Column | Politici verrechtsen meer dan kiezers

Op een warme zondag in oktober organiseerden Trump-supporters in Florida de ‘Ultimate Trump Boat Parade’. Het was een uitzinnige optocht van toeterende motorjachten, met harde muziek en overal vlaggen: Amerikaanse vlaggen, vlaggen met Donald Trumps portret, met de tekst ‘MAGA’ – Make Amerika Great Again – en met hier en daar swastika’s. Ja, swastika’s. Clips op sociale media laten dat duidelijk zien. Boven het geraas van buitenboordmotoren riepen Trump-aanhangers met swastika’s en schedels op hun T-shirt dingen als „Make Amerika white again!” en „Heil Trump”. Er waren er die de nazigroet brachten.

Sommige Republikeinen zeiden dat boten met swastika’s snel geweerd waren van de parade. Anderen beweerden dat er helemaal geen swastika’s waren en dat de Democraten de filmpjes met AI hadden gemaakt. Hoe dan ook, die swastika’s gingen de wereld rond in een week waarin Kamala Harris Trump voor „fascist” uitmaakte. Dit alles bevestigt het beeld dat Amerika enorm verrechtst. En dat het niet vreemd zou zijn als Trump op 5 november weer gekozen wordt. De implicatie is: Trump vertegenwoordigt iets dat leeft in de samenleving. In een democratie maken burgers immers bij elke verkiezing de afweging welke partij hun opvattingen en belangen het best vertegenwoordigt. Als Trump wint, komt dat doordat de publieke opinie in Amerika naar rechts schuift en mensen anders denken dan vroeger over migratie, veiligheid of de economie.

Maar is dat wel zo? De Amerikaanse politicoloog Larry Bartels zegt van niet. Hij doet al jaren onderzoek naar de publieke opinie in Amerika en Europa, waar velen ook zeggen dat kiezers verrechtsen. Bartels concludeerde al in 2016 – toen Trump tot president werd gekozen – in een boek dat hij met vakgenoot Christopher Achen schreef, Democracy For Realists; Why Elections Do Not Produce Responsive Government, dat de publieke opinie zelfs over migratie amper is verschoven afgelopen jaren. Wie er verschoven zijn, zijn de politici. Volgens Bartels hechten wij te veel aan de romantische „folklore-theorie” van de democratie aangestuurd door kiezers. Het is veel cynischer: niet de kiezer, maar politieke elites bepalen het lot van de democratie.

Amerikaanse kiezers steeds rechtser? Hou toch op!

Als conservatieve kiezers alleen extreemrechtse partijen op hun stembiljet zien, moet je niet verbaasd zijn dat die partijen goed boeren. Maar dat betekent niet dat kiezers ineens extreemrechts zijn geworden. In een artikel in Foreign Affairs, deze week, houdt Bartels Republikeinse politici, niet kiezers, verantwoordelijk voor Trumps mogelijke winst op dinsdag. Als zij afstand hadden genomen van de bestorming van het Capitool en Trumps aantijging dat zijn verkiezingswinst in 2020 is „gestolen”, was het politieke discours in Amerika nu anders geweest. Als de Republikeinen hun rug recht hadden gehouden, en alle gematigden niet de partij uit hadden gewerkt, hadden rechtse kiezers nu niet op Trump hoeven stemmen, een veroordeelde charlatan die weinig opheeft met de democratie. Maar goed, zo is het nu en dus stemmen ze op Trump. Zelfs als Trump een fascist is, betekent dat nog niet dat zijn kiezers dat zijn. Verkiezingen gaan amper over issues. Veel kiezers zijn te druk met werk en familie om hun standpunt over klimaat of handel te bepalen, laat staan complexe begrippen als ‘democratie’. Ze stemmen omdat ze bij een partij willen horen. Of, steeds vaker, omdat ze niet bij een àndere partij willen horen.

Een peilingbureau liet laatst honderd beleidsvoorstellen van Trump en Harris door kiezers beoordelen, zonder te vermelden wie wat had voorgesteld. Harris’ voorstellen kregen bijna allemaal meerderheidssteun, ook bij Republikeinse kiezers. Trumps voorstellen waren veel minder populair. Amerikaanse kiezers steeds rechtser? Hou toch op.

Als Trump dinsdag wint, zullen Viktor Orbán, Geert Wilders en andere extreemrechtse politieke agitators in Europa roepen: „Het volk heeft gesproken!” Ze zullen het gebruiken als legitimatie voor meer extremisme, zodat zij meer macht krijgen, ook hier. Trap er niet in. ‘Het volk’ zit gewoon in het politieke midden. Het zijn politici die bepalen of het daar blijft of niet.