Als Geert Wilders vol op het orgel gaat, danst Den Haag naar zijn pijpen. Met zijn aangifte tegen fractievoorzitter Frans Timmermans van GroenLinks-PvdA kreeg de PVV-leider vorige week weer eens de afleidingsmanoeuvre die hij zocht. Dat Timmermans’ zinsnede „ik zal niets nalaten om te voorkomen dat Wilders in dit land aan de macht komt” volgens zijn advocaat opruiing tegen „het openbaar gezag, te weten Wilders” is, werd alom keurig uitgemeten.
Die multimediale obsessie met de PVV is een voorbode van de radicaal-rechtse coalitie waar, behalve Wilders, VVD, NSC en BBB aan werken. Vandaar dat VVD-leider Dilan Yesilgöz deze week niet reageerde op de revolutionaire en martiale toespraak in Boedapest, waarin Wilders zonder omhaal betoogde dat Nederland „existentieel” in gevaar is omdat het van alle kanten cultureel én demografisch wordt bedreigd, kortom, dat het vaderland op de rand van oorlog balanceert.
De congresrede van Timmersmans rustig terugluisteren kwam ook Yesilgöz kennelijk niet uit. Jammer. Want de door Wilders gewraakte speech moet op een totaal andere manier worden geïnterpreteerd dan de goegemeente deed: niet als een ‘hondenfluitje’ om zijn achterban op te zwepen, zoals enkele Twitterati zeker dachten te weten, maar als het omgekeerde: als een waarschuwing aan de leden van GroenLinks- PvdA dat ze binnenkort voor het dilemma staan of ze ter wille van het landsbelang een coalitie met NSC en zelfs VVD mogelijk willen maken en daarvoor politieke concessies durven te doen. Timmermans poogde in zijn toespraak de leden van beide partijen – en misschien ook wel zichzelf – voor te bereiden op de pijnlijke waarheid dat een regering zonder Wilders nu eenmaal offers van links vraagt.
Timmermans zei het zo: „Ik heb altijd gezegd: de leider van de grootste fractie mag het initiatief nemen bij de kabinetsformatie. Maar er komt ook een punt waarop hij dat voorrecht verspeelt. En dat punt komt nu steeds dichterbij. […] Wanneer gaan VVD en NSC dat ook inzien? Komen ze tot inkeer? Of gaan ze een riskant experiment aan met een man die niet anders kan dan verdeeldheid zaaien. Mensen, onze taak is helder. We zullen niets nalaten om te voorkomen dat Wilders aan de macht komt. Ik herhaal wat ik ook tegen VVD en NSC heb gezegd: doe dit het land niet aan.”
Je moet stekeblind zijn om hierin een oproep tot geweld te zien. Het is bovendien onverstandig. Hoewel VVD afgelopen maanden geen enkele courtoisie jegens GroenLinks-PvdA heeft geëtaleerd, zet Timmermans nu een deur op een kier.
Die ruimte kan Yesilgöz van pas komen, mocht de formatie stuklopen op de constitutionele oorbaarheid van Wilders’ migratieplannen of algeheel chagrijn. In arren moede nieuwe verkiezingen laten uitschrijven – een brevet van onvermogen en nooit meer gebeurd sinds 1866 – is ook voor de VVD immers linke soep. In alle peilingen staat ze op verlies. In sommige daalt Yesilgöz zelfs tot het pre-Wiegeliaans niveau van de jaren zestig.
Via GroenLinks-PvdA zou de VVD nu even tijd kunnen kopen, in de hoop te recupereren in een centristisch kabinet. Yesilgöz zou met een hoffelijk beroep op het landsbelang Timmermans wellicht zelfs kunnen inspireren tot een persoonlijk offer door af te zien van het premierschap ten gunste van bijvoorbeeld scheidend burgemeester Aboutaleb, een conservatieve PvdA’er die in bredere kring gezag geniet en ervaring heeft met polarisatie in het openbaar bestuur.
Ziet de VVD dit buitenkansje? Ik denk het niet. Yesilgöz heeft zich inmiddels zo in de hoek geschilderd dat ze gedoemd is nog even achter de muziek van Wilders aan te blijven lopen. Zolang dat duurt biedt haar trommel geen woorden-maar-daden-teksten geen soelaas.
Hubert Smeets is journalist en historicus. Hij schrijft om de week op deze plaats een column.