ‘regeneratieve stadslandbouwlocatie’. „Denk aan een natuurinclusieve tuinderij in combinatie met een voedselbos, waarbij mensen mede-eigenaar worden en kunnen meebeslissen over de keuzes die gemaakt worden op deze locatie, samen met de boer.”

Een andere organisatie, Lenteland, richt zich juist op boerderijen van minstens tien hectare met een woning voor de boer. En die boerderijen moeten op zeker vijf meter boven NAP liggen, vanuit het idee dat de zeespiegel flink kan gaan stijgen de komende tweehonderd jaar. Land van Ons werkt met een centraal georganiseerde coöperatie en heeft percelen in heel het land.

Natuurlijke rijkdommen

Elke organisatie zoekt een juridische structuur die het best bij de eigen doelen past. Daarbij zijn vaak een vereniging of stichting, een coöperatie en boeren betrokken. Van ieder van die partijen wordt in statuten en andere documenten de rol vastgelegd. Dat kan een complexe constructie opleveren, zeker in vergelijking met traditionele vormen van eigendom.

Het blijft verbazen dat er zo’n eenzijdige focus is op financieel rendement, zelfs bij mensen die duurzaam gericht zijn

Eline Veninga
Lenteland

In de nieuwe vormen van eigendom wordt een beroep gedaan op het vermogen van burgers. Met giften of leningen moeten zij uiteindelijk het kapitaal opbrengen voor de aankoop van het land. De giften zijn uiteraard ‘voor het goede doel’. Op leningen krijgen ze minder rente dan ze elders zouden krijgen, meestal rond de 1 à 2 procent. Soms krijgen de leningverstrekkers geen geld, maar – zoals bij een initiatief in de buurt van Nijmegen – een beloning in „natuurlijke rijkdommen” zoals „walnoten, olie, pesto of zelfs shiitakes”.

Wie van een van de projecten van Lenteland certificaten koopt, krijgt over gemiddeld driekwart van de voor gebouwen en land bestemde inleg geen rendement, maar hooguit „onder voorwaarden” inflatiecorrectie. De rest, bestemd voor de exploitatie van de boerderij, kan winst opleveren, maar die is in eerste instantie bestemd om de lening van Lenteland af te betalen.

Draaien particulieren zo op voor de hogere kosten van duurzamere landbouw? Eline Veninga van Lenteland vindt van niet.

Twee jaar na de aanplanting: fruitbomen van de voedselcoöperatie Herenboeren in Boxtel. Foto Paulien van de Loo

„Je investeert direct in je eigen leefomgeving, je hebt er zelf belang bij. Doel is hier zoveel mogelijk mensen uit de gemeenschap bij te betrekken. Dan ontstaat een directe relatie tussen jou, het landschap, het voedsel, de gezonde leefomgeving en de eigen gezondheid. Het blijft verbazen hoe mensen hiernaar kijken en dat er zo’n eenzijdige focus is op financieel rendement, zelfs bij mensen die duurzaam gericht zijn.”

Aardpeer stelt het zo: „Je ontvangt vooral rendement in een gezonde aarde en betrokkenheid bij een natuurvriendelijk, toekomstbestendig initiatief.”

Stemrecht

De organisaties die andere vormen van eigendom nastreven, worden mede geïnspireerd door ideeën over historische vormen van grondbezit. „Ooit was de grond om ons heen van iedereen. Of van niemand”, schrijft Lenteland op zijn website. Een andere organisatie, BD Grondbeheer: „De indianen dachten zeven generaties vooruit bij beslissingen. BD Grondbeheer garandeert bodemvruchtbaarheid voor minstens zeven generaties na ons.”

Onder andere Lenteland en Grond van Bestaan grijpen terug op het idee van de commons, of in goed Nederlands, de meent. Dat is een goed, bijvoorbeeld grond, dat door een gemeenschap wordt gebruikt. Bij land kan dat voor het grazen van vee zijn, fruitteelt, of hakhout. Bij de nieuwe landbouwinitiatieven vormen de leden van de coöperatie die gemeenschap.

Binnen de organisaties wordt veel nagedacht over hoe de projecten beheerd moeten worden. Want diverse partijen hebben er iets over te zeggen. De leden van de coöperatie hebben een stem in het beleid, maar ook de boeren en de organisatie die het initiatief nam.

Fabio Vicino van Onze Groenteboer: „We zorgen ervoor dat er een eerlijke verhouding in stemrecht is binnen de coöperatie tussen de boeren en de mede-eigenaren. De stichting [in dit geval Onze Groenteboer] bewaakt vooral de principes voor de manier van landbouw, zodat we zeker weten dat dit op een verantwoorde manier gedaan wordt.”

In het voorbeeld dat hij noemt, gebaseerd op een project van Lenteland, blijkt dat de mede-eigenaren hooguit een derde van de stemmen hebben. Dat geldt ook voor de boeren. De stichting heeft, als de leningen nog niet afgelost zijn, de helft van de stemmen, na aflossing nog een derde.


Lees ook

De twintigers die een voedselbos beginnen om anderen te inspireren: ‘We creëren hier een paradijs’

De Jonge Voedselbosboeren Wytze, Sacha, Katja en Simon (v.l.n.r.).

Wat gebeurt er als een boer besluit niet meer de biologische principes te volgen? Aardpeer dreigt in dit geval met een boete of zelfs beëindiging van het pachtcontract.

Financiering bottleneck

Tot dusver zijn dergelijke projecten met alternatieve eigendomsvormen bescheiden van omvang. Land van Ons heeft 300 hectare in beheer, Aardpeer 144 hectare, BD Grondbeheer ruim 600. Herenboeren heeft 22 boerderijen, verspreid door het land.

De ambities zijn heel wat groter. Herenboeren wil de komende vijf jaar groeien naar 350 boerderijen. Land van Ons wil in tien jaar 300.000 hectare landbouwgrond verwerven, 15 procent van het totaal in Nederland. Bij een gemiddelde prijs van 80.000 euro per hectare zou aankoop 24 miljard euro vergen. Aardpeer sprak in een interview zelfs over het streven een derde van alle Nederlandse landbouwgrond te verwerven.

Deze initiatieven gaan niet het verschil maken in de verandering van de landbouw, maar ze zijn wel een aanjager

Coen van Dedem
expert duurzame landbouw

Zover is het nog lang niet. Land van Ons denkt bijvoorbeeld volgend jaar 75 hectare te verwerven. Wetenschappers van Wageningen University and Research concludeerden in 2023 dat het „onwaarschijnlijk” is dat veel meer mensen daaraan gaan deelnemen als de initiatieven geen hoger rendement bieden.

Eliane Bakker van Toekomstboeren ziet dat ook wel. „Al die organisaties gaan als een speer. Een van de hoofdactiviteiten is mensen mobiliseren. Het wordt steeds bekender, dat is al een prestatie. Maar de bottleneck is het aantrekken van meer financiering.”

De schaalgrootte zal beperkt blijven, verwacht Coen van Dedem, al jaren betrokken bij allerlei landbouwinitiatieven, waaronder Aardpeer. „Het gaat niet om duizenden hectares, maar dit is superbelangrijk voor de bewustwording. Deze initiatieven gaan niet het verschil maken in de verandering van de landbouw, maar ze zijn wel een aanjager.”