Column | Jodenhaat in de gangen van het Pentagon

Nu het hysterische spektakelstuk rond Douwe Bob voorlopig lijkt afgerond, met een arrestatie (de hooligan-voorman van de Amsterdam Defence Force) en een halve spijtbetuiging (de hooligan-partijleider van de Haagse liberalen), kunnen we misschien een ander, publicitair hier wat minder belicht stukje ophef onder de loep nemen, daar verderop in Trump-land.

Daar ontmoeten we Pete Hegseth, de frisse en vrolijke minister van defensie die aan de voeten van zijn godgelijke leider, de Grote Gouden Bitcoin, het Amerikaanse leger aan het omkneden is tot een slagorde Rambo’s. Deze Pete heeft een woordvoerder, de frisse en vrolijke Kingsley Wilson, een echte Trumpista met het bijbehorende golvende lange haar en gave gebit. Ze twitterde voor haar aantreden graag: vóór massadeportaties, tégen trans personen (zouden geen vuurwapens mogen hebben en „niet zichtbaar” moeten zijn in een „gezonde samenleving”) en „Ausländer Raus!”, een diplomatieke steunbetuiging aan de AfD.

Tot zover niks aan de hand. Allemaal modale meningen in Trumps frisse en vrolijke Washington. Toch kwam Kingsley onlangs in opspraak door haar tweets en werd er door onpatriottische Congresleden om haar ontslag gevraagd – tevergeefs natuurlijk, want Pete staat pal achter haar.

Wat had Kingsley – die zichzelf „onbeschaamd rechts” noemt – nu misdaan? Ontdekt was dat ze kort voor haar aantreden ook herhaaldelijk twitterde over Leo Frank, een man die in 1913 in Georgia een 13-jarig meisje had „verkracht en vermoord”. Die oude zaak, destijds een nationale sensatie, is online herontdekt en een cause célèbre voor Amerikaanse neonazi’s.

Leo Frank was namelijk Joods.

De feiten in het kort. Frank, directeur van een potloodfabriek in Atlanta, werd ter dood veroordeeld voor de moord op zijn jonge werknemer Mary Phagan, vooral op basis van een verklaring van de zwarte portier van de fabriek. Omdat er achteraf sterke twijfels rezen aan de kroongetuige – van wie werd vermoed dat hij zelf de moordenaar was – zette de gouverneur van Georgia de straf om in levenslang.

Daar legden de notabelen van Atlanta zich niet bij neer. Opgelierd door de lokale pers sleurde een meute Frank uit de gevangenis en hing hem op. Geheel volgens de regels van het duo dat in het Zuiden de dienst uitmaakte: Jim Crow (rassenwetten) en Judge Lynch (eigenrichting).

Franks gruwelijke lot had grote gevolgen. De zaak leidde tot de oprichting van de Joodse Anti Defamation League, die strijdt tegen antisemitisme. Maar het blies ook de Ku Klux Klan nieuw leven in. Kleinkinderen van de witte puntmutsen scandeerden in 2017 in Charlottesville (Virginia) de leus „Jews will not replace us” en gebruiken de zaak-Frank nu als antisemitisch hondenfluitje.

Wie oude kranten van Atlanta erop naslaat, ontmoet een giftige walm van racisme en Jodenhaat. Hoe diep het laatste zat blijkt uit het feit dat – ongehoord in die streken – het woord van een zwarte getuige werd geloofd boven dat van een witte verdachte. Maar ja, Frank was Joods.

Frank had ook verdedigers in de pers, maar die legden het af tegen de hetze tegen „rijke Joden” Hoe komt het toch, sneerde The Jeffersonian, dat „alle Kaukasische rassen ‘vooroordelen’ hebben over joden?” En, klassiek: „Rijke Joden kopen en verkopen ons – en lachen ons achter onze rug uit.” Geen wonder dat een tijdgenoot in Wenen, een zekere Hitler, aandachtig keek naar het Amerikaanse Zuiden.

Goed, dit is dus de zaak waar Kingsley Wilson, woordvoerder van de Amerikaanse minister van defensie, graag over twitterde – om Frank postuum opnieuw te lynchen.

Je kunt je druk maken om Douwe Bob en zijn instant-engagement op een kinderpodium, of je fixeren op Gaza-protesten en een nieuwe draai geven aan de gebedsmolen van publieke ophef, maar echte haat huist vaak onderhuids – tot in de frisse, fruitige gangen van het Pentagon.

Sjoerd de Jong is redacteur van NRC. Hij schrijft om de week op deze plaats een column.