Column | Telkens weer

Waarom vind ik het bericht dat Gordon het liedje Telkens weer vals gezongen heeft nou zo grappig? Dat komt door de woorden vals, Gordon en de titel ‘Telkens weer’. Het is zo’n mooie samenvatting van dit chronische aandachtorgel. Ik ben er twee dagen vrolijk van geweest en eigenlijk nog steeds een beetje.

Zo kreeg ik ook een goed humeur van het nieuws over een safaripark in India waar rumoer is ontstaan over een leeuw en een leeuwin die ongehuwd samenwonen in een verblijf. Dat ongehuwd is het probleem niet, maar de namen van de dieren wel. Leeuwin Sita en leeuw Akbar. Zij is naar een hindoegod vernoemd en hij naar een moslimheerser.

Daar hebben de gelovige hindoes het moeilijk mee omdat de moslimheerser Akbar in het verleden niet zo’n frisse jongen was. Zeker niet tegenover de hindoes, die over de zaak nog steeds furieus zijn.

Ik denk voortdurend aan het onschuldige leeuwenpaar dat zelf van niks weet. Misschien hebben ze het samen hartstikke leuk en beminnen ze elkaar af en toe als het gezellig donker is. Wie weet eten ze samen weleens een lammetje of een paar streepjes zebra, waarna ze gezellig in het zonnetje gaan liggen uitbuiken.

Daar vragen ze zich dan af waarom de halve stad verderop in de fik staat. Zoveel zwarte rookpluimen. En waarom maken die politiesirenes zoveel lawaai? Dat komt door de rellen die om hun namen zijn ontstaan. Men eist dat de leeuw en de leeuwin gescheiden worden. Misschien vallen er wel dooien.

Is het een idee om die lijken dan op te laten peuzelen door Sita en haar man? Dat scheelt het safaripark in de kosten. Het gaat dus alleen om de naam van de leeuw. Waarom noemen ze hem eigenlijk geen Paul? Paul de Leeuw. Klinkt gezellig. Maar dan worden er misschien weer gelovigen boos om de geaardheid van de man naar wie het beest vernoemd is. Of komen er uit het lhbtqia+-wereldje bezwaren omdat Paul met een andere leeuw moet wonen en niet geforceerd met een leeuwin. De mens is grappig en vooral aandoenlijk.

Over namen gesproken. Er gaan stemmen op om de Haagse Andries Bickerweg om te dopen in de Aleksej Navalnyweg. Daarmee kan je namelijk Poetin pesten omdat de Russische ambassade daar gevestigd is. En het is de bedoeling om dit niet alleen in Den Haag te doen, maar in alle steden op de wereld waar de Russen een ambassade of een consulaat hebben. Gewoon omdat ze dat dan op hun briefpapier moeten drukken.

Door de Navalnyweg heb je wel kans dat ze hun ambassades dan gaan verplaatsen. Misschien is het aardig om die nieuwe straten dan ook weer namen te geven van door Poetin vermoorde tegenstanders. Keus genoeg. Dan krijg je de Joesjenkovlaan, de Anna Politkovskajaboulevard of de Boris Berezovskidreef. Geen straten die je gemakkelijk uitspreekt. Wat te denken van de Joeri Sjtsjekotsjichinlaan? Dat je die straat na een leuke avond in een dorstig café tegen de taxichauffeur moet zeggen. Als ik daar woonde zou ik gaan verhuizen.

Sjtsjekotssjichin was een kritische journalist die in 2006 door onze vrolijke Vladimir uit de weg werd geruimd. Niet officieel vermoord trouwens. De man werd plots ziek en was twee weken later morsdood. De doodsoorzaak werd trouwens nooit onderzocht. Dat doet Poetin bij Navalny gelukkig wel. Hij neemt ruim de tijd om er achter te komen wat er nou toch tijdens dat wandelingetje precies gebeurd is. Siberisch koutje gevat? Zou zomaar kunnen.

Extreemrechts, dat graag heult met Poetin, is boos om het ludieke Navalnyweg-plannetje. Dan moet er wat hen betreft ook een Julian Assangeplein komen. Of een Edward Snowdensteeg. Van mij mag het, maar die moeten dan wel eerst vermoord worden. Laten we afspreken dat deze heren minimaal twee keer vergiftigd moeten worden. Of uit een hotelraam gekukeld. En verschrikkelijk opgesloten in een mensonterend strafkamp. Dat lijkt me een redelijke voorwaarde om een paadje naar iemand te vernoemen.

Ik ga maar eens een liedje over Poetin maken. Titel? Telkens weer.