Column | Koning Bouterse is dood, leve de Koningin?

Nu het erop lijkt dat de oude partij van Bouterse, de NDP, de verkiezingen heeft gewonnen, en er een intentieverklaring ligt van zes partijen om samen een nieuwe regering te vormen, is het waarschijnlijk dat Jennifer Simons (roepnaam Jenny) voorzitter van diezelfde NDP, ook de volgende Surinaamse president wordt. Want Koning Bouterse is dood (23 december 2024), leve de Koningin, van dezelfde partij, maar vooral toch: van het andere geslacht. Simons zou daarmee als eerste vrouw president worden van het land. De Surinaamse genderrechtenactivist Karin Refos beleeft daarom nu al ‘grote vreugde’ lees ik bij de NOS.

Hebben de genderrechten nu definitief de mensenrechten verslagen? Fleur Agema premier hier, en alle vrouwen blij?

„De Surinaamse samenleving kan zich met 600.000 inwoners eigenlijk geen rancune permitteren”, schreef Volkskrant-journalist Ashwant Nandram op 28 mei 2025. Die opmerking slaat terug op de lange Bouterse-tijd, de Decembermoorden in 1982, de dictatoriale periode ervoor en erna, en ook op de amnestiewet, die in 2012 door de Surinaamse Assemblee (parlement) werd aangenomen. Bouterse ontliep zo strafvervolging. Mooie, dienende rol toen al voor J. Simons, partijgenoot en op dat moment voorzitter van die Assemblee, die de wet er behendig doorheen loodste. Overigens werd die amnestiewet in 2023 nietig verklaard.

Eind goed, al goed, niet jeremiëren, vooruit kijken naar een stralende toekomst, nu met een Vrouw als boegbeeld in het presidentiële paleis. Terecht merkt journalist Nandram op over het voormalig partijleiderschap van Bouterse: „Maar het samenwerken met een veroordeelde crimineel was zelfs voor Surinaamse maatstaven voor veel partijen een brug te ver.”

Maar die smet is niet meer, die is met het overlijden van Bouterse uitgewist, al zou het toch jammer zijn als de uitspraak van Simons uit 1999 in de vergetelheid zou raken: „Als de Decembermoorden echt een issue zijn, hoe kan de NDP dan zo groot zijn?” Een opmerking van Trumpiaanse allure, analoog aan de Amerikaanse platitude: „If you are so smart, why aren’t you rich.”

Wij zijn de grootste en hebben dus ook het grootste gelijk. Wilders zegt het ongeveer zo, om de andere dag. Wordt het fijnzinniger als een vrouw het zegt?

En wordt met die rancune, die blijvende boosheid, die Suriname zich niet kan permitteren, niet gewoon het geheugen bedoeld?

Nederland, met 18 miljoen inwoners, zou zich dus enorm veel meer rancune moeten kunnen permitteren, en toch is ook hier de gewoonte bij elke nieuwe, aantredende coalitie om per regeerprogramma te roepen: het verleden is voorbij, een nieuwe, hoopvolle dag breekt aan. Lef! Het lijkt wel mindfulness, dat enkel in het hier en nu leven: politiek gesproken is het zwakzinnig.

Het geheugen is een lastig ding, het haalt zaken terug als die Decembermoorden van wel drieënveertig jaar geleden, of, zoals in Nederland, van tachtig jaar her. Dodenherdenking schrappen? Niet meer aan doen? Wel de koloniale periode herdenken, daar excuses voor maken, of helemaal vanaf Stunde Null beginnen? Alles één groot, daverend nu?

Dat lukt nergens, en zeker niet in Suriname, waar op bevel van Bouterse vijftien vooraanstaande Surinamers werden vermoord. Juist op zo’n relatief kleine gemeenschap is dat een enorme aanslag: iedereen kent iemand die weer iemand kent die familie is van zo’n slachtoffer.

Zand erover? Ja, zo doen ze dat bij grafkisten.

Stephan Sanders is essayist.