Commissie: kabinet moet ‘zo snel mogelijk’ miljarden uittrekken voor mensen rond sociaal minimum

Sociaal minimum Het kabinet moet „zo snel mogelijk” de koopkracht verbeteren van mensen die leven rond het sociaal minimum, aldus een recent rapport. Verhogen van de bijstandsuitkering en het minimumloon is het effectiefst.

In een wijk in Den Haag biedt Stichting Solidair gratis voedsel aan.
In een wijk in Den Haag biedt Stichting Solidair gratis voedsel aan. Foto Martijn Beekman/ANP/HH

Mensen die rond het sociaal minimum leven, komen fors geld tekort. Als het kabinet geen maatregelen treft, krijgt deze groep de komende jaren toenemende problemen. Alleenstaanden en stellen zonder kinderen hebben maandelijks 100 tot 200 euro meer nodig, een stel met een of meer kinderen komt 200 tot 500 euro per maand te kort. Het kabinet moet miljarden uittrekken om hen te ondersteunen.

Dat schrijft de Commissie sociaal minimum in een rapport dat vrijdag is overhandigd aan minister Carola Schouten (Armoede, ChristenUnie). Het sociaal minimum is het bedrag dat iemand nodig heeft om volwaardig mee te draaien in de Nederlandse samenleving. Het moet hoog genoeg zijn om huur, boodschappen en vaste lasten te kunnen betalen, maar ook om bezoek te ontvangen, een uitstapje te maken of te sporten bij een vereniging. Schouten stelde de commissie afgelopen zomer, waarmee ze gevolg gaf aan een vrijwel unaniem aangenomen motie van Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt.

Financiële bestaansonzekerheid heeft grote gevolgen voor volwassenen en kinderen die leven rond het sociaal minimum, stelt de commissie. „Leven met de constante stress van geldtekort gaat ten koste van de eigenwaarde van mensen en van hun lichamelijke en mentale gezondheid. Het vergroot de kans op eenzaamheid en zorgt dat het lastiger is om verstandig met geld om te gaan.” Ook zijn er maatschappelijke consequenties, zoals problematische schulden, hogere kosten voor gezondheidszorg en afnemende cohesie in arme wijken.

Inkomenszekerheid

Het kabinet moet volgens de commissie „zo snel mogelijk” het besteedbaar inkomen van de minima verhogen. Een hogere bijstandsuitkering en een hoger wettelijk minimumloon zijn hiervoor het meest effectief, adviseert ze. Dit biedt mensen die rond het sociaal minimum leven de meeste inkomenszekerheid.

Het kabinet zou ook toeslagen kunnen verhogen, zoals de huurtoeslag of het kindgebonden budget. Omdat deze toeslagen inkomensafhankelijk zijn, profiteren mensen met het laagste inkomen dan het meest. Tegelijk kleven er meer risico’s aan, stelt de commissie. Als burgers meer geld hebben verdiend dan vooraf ingeschat, kunnen ze te maken krijgen met grote terugvorderingen. De angst daarvoor leidt ertoe dat niet iedere rechthebbende toeslag durft aan te vragen.

Om de hoogte van het nieuwe sociaal minimum te bepalen, keek de commissie naar de uitgaven die een huishouden zou moeten doen voor wonen en eten, én om sociaal mee te doen. Dat is een trendbreuk met de afgelopen vijftig jaar, waarin het sociaal minimum werd vastgesteld op basis van inkomsten. „Het algehele gevoel was dat de bijstand niet voor iedereen meer voldoende is om rond te komen”, zegt directeur Arjan Vliegenthart van Nibud, het nationaal instituut voor budgetvoorlichting.

Sinds de jaren zeventig was het sociaal minimum gebaseerd op het wettelijk minimumloon, waarbij de bijstand 70 procent van de hoogte van het netto minimumloon bedroeg. Op deze manier wilde de politiek arbeidsdeelname stimuleren: wie besloot te werken, moest daar financieel voor worden beloond.

