Column | ‘Niet rendabel’, en zo wordt alles van waarde gesloopt

Monsieur le president/ Je vous fais une lettre/ Que vous lirez peut-être/ Si vous avez le temps – aldus Boris Vian in Le Deserteur. (Mais que les Néerlandais ne peuvent pas lire/ parce qu’ils ont abandonné votre langue).

Dag Frans, dag Duits, dag Arabisch, dag Keltisch, dag Italiaans, dag Koreaans, dag Turks, dag Chinees, dag Japans. Vanaf het studiejaar 2026-2027 verdwijnen tal van bacheloropleidingen. De Universiteit Utrecht stopt met de bachelors Duits, Frans, islam, Arabisch, Keltisch en religiewetenschappen. De Universiteit Leiden laat Frans, Duits en Italiaans fuseren tot de bachelor Europese talen en culturen en Chinees, Japans, Koreaans en Zuid- en Zuidoost-Aziëstudies worden samengevoegd tot de bachelor Aziëstudies. Studenten hebben inmiddels een e-mail ontvangen dat zij hun studie nog kunnen afronden, maar dat er geen nieuwe studenten meer kunnen beginnen.

De reden voor de bezuinigingen zijn de gestegen salariskosten. Daar komen de aangekondigde bezuinigingen van het kabinet bovenop. Anders dan sommigen denken zijn die bezuinigingen niet de oorzaak van de ontstane situatie. Het is de voortzetting van een langdurig ‘liberaal’ VVD-beleid, waarin marktwerking in het onderwijs leidend is geworden. De calculatie is de volgende: om een vak ‘rendabel’ te houden, moet je 25 studenten per vak hebben. Deze financiële blik op onderwijs raakt vooral de geesteswetenschappen, in het bijzonder de ‘kleine’ talen die te kampen hebben met lage studentenaantallen.

Intussen wordt er geen waardendiscussie gevoerd: wat vinden we belangrijk en waarom? Wat betekent het bijvoorbeeld als je Frans en Duits niet meer als zelfstandige studies aan biedt? Is dat erg? Ja, het is erg. Frankrijk en Duitsland zijn nabije Europese buurlanden, en als we onze buren niet kunnen begrijpen, hun taal niet kunnen lezen en spreken, dan hebben we ook geen culturele toegang meer tot elkaar. De volgende stap is dat het vak Duits en Frans zullen verdwijnen als schoolvakken. Immers: er zijn geen leraren Duits en Frans meer straks. En daarna? De opleiding Nederlands schrappen, want ‘niet rendabel’? Oh wacht, dat is al gebeurd! Op de Vrije Universiteit. Het ergste: dat je je vervolgens voortdurend moet legitimeren om aan de calculerende bestuurders uit te leggen wat het nut is.

Het toeval wil dat zich afgelopen maand een onverwachte medestander meldde om de geesteswetenschappen een hart onder de riem te steken. De paus riep in een brief op tot het lezen van literatuur en de bescherming van de geesteswetenschappen. Hij schrijft met waardering voor onder meer het werk van Marcel Proust, García Lorca en T.S. Eliot. Argwanend las ik zijn brief (ik ben geconditioneerd om conservatief religieuzen als vijanden van het vrije woord en kunsten te beschouwen), maar van de eerste bladzijde werd ik behoorlijk vrolijk, daarin staat alles wat ik ook vind. Literatuur is schoonheid, meditatie, reflectie, verdieping en noodzakelijk voor medemenselijkheid!

Geen addertje onder het gras? Nou ja, filosoof Rosi Braidotti merkt terecht op dat de paus een mannelijk gecentreerd, eurocentrisch humanisme herhaalt onder het mom van ‘universeel’ („Reactionaire restauratie van de ‘Sciences of Man’”, appte ze me). Het gaat de paus uiteindelijk om de priesteropleidingen, en inderdaad, na die eerste bladzijde wordt het flink kerkelijk, hij leest de letteren door een christelijke bril. Toch is het een positief geluid, en dat geldt ook voor The Edinburgh Companion tot the New European Humanities (2024, Braidotti e.a.). Daarin tref je geen naar zuurstof happende zelflegitimering, maar de ongemakkelijke waarheid. Namelijk dat er iets grondig mis is – niet met de geesteswetenschappen – maar met een wereld die deze in verdrukking duwt. En als wij dat niet willen, zo’n verschraling van de cultuur, van de letteren, van de rijkdom aan talen, van ons mens-zijn, van alles wat het leven zo de moeite waard maakt, kunnen wij dat ook stoppen! Daarvoor moet het systeem op de schop, het rendementsdenken dat onderwijs als een bedrijf ziet in plaats van als de zuurstof en ruggengraat van de samenleving.

Leg tot slot nog even aan onze nabije buren uit dat we ze niet meer gaan bestuderen, dat we het gewoon pas très important vinden. Ik koester het leren van Frans aan de hand van Franse chansons. Niet zodat we croissants konden kopen, of met een vakantieliefde wat woorden zouden kunnen wisselen, maar omdat we zo kennismaakten met de ziel, geschiedenis en cultuur van een land. Ik was zestien en diep geraakt door het weergaloos, immer relevante Le Deserteur (1954) van Boris Vian. Monsieur le Président/ Je ne veux pas la faire/ Je ne suis pas sur terre/ Pour tuer des pauvres gens.

Stine Jensen is filosoof en schrijver. Ze schrijft om de week een column op deze plek.