De aan zichzelf verslaafde Gordon ging onlangs met een karig, bij de benzinepomp gescoord bosje bloemen op zoek naar het graf van zijn grote idool Whitney Houston. Uiteraard was er een camera bij. Dit soort mensen doet niks voor niks.
Hij kwam bij een bescheiden graf waarin de wereldster na een bewogen en dramatisch geëindigd leven dicht bij haar moeder en dochter rust. Die dochter had net als Whitney ook geen vredig sterfbed.
De uitgezongen volkszanger dacht onmiddellijk: hier valt wat te halen en misschien kan ik hier internationaal ook een behoorlijk slaatje uit slaan.
Inmiddels schijnt hij een stichting te hebben opgericht. Die gaat voor de zangeres alsnog een protserige tombe regelen. Of hij dit in overleg doet met de familie Houston is nog niet geheel duidelijk. Volgens Gordon hoeft dat ook niet. Zoals hij ook geen toestemming van de begraafplaats nodig schijnt te hebben.
Of dat waar is? Volgens mij heeft Gordon dat na een paar lekkere lijntjes bedacht. Of is hij al met een begrafenisondernemer en een aannemer onderweg? Misschien is het een idee om het slopen door de Nederlandse Whitney Houston te laten doen? Glennis Grace heeft ervaring.
Maar het is toch interessant dat een of andere doorgesnoven Amsterdamse idioot het in zijn vermolmde harses haalt om schaamteloos schennis te gaan plegen op het graf van een van de grootste wereldsterren van de vorige eeuw. En alleen maar omdat deze meneer, die ooit een redelijk moppie zong, naar aandacht snakt. De gevallen polderster die in zijn tragische nadagen als Blaricumse barista koffie moet leuten met Gooise vrouwen, die ik in mijn baldadige jaren strak getrokken botoxteefjes noemde.
Natuurlijk weet ik ook wel dat het allemaal niet doorgaat en dat het een vloek en een zucht van een door coke beschadigd warhoofd is, maar gaat het niet net even te ver dat hij op het graf van de grote Whitney Houston danst?
Bejaarde artiesten zijn zielig. Ik weet daar alles van, maar mijn advies is: word netjes oud. Zoals de grote schrijfster Heleen van Royen. Dit bestsellerkanon heeft ervoor gekozen om zich op haar oude dag voor een paar tientjes uit te kleden op een of andere zielige internetsite voor ongeletterde hoerenlopers. Daar ontdoet ze zich eerst van haar scootmobiel, daarna van haar rollator en als er dan nog klanten zijn trekt ze voor twee euro per persoon haar schoenen uit.
Misschien zijn er wel lieve mensen die geld willen betalen als ze weer wat aantrekt. Uit meelij. Maar Heleen is zo netjes om zachtjes op haar eigen graf te dansen en dooien met rust te laten. Maar je zal toch als familie Houston, die godvergeten veel heeft meegemaakt met die arme Whitney, in gesprek moeten met een vals kwelende marktkoopman van de Albert Cuyp, die het graf te sober vindt.
Maar misschien is die eenvoud van dat graf nou net de wijsheid van die familie. Dat we allemaal maar modderende stumperds waren en dat de een wat meer geld of geluk heeft gehad dan de ander. Dood is dood. Laat de overledenen met rust.
Onlangs bezocht ik op Sicilië een prachtige begraafplaats waar de rijke families lagen te rusten in protserige paleizen en de gewone mensen in lieve, op elkaar gestapelde laatjes. En omdat het kerkhof vlak aan zee ligt is er ook een veld met verdronken vluchtelingen zonder naam. Houten kruizen met alleen een nummer. Omgekomen gelukzoekers. Even dacht ik: verdienen die mensen geen klein gedenkteken? Zou Marjolein Faber daar aan mee willen betalen omdat ze Ter Apel nooit gehaald hebben? Hoe worden de duizenden uitgehongerde Gazanen opgeborgen? Die gaan met ambulance en al een kuil in. En de vermoorde Oekraïners? Maar van ieders laatste rustplaats blijf je af.