Van die methode wijkt de Commisie sociaal minimum af. Een ‘vaststaand’ inkomensniveau ten opzichte van het minimumloon biedt anno 2023 geen garantie dat het inkomen voldoende is om rond te kunnen komen en om sociaal te kunnen meedoen, luidt de conclusie in het rapport.

In de nieuwe berekening zijn ook nieuwe uitgaven opgenomen. Een mobiele telefoon en een laptop, eerder beschouwd als luxe goederen, zijn inmiddels noodzakelijk, zegt Vliegenthart. „Voor kinderen boven de twaalf jaar hebben we daarnaast een databundel opgenomen, zij communiceren tegenwoordig vooral via de app.” Verder is voor de benadering van de minimum huuruitgaven voor het eerst gekeken naar de actuele huurmarkt: wat is er beschikbaar, tegen welke prijs?

Tegenover die extra kostenposten staan ook wat weggestreepte uitgaven. „Mondkapjes hebben we uit het lijstje gehaald, net als een abonnement op de papieren krant”, zegt Vliegenthart. Wel staan kosten voor sociale participatie niet langer tussen haakjes: „Dan moet je denken aan cadeautjes, of het ontvangen van bezoek.”

Lees ook het interview met Commissievoorzitter Engbersen: ‘Leven rond het sociaal minimum wordt gedomineerd door geldzorgen’

Zo komt de commissie tot een overzicht van uitgaven per soort huishouden, aangevuld met een bedrag voor onvoorziene uitgaven, zoals een kapotte koelkast of extra ziektekosten. Dit extra bedrag, het zogeheten ‘flexbudget’, moet voorkomen dat mensen met een inkomen op het sociaal minimum bij onverwachte uitgaven direct in de problemen komen.

De overheid sprong vorig jaar bij door het instellen van een prijsplafond voor energiekosten toen deze snel stegen. Die maatregel vervalt aan het eind van het jaar. Ook kunnen mensen bij hoge nood bij de gemeente een bijzondere bijstandsuitkering aanvragen. Als het aan de commissie ligt, blijft dit soort maatwerk in de toekomst beperkt tot uitzonderlijke gevallen.

Het extra ‘flexbudget’ dat een huishouden nodig heeft kan volgens de onderzoekers bijvoorbeeld 3, 6 of 9 procent van de reguliere uitgaven bedragen, wat afhankelijk van het type huishouden kan oplopen tot honderden euro’s. Als het aan de commissie ligt, is 3 procent in ieder geval niet genoeg: „Dit is in het licht van de veelheid aan mogelijke tegenvallers aan de lage kant”, aldus het rapport. Wanneer de politiek toch voor een lager percentage kiest, is de kans groter dat op een later moment alsnog extra inkomensondersteuning nodig is, of andere maatregelen, om huishoudens rond het sociaal minimum te helpen.

Minister Carola Schouten (Armoede, ChristenUnie) zei vrijdag bij ontvangst dat de aanbevelingen van de commissie een belangrijke rol zullen spelen in de gesprekken die het kabinet deze zomer voert over de koopkracht voor het komende jaar. „Bestaanszekerheid is niet alleen een zaak die mij als minister van Armoedebestrijding aangaat. Het is een kwestie die raakt aan vele terreinen zoals onderwijs, wonen en zorg.”

Schouten zei naast een mogelijke verhoging van het sociaal minimum ook te willen kijken naar structurele oplossingen voor meer bestaanszekerheid. „Daarvoor is een simpeler stelsel nodig dat meer zekerheden biedt, zodat mensen de weg weten te vinden naar de regelingen die er zijn. Ik kijk daarom uit naar het eindrapport van de commissie.”

De Commissie sociaal minimum, bestaande uit elf experts op het gebied van sociale zekerheid en sociaal-economische vraagstukken, onder voorzitterschap van socioloog Godfried Engbersen, buigt zich de komende maanden over het hele stelsel van sociale zekerheid. „Het verhogen van het besteedbaar inkomen in lijn met de nieuwe normen voor het sociaal minimum is niet voldoende”, schrijven de onderzoekers. „Het hele stelsel van sociale zekerheid moet voorspelbaarder en toegankelijker worden.” In september presenteert de commissie hierover een tweede rapport.