Column | Vietnam en Gaza zijn koloniale erfenissen

De eerste krantenfoto uit de Vietnamoorlog die ik bewust zag was die van Vietcong-verdachten in „tijgerkooien”, getergd door hun bewakers (1970). Later zag ik de andere gruwelen: de executie op straat in Saigon (1968), het ‘napalmmeisje’ (1972), de landweg met lijken van vermoorde vrouwen en kinderen in My Lai (1968).

Het commentaar van deze krant noemde Gaza „het morele ijkpunt van nu, het Vietnam van deze tijd”. Dat is een rake waarneming – er voltrekt zich een paradigmawisseling, ook hier. Met overeenkomsten én verschillen.

Belangrijkste parallel: de morele omslag in de publieke opinie in Nederland, na jaren van desinteresse en wegkijken. De hongercrisis is het kantelpunt. Symbolische lading van het protest: toen tegen het Amerikaanse imperialisme, nu tegen genocide op de Palestijnen. Beide wandaden soms geïnterpreteerd als noodzakelijke uitwassen van ‘de westerse beschaving’.

De historische proporties zijn anders. Vietnam duurde decennia, afhankelijk van hoe je rekent (vanaf 1945 of, na de Amerikaanse interventie, van 1965 tot 1975). Al kun je dat ook zeggen over de „honderdjarige oorlog tegen Palestina” (een term van Rashid Khalidi). Het geweld in Vietnam kostte van 1954 (de nederlaag van de Fransen) tot 1975 (de inname van Saigon) naar schatting zeker twee tot vier miljoen levens.

Maar schaal zegt niet alles. De oorlog in Vietnam (inclusief die in Laos en Cambodja) was ontstellend moorddadig en crimineel, geen genocide (wel met ‘democide’ aan beide kanten, moord op groepen). Een brute veroveringsoorlog, geen totale vernietigingsoorlog. Het noorden wilde het zuiden inlijven en de natie verenigen onder communistisch bewind, Amerika wilde de ‘domino’ in Zuid-Oost-Azië koste wat kost behouden.

De inzet in Gaza is anders. Hamas streefde vanaf het begin (met Iran) naar vernietiging van de gehate „zionistische entiteit”. Israël is nu, daadwerkelijk en openlijk, bezig met de vernietiging van de Palestijnen als levensvatbare gemeenschap. Na de raketten en tanks komen de bulldozers.

Het dichtst in de buurt daarvan komt de beruchte uitspraak, toegeschreven aan een Amerikaanse commandant in Vietnam: „We moesten het dorp vernietigen om het te redden.” Waarbij ‘redding’ van Gaza zou neerkomen op: etnische zuivering.

Racisme speelt een rol. In Vietnam niet publiekelijk (zoals Japanners in de Tweede Wereldoorlog nog werden verbeeld als apen), maar zeker op de grond. Hamas putte in zijn originele Handvest (1988) uit nazi-propaganda over de Joden, Israëlische politici bezigen al maanden dehumaniserende taal over Palestijnen. Het is de geradicaliseerde versie van anti-Arabisch racisme dat al onder vroege zionisten leefde, maar destijds nog gepaard ging met een grimmig-realistisch begrip voor hun verzet in de strijd om het land. Daar is in het huidige, verbeten Israël zo goed als niets meer van te bekennen.

Geopolitieke context toen: Koude Oorlog in Europa, met hete elders (Afrika, Azië). Nu: een hete oorlog in Europa en een schuivende wereldorde tussen het Westen en het mondiale Zuiden. Overeenkomst: Vietnam en Gaza zijn beide erfenissen van het kolonialisme, met Fransen in Vietnam en Britten en Fransen die na de Eerste Wereldoorlog het Midden-Oosten versneden en het zionisme – wisselvallig – steunden in een brandhaard van post-imperiaal nationalisme.

Verschil: Noord-Vietnam had machtige bondgenoten, de Sovjet-Unie en Mao’s China. De Palestijnen staan er alleen voor, behalve hun instrumentele bijrol in de anti-zionistische „keten van verzet” van Iran (die nu is gebroken door Israël).

Overeenkomst: de anti-koloniale solidariteit van westerse intelligentsia, gevolgd door een late omslag in de publieke opinie. Verschil: Vietnamprotesten gingen niet gepaard met ‘Amerikanen-haat’, Gaza met een opleving van antisemitisme voorbij het Holocaust-schuldgevoel – verder aangejaagd door Netanyahu’s identificatie van Joden met zijn Israël.

Een laatste verschil. Vijftig jaar na de oorlog is Vietnam een economisch powerhouse en een toeristische trekpleister. Over Gaza doen in Israël en Washington vooral sinistere fantasieën de ronde, van kolonisatie tot Trumps ziekelijk vergulde Rivièra. Is er nog hoop op iets anders, iets beters? Alleen als eerst de genocide een halt wordt toegeroepen.

Sjoerd de Jong is redacteur van NRC. Hij schrijft om de week op deze plaats een column.