Tot nu toe had ik me voorgenomen om me na mijn dood te laten begraven, maar ik heb dat sinds gisteren veranderd in cremeren en daarna in een potje. De notaris vroeg of ik het zeker wist. Zolang Gordon hier nog ronddoolt neem ik geen enkel risico.
In de afgelopen nacht zijn in Rusland twee bruggen ingestort. Hierbij zijn zeker zeven doden gevallen. Ook raakten tientallen mensen gewond. Afgelopen nacht begaf een viaduct in Brjansk het, waarna een trein ontspoorde doordat vallend puin op de rails terechtkwam. Een deel van het viaduct kwam daarna op de trein terecht.
De directe oorzaak is niet duidelijk. Russische staatsmedia melden dat het viaduct als gevolg van een explosie is ingestort. In de trein zaten 379 passagiers, van wie zeker 47 gewond zijn geraakt. Er zijn inmiddels tientallen hulpverleners naar het gebied gestuurd.
De spoorwegmaatschappij meldt dat er sprake is van sabotage. De Russen beschuldigen Oekraïne. Brjansk ligt in de grensregio tussen Oekraïne en Rusland en is regelmatig het doelwit van drone-aanvallen en beschietingen van Oekraïne. Kyiv heeft nog niet gereageerd op de Russische aantijgingen.
Ook in de regio Koersk, eveneens in de buurt van Oekraïne, begaf een brug het toen daar een goederentrein overheen reed. Voor zover bekend is een van de machinisten gewond geraakt. De Russische autoriteiten hebben een onderzoek geopend naar beide incidenten; waarvan het onduidelijk is of ze verband houden met elkaar.
Geef hem nooit geld, hoogstens een leeg blikje of flesje. Reginald Houndjago vond trots in zijn werk als statiegeldjager, was betrokken bij de oprichting van een ‘vakbond’ en mag bij de wethouder op gesprek. Wanneer mag werk een baan heten?
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected]
Het lijkt alsof hij wakker schrikt, zodra de handen van wisselspeler Davide Fratesi zachtjes op zijn schouders landen. Denzel Dumfries staat op de middenlijn, een paar meter van de spelerstunnel, en heft aarzelend het hoofd. Versteend leek de verdediger van Inter, ruim een minuut lang, hier in de broeierige Allianz Arena in München. De armen in de zij, het hoofd gebogen, de blik op oneindig.
Hij had gehoopt dat het ditmaal wél zijn avond zou worden, na de krappe nederlaag van twee jaar geleden. Maar de tweede Champions League-finale in zijn loopbaan eindigde zaterdagavond op de slechtst denkbare wijze. Tegenstander Paris Saint-Germain was ongrijpbaar, dodelijk efficiënt. Op de borden boven het veld staat een uitslag die Dumfries liever niet ziet: 5-0, de grootste nederlaag ooit in een finale van dit toernooi.
Terwijl aan de overzijde van het veld de ploeg van trainer Luis Enrique de prijs viert waar de steenrijke Qatarese eigenaren van PSG al meer dan tien jaar van dromen, sjokt Dumfries traag naar het Italiaanse publiek. Voor een inmiddels halflege tribune geeft de Nederlander drie teamgenoten een bemoedigend tikje op de arm. Dan zakt hij door de knieën, het hoofd omlaag, een hand onder de kin. Lang blijft hij zo zitten.
Hij en zijn teamgenoten waren als onderliggende partij aan de finale begonnen, tegen een energiek en moeilijk af te stoppen PSG. Maar dat waren ze dit seizoen al zo vaak geweest. Wie had verwacht dat Inter in de halve finales zou winnen van de supertalenten van FC Barcelona met hun vlotte positiespel? En toch was het gelukt, voor een belangrijk deel dankzij Dumfries, die met twee goals en drie assists het tweeluik kleurde.
Een “idool” is hij inmiddels voor de Milanese fans, vertelde sportjournalist Filippo Conticello van La Gazzetta dello Sport in aanloop naar wedstrijd. Na een moeizame start, bijna vier jaar geleden, had Dumfries (29) zich bij Inter stormachtig ontwikkeld. In het elftal van trainer Simone Inzaghi wordt hij beschouwd als “een van de belangrijkste wapens”. Met zijn bezieling gaat hij vaak voorop in de strijd.
