Column | Op reis door de Baltische bloedlanden

Soms zeggen foto’s meer over historische gebeurtenissen dan woorden. Ik merk het nu ik door Litouwen reis en Siberian Exiles van de Duitse documentairefotograaf Claudia Heinermann (1967) bekijk. Meteen begrijp je waarom ze in de Baltische landen zo bang zijn voor een Russische invasie. Ze hebben die tenslotte al eens eerder meegemaakt. Als gevolg van het in 1939 tussen Hitler en Stalin gesloten Molotov-Ribbentroppact viel de Sovjet-Unie in 1940 het onafhankelijke Litouwen, Letland en Litouwen binnen. Meteen begon Stalin een terreur tegen de lokale bevolking. Tot aan de dood van de dictator in 1953 zouden zo’n 600.000 mannen, vrouwen en kinderen, bijna tien procent van de totale bevolking van die landen, naar Siberische goelagkampen worden gedeporteerd. Onder hen zo’n 282.000 Litouwers, van wie tienduizenden het niet overleefden.

Aan de hand van zowel een schetsboek over het dagelijks leven in zo’n kamp als familie- en reportagefoto’s laat Heinermann overlevenden van die deportaties hun verhaal vertellen over hun ontberingen in gebieden boven de Poolcirkel waar het tien maanden per jaar winter is.

Vooral aan de Laptjev Zee in het Hoge Noorden was het een hel. Zonder winterkleren moesten de gevangenen er hun eigen hutten bouwen, terwijl er geen gereedschap voorhanden was. Hongersnood en ziektes waren aan de orde van de dag.

Vijf jaar na de dood van Stalin mochten ze terug naar huis, waar ze door hun landgenoten als melaatsen werden behandeld. Niet voor niets zouden hun kinderen vaak actief worden in de onafhankelijkheidsbeweging Sajudis, die eind jaren tachtig werd opgericht en in 1992 succes boekte.

De overlevenden die Heinermann spreekt en fotografeert waren kinderen toen ze in 1941 naar de Goelag werden gedeporteerd. Hun ouders behoorden tot de maatschappelijke bovenlaag en waren vaak officieren en leraren, aan wie ze met veel liefde terugdenken. Juist die elite moest worden uitgewist, meende Stalin.

In de zomer van 1941 vielen de Duitsers de Sovjet-Unie binnen. Uit woede over de Sovjet-terreur sloten zo’n 20.000 Litouwers zich bij hen aan om de 220.000 Joden in hun land te helpen vermoorden, omdat ze die verantwoordelijk stelden voor de terreur van Stalin. Over die medeplichtigheid verscheen Onze mensen. Holocaust in Litouwen. Collaboratie, ontkenning, verdraaiing van journaliste Ruta Vanagaite en nazi-jager Efraim Zuroff. Toen het boek in 2016 in Litouwen uitkwam, veroorzaakte het een rel, omdat veel Litouwers niet aan de collaboratie van hun ouders en grootouders herinnerd wilden worden. De uitgever haalde Onze mensen daarom terug uit de boekhandel. Vanagaite moest zelfs het land ontvluchten. Toch ontkomt in Litouwen niemand aan de sporen van moord op de Joden, want in het landschap waar ik doorheen rijd, wijzen overal bordjes naar kuilen waar voor 1941 de Joodse sjtetls bestonden en de inwoners zijn vermoord.

Vanagaite begon haar onderzoek toen ze ontdekte dat haar oom waarschijnlijk aan de moord op de Joden had deelgenomen. Samen met Zuroff sprak ze ooggetuigen, die vertelden hoe Litouwse Einsatzgruppen tegen de Joden tekeer gingen. Die verhalen zijn zo gruwelijk dat je er geen foto van hoeft te zien en je genoeg hebt aan wat woorden. En dan nog begrijp je niet waarom mensen elkaar dit leed hebben aangedaan.