In de jaren negentig, toen koning Hoessein Jordanië nog regeerde, bleek uit opiniepeilingen dat de Moslimbroeders steeds populairder werden. Dat zinde de koning helemaal niet. Jordanië had net vrede gesloten met Israël. De Broeders waren daar tegen. De koning besloot dat drastisch optreden geboden was. Dus kondigde hij op tv aan dat hij met onmiddellijke ingang twee Moslimbroeders minister ging maken. Iedereen was verbijsterd. Het ging niet om sleutelposten, maar toch: dit was nooit eerder vertoond.
Wat volgde, zou Emmanuel Macron waarschijnlijk hogelijk interesseren. En de rest van Europa ook, dat met angst en beven afwacht wat het voor hen betekent dat Macron nieuwe verkiezingen heeft uitgeschreven en Frankrijk misschien een anti-Europese, anti-Amerikaanse, pro-Russische regering krijgt.
Wel, in Jordanië werd het een fiasco voor de Moslimbroeders. Zo kreeg de ene nieuwe Jordaanse minister Onderwijs. Hij was onvoorbereid, maar nam meteen twee kordate besluiten: dat er meer Koranles en minder Engelse les zou komen op scholen, en dat vrouwen op het ministerie zouden worden ontslagen. Meteen regende het protesten. Jordaniërs sturen hun kinderen graag naar universiteiten in Amerika of Engeland. Koranles, prima – maar niet ten koste van de taalbeheersing van hun nageslacht. Maar op het ministerie werden de protesttelefoontjes niet opgenomen: de telefonistes waren weggestuurd maar nog niet vervangen.
Dat maakte burgers nog bozer. Binnen de kortste keren was het chaos bij Onderwijs. Ook de andere minister maakte er een potje van. En ja: na een paar maanden smeekten de Broeders koning Hoessein of hij de twee ministers alsjeblieft wilde laten gaan. Precies het effect waar de koning, die oude vos, op had gehoopt.
Met zijn verrassende aankondiging om de Assemblée te ontbinden, hoopt president Macron in Frankrijk hetzelfde te doen met Marine Le Pens Rassemblement National (RN): een partij die steeds populairder wordt door eeuwig de regering te bekritiseren en kiezers simplistische oplossingen te beloven, eindelijk de kans geven op bestuurlijke verantwoordelijkheid – en daarmee de kans om zichzelf af te branden. Zoals Janan Ganesh in de Financial Times schreef: „De status quo waarbij populisten op tv zijn, op het podium, maar nergens aansprakelijk voor zijn, is onhoudbaar.” Macrons gok is groter dan die van koning Hoessein. Hoessein was geliefd, Macron niet. In Frankrijk gaat het niet om twee ministers, maar om de hele regering. Bovendien heeft Frankrijk over drie jaar presidentsverkiezingen, die Le Pen kan winnen, terwijl de Jordaanse koning de macht gewoon doorgeeft aan zijn zoon. De interne machtsstrijd die losbarstte op links en rechts mag bijna amusant zijn, de peilingen zien er slecht uit voor Macron.
De vraag is dus hoe verantwoordelijk zijn actie is, nationaal en in Europees verband. De president, niet de regering, gaat over defensie en buitenlandpolitiek. Hij is degene die naar Europese toppen gaat, niet de premier. Maar Le Pen zegt steeds dat zij Europese regelingen wil opzeggen die „niet goed zijn voor Frankrijk”. De euro kan klappen krijgen. RN kan wapenleveranties en geldstromen aan Oekraïne blokkeren en onderhandelingen over de Europese meerjarenbegroting bemoeilijken, om maar twee grote Europese hoofdpijndossiers te noemen.
De consternatie in Brussel is daarom begrijpelijk. Dat lidstaten nationaal maar wat aanrommelen zonder één seconde aan het gezamenlijke Europese belang te denken, werd weer eens bewezen. Omdat de lidstaten in Brussel alle besluiten nemen – en steeds belangrijker besluiten – is het hele Europese systeem afhankelijk van de grillen in 27 hoofdsteden. En Frankrijk is niet zomaar een lidstaat, maar een van de grootste en belangrijkste. De Europese integratie begon in de jaren vijftig om te zorgen dat Frankrijk en Duitsland nooit meer oorlog zouden voeren.
Dat is allemaal zo. Tegelijkertijd laten de Europese verkiezingen van vorige week een interessante dynamiek zien die in de hysterie over extreemrechts enigszins is ondergesneeuwd.
In bijna alle landen waar radicaal- of extreemrechtse populisten afgelopen jaren groot zijn geworden of hebben (mee)geregeerd, hebben ze klop gekregen – in Scandinavië, Roemenië, Slowakije, Bulgarije, Polen. In Hongarije kreeg een anti-Orbánpartij uit het niets 31 procent. De centrumrechtse Oostenrijkse ÖVP eindigde na extreemrechts, maar scoorde beter dan voorzien. In Nederland en België werden middenpartijen onverwacht het grootst. Talkshows, debatten en podcasts focusten vooral op de rechts-extremen. De werkelijkheid is meer gelaagd.
Vooral Europees centrumrechts is gegroeid. En centrumrechts probeert in het Europees Parlement, na eerdere vrijerijen met radicaal-rechts, de aloude coalitie met sociaaldemocraten en liberalen voort te zetten – die allebei samenwerking weigeren met radicaal- en extreemrechts. Daarom proberen de drie die coalitie nu uit te breiden met de (verzwakte) Groenen. Zo kan het politieke midden komende vijf jaar een stabiele meerderheid blijven vormen. De Groenen krijgen daarmee meer macht dan voorheen. Ook Groene steun voor Ursula von der Leyens tweede termijn als Commissievoorzitter is cruciaal. Dit is precies wat Europa nodig heeft: dat centrumrechts stopt met extreemrechts op te vrijen.
Waarom is Frankrijk anders dan al die landen waar rechtse populisten tegenvallende resultaten boekten, of werden afgestraft? Eén hypothese is dat burgers in deze landen hebben gezien dat simplistische oplossingen als „grenzen sluiten” onuitvoerbaar zijn en dat je met samenzweringstheorieën over „omvolking” geen land kunt runnen. Dat is het Jordaanse scenario. Een andere hypothese is dat in veel landen waar radicaal- of extreemrechts achteruitging, veiligheid een belangrijker thema is dan migratie. Veel van deze landen liggen vlak bij Rusland en Oekraïne. Burgers mogen kritisch zijn over de EU, maar afgelopen jaren hebben ze gezien hoe beestachtig Rusland zich in zijn oude Sovjet-achtertuin gedraagt. Russische sabotage in de EU neemt toe. Niemand wil die chaos importeren. Een goede reden om experimenten met Ruslandgezinde, anti-Europese en anti-Amerikaanse partijen te stoppen. Dit zijn landen langs Europa’s buitengrenzen die vroeger ‘periferie’ waren. Nu, vanwege de geopolitieke turbulentie, worden ze de stootwil van Europa.
Frankrijk ligt ver van dit front. Fransen hebben de luxe nog om hun ogen te sluiten voor Le Pens gedweep met Moskou in het verleden. Voor haar anti-NAVO- en anti-EU-retoriek, haar onversneden anti-Amerikanisme. Als RN de verkiezingen wint en gaat regeren, komt de echte test. Veel oostelijk gelegen landen hebben die al gehad. Macrons gok is gevaarlijk. Maar het is ook een wake-upcall, niet alleen voor Frankrijk maar voor heel West-Europa.