Column | Tandeloos pensionadobankje

Begreep ik nou dat de van aanranding en verkrachting verdachte knuffelmarokkaan in de pauze van zijn rechtszaak gezellig stond te koffieleuten met jongens en meisjes uit de roddelindustrie? Geestig gegeven. Lekker klein landje zijn we toch.

En dat een heuse advocate, die ook regelmatig als een soort objectieve deskundige roddeltante aan de dagelijkse achterklaptafel van SBS zit, de knuffelmarokkaan helpt om zo goed mogelijk over te komen bij het kappersblaadjesjournaille? Madurodam is inderdaad onze hoofdstad.

Inmiddels begrijp ik dat de knuffelmarokkaan, die aanvankelijk gezien werd als een soort gezellige teddybeer, al was het maar omdat hij vier jaar geleden op het hele land een verpletterende indruk maakte toen hij in het goed bekeken DWDD als een overbezorgde papa een ontroerend liefdesliedje voor zijn kinderen zong. In tranen uiteraard. Maar die zitten hoog bij deze meneer. Die laat hij graag stromen.

Als ik sommige dames moet geloven hield hij inderdaad van knuffelen, maar dan wel onder zijn eigen voorwaarden. En die waren niet mals. Hoewel hij dat zelf weer ontkent. Hij rekent op de rechtspraak. Ik ook.

In de tsunami aan informatie in deze slepende rechtszaak kreeg ik ook af en toe de slappe lach. Bijvoorbeeld toen hij vertelde over de schrijfcursus waar hij duidelijk met zijn mededocenten had afgesproken dat zij de cursisten uitsluitend privébijles op hun eigen kamer zouden geven. Toch trof hij een collega in zijn kamer die daar druk bezig was met een intensieve bijles aan een dame. Uit de geschetste situatie had ik meer de indruk dat de leerling de leraar iets leerde dan andersom. Maar in elk geval dacht de verdachte dat hij mee mocht doen.

„Opdonderen”, zei de cursiste en dat irriteerde de knuffelmarokkaan die thuis geleerd heeft dat je met volle mond niet mag praten. De schrijfcursus vond plaats in Heiloo. Is het dan een heilloze cursus?

Terwijl ik dit stukje tik in de zinderende Siciliaanse zon denk ik aan donderdagavond toen ik op het pensionadobankje van het dorpje met wat collega-bejaarden de wereld doornam. Een van de tandeloze mannetjes had gehoord dat wij in Nederland een premier krijgen met een oortje in en dat hij voortdurend opdrachten krijgt van vier fractievoorzitters. Zij vertellen hem wat-ie moet vinden en zeggen en antwoorden. Een ander oudje werd vrolijk van het feit dat onze aanstaande landbouwminister ooit kandidate bij de Nederlandse Boer zoekt Vrouw was geweest. Ik moest toegeven dat dat waar was.

En of het dan ook waar was dat het die arme Geert Wilders niet lukte om binnen zijn periferie überhaupt onbesmette bewindslieden te vinden. Met een zacht schaamrood gaf ik dat toe. Toen begonnen ze te lachen omdat ze de volgende roddel absoluut niet geloofden: onze koning zou gezegd hebben dat ambtenaren, die de opdrachten van het bruine kabinet niet wilden uitvoeren, ontslag mochten nemen. Toen proesten ze met zijn vieren tegelijk: „En wat doet de koning zelf?”

Ik kon er ook niks aan doen. Het zijn verwarrende tijden. Of ik nog terug wilde naar Nederland? Waarom bleef ik niet bij hen? Geen regen, lekker warm, heerlijk eten en veel vrolijkheid in de gezellige straten.

‘Onder Meloni?”, zuchtte ik. Dat snapten ze. Toen begon er gelukkig een roomse processie en begon iedereen zacht en devoot te zingen en te bidden. De Etna gromde zachtjes mee. Volgens de oude mannetjes doet de boze berg dat sinds de laatste verkiezingsuitslag.

Net liep een van mijn vrienden op leeftijd langs. Wat ik aan het doen was. Ik vertelde dat ik een stukje voor de krant tikte. Dat dat nog mijn enige werk is. Hij vroeg waarom ik een haarband in had. Of dat met het voetbal te maken had? Ik vertelde hem dat ik een nieuwe carrière overweeg. Maar ik was toch met pensioen als komiek?

Ja, maar niet als artiest. Het bloed blijft kruipen.

„Als je maar niet gaat kleien of kliederen met verf”, lachte hij. Dat vond hij altijd zo zielig. Ik vertelde hem dat ik wat anders ging doen.

Wat?

Ik word rapper!