Column | Uitgemolken volk

Misschien komt het omdat ‘het volk’ tegenwoordig zo ruim vertegenwoordigd is in het parlement, als het daar komt opdagen tenminste, want zo is het volk ook: als het ze niet bevalt stemmen ze met de voeten. Of omdat er in de media nogal wat zijn die prat gaan op hun vele uitwisselingen met „de mensen”.

Het is zoveel dat ik totaal niet meer zit te wachten op de mening van „gewone Nederlanders” over bijvoorbeeld de val van het kabinet. Als er al een overkoepelende mening is, hebben we die al gehoord en anders krijgen we die wel van Gijs Rademakers of Maurice de Hond, daar heb je dan in sommige gevallen nog wat aan. Het verhaal gaat dat Geert Wilders definitief wist dat hij „de stekker er wel uit kon trekken” toen Maurice had gepeild dat een groot deel van zijn gewone achterban dat wel zou begrijpen.

Verslaggevers van alle zenders en omroepen gingen gisteren weer overal heen met hun camerawagens, naar de markten in de grote steden, maar ook naar PVV-broeinesten als Uden, waar een op de drie inwoners had gestemd op Geert Wilders. Het was niet dat ik op de bank zat te wippen van nieuwsgierigheid naar wat het winkelend publiek daar allemaal van vond. De meningen waren keurig opgeknipt. Er waren er die Geert Wilders wel begrepen, anderen wisten het niet, er waren er teleurgesteld en er zaten ook een paar feestvierders tussen die vanaf het prille begin al geen hoge pet op hadden van het gevallen kabinet.

Ik zag een getourmenteerd volk.

Lastiggevallen door de pieken en dalen die het imperfecte leven nu eenmaal met zich meebrengt, falende politici die nooit doen wat ze beloven en daarna door verslaggevers die hoopten op een zo wild mogelijk antwoord. Ze kregen waar ze voor kwamen: niemand rekende meer ergens op. Uden, Edam, Culemborg, de Albert Cuyp: het was prijsschieten geblazen, dezelfde quotes waren overal in de aanbieding. Jammer dat we van de meeste verslaggevers de, waarschijnlijk gewone, gezichten niet zagen terwijl ze vragen stelden aan gewone mensen van wie ze de antwoorden ten diepste niet interessant vonden.

„Dag mevrouw, dag meneer.”

„Ja tot ziens, tot de volgende verkiezingen maar weer.”

En daarna weer door met hun boodschappentassen op wieltjes, tot de rand toe afgevuld met sinaasappels.

Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.