Tegen PSG mikt Inter weer op de dreiging van Dumfries, de rechter vleugelspeler op een vijfmans middenveld. Vaak staat hij gevaarlijk hoog op het veld. Alleen onder druk zakt hij mee in, om de snelle buitenspeler Chvitsja Kvaratschelia te dekken. Maar zodra Inter de bal onderschept, zoekt Dumfries meteen de ruimte. Maar anders dan tegen Barcelona komt de gehoopte dieptepass zaterdagavond zelden.
‘Harde voeten’
Twee jaar geleden stond hij hier ook, in de finale van het grootste clubtoernooi op aarde. Ze verloren nipt met 1-0, tegen een superieur geacht Manchester City. Hoe Dumfries die avond verwerkte? “Volgens mij is hij meteen daarna op vakantie gegaan”, zegt Daniel Esajas, een van zijn betere vrienden. “Hij is in dat soort dingen vrij relaxed.” Een ander zou misschien denken: wat als die kans nooit meer komt? Maar bij Dumfries werkt het omgekeerd, zegt Esajas. “In zijn hoofd is het: ik ga zórgen dat die kans nog een keer komt.”
Dat onwrikbare vertrouwen had hij als tiener al, zag Esajas, die Dumfries leerde kennen bij amateurclub BVV Barendrecht. In die tijd zag geen scout nog iets in de verdediger, maar zelf twijfelde hij er geen moment aan dat hij wereldtop zou halen. Over de route die doorliep, is veel geschreven: van Sparta, naar sc Heerenveen, naar PSV, naar Internazionale. “En overal zeiden mensen: dit is wel echt zijn max”, aldus Esajas.
Misschien dat het komt door zijn “harde voeten”. Dumfries begon er zelf over, bijna zeven jaar geleden, in zijn eerste seizoen bij PSV. Fysiek blonk hij uit, alleen technisch kon het allemaal nog wel wat verzorgder, oordeelde hij voor de camera’s. Zijn passing was soms onnauwkeurig, hij was niet altijd even balvast. Of zoals de verdediger het zelf samenvatte: “Het ziet er soms wat lomp uit.”
Eindeloos trainde hij voor zichzelf om zijn voeten ‘zachter’ te maken, zag Esajas. Vele honderden uren extra arbeid waarvan de buitenwereld nooit iets zag. Dribbelen, aannemen en kaatsen, ook met tennisballen, voor een betere balbeheersing. Toch blijft dat imago hem achtervolgen, merkt Esajas, vooral in Nederland. Alsof de buitenwereld telkens weer verrast is hoe beslissend Dumfries kan zijn.
De verdediger zelf trekt zich er niets van aan, weet zijn vriend. Voor Dumfries is twijfel vooral een drijfveer: hij gaat er nog harder van werken om het ongelijk van anderen te bewijzen. Dat doet hij met een inmiddels omvangrijk team van specialisten die hem helpen nog nét iets beter te worden. Waaronder een mental coach, een personal trainer op het gebied van positionering en een coach die hem lichtvoetiger en wendbaarder maakt: oud-atleet Errol Esajas, de oom van Daniel.
De effecten daarvan zijn niet te missen, zegt journalist Conticello, de laatste jaren clubvolger van Inter bij La Gazzetta. Sinds de verloren finale van 2023 is Dumfries volgens hem nóg beter geworden, nog beslissender in het team. “Hij maakte dit seizoen elf doelpunten. Dat is heel ongewoon voor iemand op zijn positie.”
Ruimte benutten
Een van die verbeteringen is hoezeer Dumfries erin slaagt de ruimte te vinden om een actie te maken en zijn snelheid te benutten. Want het leek misschien alsof Barcelona de vleugelspeler van Inter grote delen van de halve finale ongedekt liet, maar dat was vooral de verdienste van Dumfries zelf, zegt Patrick Woerst, de trainer die hem helpt met het verbeteren van zijn positionering en observatievermogen.
