Column | Rutte had de naam van Mustafa Amhaouch wél geoefend

Petra de Koning

Op de ochtend van Prinsjesdag, vorige week, was in de Koninklijke Schouwburg van Den Haag alles wel zo’n keer of drie geoefend. De aankomst van de koninklijke familie, gespeeld door medewerkers van de koning en de koningin. Hoe de Commissie van In- en Uitgeleide, met acht leden van de Eerste en de Tweede Kamer, naast hen de schouwburg in zou lopen. En er weer uit, na de Troonrede. Volgens het protocol: hoe langer je Kamerlid was, hoe belangrijker in rang het lid van de familie dat je mocht begeleiden.

„Als je alles zo tot in de puntjes voorbereidt”, zegt Tweede Kamerlid Mustafa Amhaouch van het CDA een paar dagen later. „Waarom zou je dan niet óók even de namen oefenen van de leden van de Commissie van In- en Uitgeleide?” Hij was er een van. En toen de zaal rond één uur ’s middags vol zat met Kamerleden, het kabinet en al hun gasten en de NOS aan de live-uitzending was begonnen, stelde Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn hem voor als ‘de heer Am-haug’. In het commentaar op televisie werd hij ‘Amma-hoeg’ genoemd. Maar je zegt Am-hauschj.

Mustafa Amhaouch, uit het Limburgse dorp Panningen, werd in januari 2016 Kamerlid en kort daarna belde iemand van de griffie om te vragen hoe je zijn naam uitspreekt. In al die jaren dat griffiers daarna zijn naam voorlazen bij hoofdelijke stemmingen zei nooit iemand het verkeerd. Amhaouch noemt dat professioneel, en respectvol. „Je naam”, zegt hij, „is een belangrijk deel van wie je bent. Als iemand zijn best niet doet voor je naam, hoeveel interesse heeft die dan voor jou?”

Op de middelbare school waren er weleens kinderen die hem ‘Ammehoela’ noemden. Hij deed HTS en werkte twintig jaar bij ASML. Misschien, zegt hij, waren het daar vooral de buitenlanders met wie hij te maken had die zijn naam goed uitspraken. Nederlanders, denkt hij, zijn er „slordiger” in. „Maar we zijn een multicultureel land, er wonen hier niet meer alleen mensen die Jansen of Peters heten.”

Zijn vader, uit het noorden van Marokko, kwam in 1964 naar Nederland. Hij had daarvoor drie jaar in Frankrijk gewerkt en in de kabelfabriek in Limburg noemden collega’s hem François. „Daar had hij heel lang geen moeite mee, maar later wel. Hij heettte Mohammed, de naam van de profeet. Dat was voor hem waardevol. Hij is mensen gaan corrigeren.”

Mustafa Amhaouch doet dat ook. Hij laat me een Whatsapp-spraakbericht horen dat hij in juni 2022 naar de politiek assistent van Mark Rutte stuurde. Die dag was er een debat waar Amhaouch en Rutte allebei aan meededen. „Laat je Mark goed oefenen? Het is Am-hauschj hè, een beetje op zijn Duits.” Rutte, zegt hij, was al een paar keer over zijn naam gestruikeld.

En Rutte hád geoefend. Hij aarzelde heel even tussen ‘de heer…’ en ‘Amhaouch’. „Nu zeg ik het goed toch?” Dat was zo. Amhaouch knikte.