Column | On the campaign trail

Het is voor Amerika-deskundigen iedere vier jaar weer een lastige afweging: je kunt in verkiezingstijd elke dag wel bij een talkshow een dagvergoeding ophalen, maar tegelijkertijd ben je geen knip voor de neus waard als je niet juist nu in Amerika zit.

‘On the campaign trail’.

Charles Groenhuijsen (geen idee of hij alweer terug is, óf hij terug is) ontpopte zich de afgelopen maanden tot een Hunter S. Thompson. De barokke beelden van Charles terwijl hij als een puber in een camper door het land trok waren hartverscheurend.

Je hebt journalisten, en je hebt Charles Groenhuijsen. Als jij met een mijnwerkerslamp op je kop vanuit een hoogslaper fluisterend uitlegt waarom The Democrats moeten winnen ben je een hele grote. Sowieso als je vanuit de Rocky Mountains ‘live’ gaat omdat je denkt dat het land direct jouw duiding behoeft.

Er zijn inmiddels zoveel Amerika-deskundigen dat ik de tel kwijt ben, wat ze zenden is vooral het beeld van een land in de war. Ik kijk graag naar hun bijdragen, dat relativeert onze ellende enorm. Een figuur als Marjolein Faber is bij ons nog een uitwas, maar vooralsnog wil ze nog niemand tegen de muur zetten. Dat is de volgde fase en die is in de Verenigde Staten allang ingegaan.

Het is geen eye opener meer. In de Verenigde Staten weten ze zelf allang dat de helft van hun bevolking er geschift is, en wij weten het ook al jaren, laat dat maar aan de Nederlandse media over. Ik durf er inmiddels niet meer met kinderen naartoe op vakantie. De uitwassen worden nauwkeurig in beeld gebracht. Het goud loopt daar op straat en ook als je de school van journalistiek niet hebt uitgezeten kan je het. Reis naar het Zuiden, loop de straat op en houdt een microfoon onder de eerste de beste voorbijganger die er extravagant uitziet en hup, daar heb je je item.

Twan Huys zat dinsdagavond bij Bar Laat The States te duiden en om ons voor te bereiden op zijn afreizen en het grote journalistieke werk dat hij er weer gaat verrichten. Twan zegt dat het daar nu 1939 is.

Shit, toen begon de Tweede Wereldoorlog al, dan is het dus al te laat.

Het loopt volgens Twan hoe dan ook slecht af daar.

Of er komt een burgeroorlog.

Of er komt een gek aan de macht.

Gelukkig bestaat hij om de onvermijdelijke Kladderadatsch voor ons te documenteren. Normaal zeg je dan ‘sterkte’. Of : ‘kijk uit Twan!’.

Bij Twan denk je: ‘fijn dat juist jij gaat.’

Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.