Ook in de finale tegen PSG is dat te zien, weliswaar niet zo vaak als in eerdere duels. Een voorbeeld is de actie na 36 minuten, als centrumverdediger Benjamin Pavard de bal heeft en Dumfries aan de rechterkant uitzakt om zich aan te bieden. Voorheen zou hij in zulke gevallen met zijn lichaam naar het eigen doel zijn gerend, zegt Woerst. Maar zo’n “gesloten houding” maakt spelers kwetsbaar: ze weten niet waar hun tegenstander is, kunnen niet zien waar de ruimte ligt en ze hebben meer tijd nodig om zich open te draaien.
De afgelopen jaren heeft Dumfries daarom veel getraind om “open” te kunnen staan, zegt Woerst. Als hij zich nu aanbiedt, is zijn bovenlichaam al half naar het doel van de tegenstander gedraaid. Dumfries maakt daarbij gebruik van een dribbelpasje, waarbij hij zijwaarts loopt, de benen elkaar kruisend. “Je merkt dat hij, omdat hij ook met Errol (zijn looptrainer) werkt, zoiets motorisch heel goed kan uitvoeren”, zegt Woerst. Het gevolg is dat hij meer tijd en ruimte heeft voor een actie, al leidt de pass die hij zaterdag vervolgens geeft richting aanvaller Lautaro Martinez tot niets.
Een ander voorbeeld is hoe hij ruimte maakt voor een voorzet, enkele minuten later. Zodra Inter de bal onderschept aan de linkerkant begint Dumfries op rechts al achteruit te dribbelen, richting de zijlijn. Telkens probeert hij “hij uit het gezichtsveld” van zijn tegenstanders te verdwijnen, zegt Woerst. Het gevolg is nu dat de afstand zo groot is, dat PSG-back Nuno Mendes te laat komt om de voorzet te blokkeren. Maar ook deze bal eindigt zonder gevaar.
Slordig
Het verschil met voorgaande rondes is dat Inter er zaterdag nauwelijks in slaagt Dumfries in positie te brengen. Zoals de ploeg ook amper toekomt aan de feilloze combinaties waarmee de ploeg van Inzaghi dit seizoen soms binnen een paar balcontacten het hele veld overstak. Dat heeft veel te maken met de verzengende druk die PSG speelt. Tegelijkertijd is Inter vaak slordig in de passing: regelmatig worden ballen op een kansrijke positie zomaar bij een tegenstander ingeleverd.
PSG, daarentegen, is net zo efficiënt en dreigend als anders. Dat leidt al snel tot het openingsdoelpunt, na elf minuten, als Vitinha ongestoord vanuit het middenveld kan opkomen. Met zijn pass vindt hij Désiré Doué, op papier rechtsbuiten, maar nu links op het veld opgedoken. Die heeft voor het doel teamgenoten voor het uitkiezen en gaat voor Achraf Hakimi: 1-0.
Ook de tweede treffer valt snel, uit een pass van Ousmane Dembélé achter de verdediging langs op Doué. Zijn schot kaatst via de flank van Inter-vleugelspeler Federico Dimarco in het doel. Dumfries klapt op dat moment nog fanatiek in zijn handen, in een poging zijn teamgenoten aan te sporen. Maar als Inter een klein halfuur later naar de kleedkamer loopt, hangen veel hoofden al omlaag.
Het lijkt een kwestie van tijd voor PSG nog eens scoort, zo vaak is de Franse ploeg gevaarlijk via zijn snelle voorhoede. Als dat doelpunt na een dik uur valt – opnieuw Doué – vertoont ook Dumfries de eerste sporen van ergernis. Hij neemt een teug uit een flesje drinken en slingert dat vervolgens gefrustreerd weg. Tien minuten later, na de 4-0 van Kvaratschelia, verstopt hij zijn hoofd in zijn shirt.
Het is een resultaat dat pijn doet, zegt Dumfries even later voor de camera’s. Maar de hebben het ook te accepteren: Inter slaagde er geen moment in om volgens het wedstrijdplan te spelen, dus een andere uitkomst zou onterecht zijn geweest. Na de 3-0 had hij al wel door dat het niet ging gebeuren. Dat het deze zaterdag opnieuw niet de finale van Denzel Dumfries ging worden, maar dat hij toeschouwer zou zijn van de eerste keer dat PSG de Champions League won.