Het is een misvatting dat je het alleen met geliefden of vrienden kan uitmaken, het wil ook prima met familie. Een van mijn jeugdvriendinnen verbrak op haar dertigste het contact met haar vader. Onlangs kwam ik haar tegen en na wat beleefdheden over en weer vroeg ik hoe het eigenlijk met hem ging.
„Best prima, zijn buurvrouw houdt me op de hoogte”, vertelde ze. „Het is vooral lekker rustig dat hij niet meer in mijn leven is. Al heb ik soms nog wel medelijden met hem, want hij heeft zichzelf ook niet gemaakt.”
Haar vader had zeer gewelddadige ouders die hem op straat zetten toen hij dertien was. Ik herinner me een man die al begon te schreeuwen wanneer de krant te hard door de brievenbus werd gedaan.
„Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik vanwege zijn moeilijke jeugd extra lief moest zijn”, zei ze. „Dus toen mijn moeder ons verliet en hij totaal instortte, nam ik het huishouden op me en stond ik altijd klaar met een luisterend oor. Tot ik tegen mijn dertigste merkte dat het niets uitmaakte. Hij bedankte me nooit, bleef verongelijkt, schopte continu ruzie, was nooit kritisch op zichzelf. Alsof zijn moeilijke verleden hem een vrijbrief gaf om de rest van zijn leven een eikel te zijn. Op een zeker moment had ik er genoeg van. Ik merkte ook dat ik zijn kindertijd uiteindelijk niet meer als een excuus, maar slechts als een verkláring voor zijn agressie beschouwde.”
Ze snoof.
„Maar weet je wat ik nog het ergste vind? In ons dorp zag iedereen dat een kind mantelzorgde voor een man die nooit had geleerd om verantwoordelijkheid voor zichzelf of zijn gezin te nemen. Niemand die er wat van zei want hee, geen groter taboe in dit land dan je te bemoeien met de opvoeding van andermans nageslacht.”
„Misschien waren ze wel bang. Mijn moeder liep altijd een blokje om als ze je pa de straat in zag komen.”
„Dan nog. Een telefoontje naar jeugdzorg kan altijd anoniem. In plaats daarvan kreeg ik van de hele buurt lof, dat ik zo verantwoordelijk was voor mijn leeftijd.”
Tja. Ze is de enige niet. Ik ken nogal wat mensen die dankzij hun ouders geen kind konden zijn.
„Je zou willen dat er een wet bestond die minderjarigen tegen dit soort vampirisme beschermt”, mompelde ik.
„En tegen de lafheid van de omgeving, maar goed. Uiteindelijk was ik de enige die het kon stoppen.”
Ze grinnikte.
„Ik las ooit dat omdat een tijger vlees eet, dat niet betekent dat jij dan ook meteen zijn diner moet zijn.”
Ellen Deckwitz schrijft elke week op deze plek een column.
Op een zonovergoten zaterdagmiddag is het niet makkelijk vol te houden dat het Leidseplein leegloopt. De terrassen zitten vol borrelende toeristen. Toch houdt de Amsterdamse horeca zaterdagmiddag en -avond een ‘feestprotest’ op het Leidseplein (met een podium, en muziek) omdat het plein te rustig zou worden. Het protest is deels gericht tegen de ‘antitoerismebeweging’. Die demonstreerde eind december op dezelfde plaats – zij het in de stromende regen – tegen het overtoerisme. Amsterdam ontving in 2023 25,4 miljoen dagbezoekers en er waren meer dan 22 miljoen overnachtingen in hotels en andere accommodaties. Verwacht wordt dat de cijfers over vorig en dit jaar weer hoger uitvallen.
De horecademonstranten vinden dat geen probleem. De tekst achterop hun zwarte t-shirts, ‘geef mij maar Amsterdam terug’, is gericht tegen het nieuwe horecabeleid van de gemeente, met onder meer vroegere sluitingstijden. Een jongen met een veelkleurig hoedje draagt een bord met de tekst ‘Free the Dancing and let Dancing free you’ – verwijzend naar de nieuwe regel dat dansen alleen nog maar mag in clubs en zalencentra, en niet meer in gewone café’s. Overkoepelende boodschap: het moet vooral níét rustiger worden in de stad.
Bij de demonstratie tegen overtoerisme waren „ongeveer dertig mensen”, zegt kroegbaas Giel Swaan, organisator van de horeca-demonstratie, vooraf in een telefoongesprek. „Wij willen laten zien: er zijn veel méér mensen die het leuk vinden als de stad leeft en bruist. Je moet er geen dorp van maken.” Bij de demonstratie zaterdag zijn in ieder geval meer dan dertig mensen aanwezig.
‘Het gaat om gedrag’
Pim Evers (52) heeft een horecazaak op de Wallen en is vooral gekomen uit protest tegen de plannen van de gemeente. Het aantal toeristen in de stad is volgens hem geen issue. „Daar heb je geen grip op. Mensen komen toch, of je moet de Nachtwacht verplaatsen. Het gaat niet om het aantal, het gaat om het gedrag.” Hij noemt het voorbeeld van een vredige avond met vierhonderd Deense voetbalsupporters, tegenover een rampzalige met veertig Engelse hooligans.
