Competent: niet alleen meer wat je kunt maar ook hoe je bent

Woord Als je deskundig bent of bekwaam dan ben je competent. Sinds kort komen er ook andere dingen bij kijken, zoals empathie, ziet

Een competent chirurg is iemand die goed opereert, ook al is hij misschien een bullebak, een competent leraar beheerst de stof, weet die over te brengen, maar hoeft geenszins geliefd te zijn en een competent chauffeur rijdt zonder brokken te maken. Competent, zoals hier gebruikt, betekent dus zoveel als deskundig of bekwaam. Maar het is ook synoniem aan bevoegd of gerechtigd. Een rechtbank die competent geacht wordt om een zaak te behandelen, heeft jurisdictie, rechtsmacht, op dit terrein.

Samenwerken

Competentie komt via het Frans van het Latijn. Het werkwoord competere kan vertaald worden met ‘samenvallen’. Vandaar dat het Latijnse competentia naar symmetrie, overeenkomst en analogie verwijst. Het werkwoord heeft echter, zoals vrijwel alle woorden, een betekenisontwikkeling doorgemaakt en kan daarom ook samentreffen en gemeenschappelijk streven naar iets aanduiden. In de geest van ‘vele handen maken het werk licht’, werd competere vervolgens ‘in staat zijn’ en ‘passen’.

Dat samenwerken niet automatisch tot eensgezindheid leidt, blijkt uit competitie dat van dezelfde Latijnse bron komt. In dit geval spelen meerdere partijen mee die elk dingen naar hetzelfde eindresultaat. Helaas kan slechts een van de mededingers winnen. Van deze wedijver naar concurrentie, zoals bij het Engelse compete, is slechts een kleine stap.

Competentie lijkt zich verwijderd te hebben van zijn oorsprong. Want wat hebben vakbekwaamheid en rechtsmacht nu van doen met samenwerken of bij machte zijn. De oudste betekenis van het Nederlandse competent en het Franse compétent is de juridische.

Een recente en geheel nieuwe ontwikkeling vindt men in eigentijdse vacatureteksten en functieprofielen

Vroeger sprak men wel van de ‘competente portie’ van een erfenis. Dit is zoiets als de legitieme portie: het erfdeel dat een nabestaande rechtens niet ontnomen kan worden. Dus wat volgens de wet passend is bij zijn status als rechthebbende. De betekenis ‘passend’ ligt erg dicht bij ‘toebehoren, toekomen’. De volgende stap ligt nu voor de hand: ‘bevoegd’, zoals bij een rechtbank die competent geacht wordt om zich uit te spreken over een geschil.

Interpersoonlijke competentie

Een recente en geheel nieuwe ontwikkeling vindt men in eigentijdse vacatureteksten en functieprofielen, waarin gevraagd wordt naar de competenties van een kandidaat. Die gaan niet uitsluitend over diens vakbekwaamheid, maar over de al dan niet aanwezige combinatie van kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten, zoals populaire managementboeken uitleggen. Tot de competenties van een leraar behoren niet langer alleen zijn vakkennis en didactische kwaliteiten, maar ook bijvoorbeeld empathisch vermogen, sociale intelligentie, samenwerkingsvermogen en zijn interpersoonlijke competentie, wat daar ook mee bedoeld moge zijn. Competenties zijn te meten, melden deze veel geraadpleegde werken. Een aankomend onderwijzer moet dus bij zijn afsluitend examen laten zien dat hij erover beschikt.

Wie tot voor kort competent was in zijn vak, lijkt nu hopeloos achter te lopen. Competent en competitie zitten in elkaars vaarwater.