De antitoerismedemonstratie was georganiseerd door ‘Het is genoeg’, een platform van negen bewonersgroepen tegen overtoerisme. Ze zijn er nu ook, een man of vijftien, voor een bescheiden tegendemonstratie. Binnenstadsbewoner Michiel van Wijk (66) draagt in een fluoriscerend hesje met achterop ‘Samen voor onze buurt. Bewoners Amsterdam’. „De horeca zegt: er moet meer reuring in de stad komen. Wij zijn van mening dat er wel genoeg reuring is. Kijk”, hij wijst om zich heen, „de terrassen zitten vol.”
„De gemeente laat iedereen maar komen”, zegt Dingeman Coumou van het platform in een telefoongesprek. „Een hek om Amsterdam hoeft niet. Wel: de verkeerde toerist weren, die komt voor de drugs en voor de prostitutie.” De horeca pakt het volgens hem zelf verkeerd aan. „In de binnenstad komen nog maar weinig Amsterdammers omdat de horeca is overgenomen door het toerisme. Dat haalt de authentieke sfeer weg. Ze moeten beter nadenken over hoe ze hun product verkopen, om dat vreselijke woord even te gebruiken.”
Buurtkroegen
Op het Leidseplein laat Amerikaan Sean Cody (55) een eindje van de demonstratie zijn terriër uit, hij woont sinds 24 jaar in Nederland. Hij vindt dat iedereen veel te veel zeurt over toeristen. „Mensen weten niet hoe goed ze het hebben. Toen ik hier kwam wonen was het vies, er waren heel veel junks en weinig toeristen. Het is duurder geworden, ja. Maar het is schoon. En veilig.” Cody heeft een fietsverhuurbedrijf gehad, dat floreerde dankzij toeristen, en kent enkele horecaondernemers op het Leidseplein. Volgens hem zijn er rond het plein ook buurtkroegen waar alleen Amsterdammers komen. O, en op dat terras zitten de Amsterdamse kakkers, wijst hij.
Jools Taanman (20) is een van de weinige jongeren bij de demonstratie. Ze werkt in de horeca, achter de bar en in de keuken. Over toeristen heeft ze het niet, zij windt zich op over de regel dat je niet meer mag dansen in cafés. „Daarom ben ik hier. Ik vind dat ik niet mag klagen als ik niet probeer er iets aan te doen. Wij moeten toch kunnen dansen?”
Wie dacht dat de Europese Unie haar defensieprobleem had opgelost en de financiering rond had met de uitnodiging van Ursula von der Leyen aan alle EU-landen om de komende jaren 800 miljard euro te gaan lenen, komt bedrogen uit. In het Pools Legermuseum, in de oude citadel van Warschau, valt zaterdag te horen dat de zoektocht naar geld pas net is begonnen.
„Een groeiend aantal landen gelooft dat verdere stappen nodig zijn”, zegt de Poolse minister Andrzej Domanski, nadat hij even daarvoor een vergadering van de EU-ministers van Financiën heeft voorgezeten. Naast hem knikt de Eurocommissaris voor Economische Zaken, Valdis Dombrovskis: „Ook wij staan ervoor open om voorbij de bestaande initiatieven te kijken.”
Het nieuwste plan: een club van vrijwillige landen van binnen en buiten de EU, die wapens samen gaan aankopen en mogelijk ook samen gaan beheren. Dat moet leiden tot efficiënter inkoopbeleid en zal, via een nieuwe financiële constructie, behapbaarder zijn voor landen met hoge schulden. Of Nederland aan zo’n club zal meedoen, blijkt in Warschau, hangt af van de voorwaarden.
Lidmaatschap
Feitelijk staan de ministers van Financiën die elkaar zaterdag troffen al maanden voor hetzelfde probleem: ze doen hun best om de nieuwe defensiewensen van Europa financieel haalbaar te maken, maar de meesten hebben maar weinig ruimte op hun eigen begroting om jaar in jaar uit pijnloos vele extra defensiemiljarden vrij te maken.
Vorige maand werden de Europese regeringsleiders het in Brussel in sneltreinvaart eens over een groot herbewapeningsplan, ReArm Europe. Dat plan speelt alvast meer geld vrij door extra leenruimte te scheppen en via goedkope leningen van de Europese Commissie. Maar veel landen zoeken nog naar manieren om efficiënter in te kopen en zich minder diep in de schulden te steken.
Op het initiatief van Polen, dat het roulerende EU-voorzitterschap in handen heeft, stelde de Brusselse denktank Bruegel een rapport met de mogelijkheden op. Daarin wordt het opzetten van een nieuw initiatief, buiten de vaste vorm van de EU om, als meest wenselijke optie neergezet.
Dat ‘Europese Defensiemechanisme’ (EDM) kan het geld van de deelnemende landen direct inzetten om aankopen te doen, en ook als onderpand gebruiken voor leningen – gezamenlijk lenen ligt dus opnieuw op tafel. Landen als het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Oekraïne kunnen ook meedoen, terwijl EU-lidstaten, zoals Hongarije, de ruimte hebben om dat niet te doen.
Het is de bedoeling dat de investeringen zoveel mogelijk belanden bij de deelnemers, zodat hun industrie optimaal van de nieuwe golf aan defensiegeld profiteert. Het model dat Bruegel voor ogen heeft, zou zich in de eerste plaats richten op strategische en grensoverschrijdende aankopen waarvoor coördinatie logisch is, zoals satellieten en luchtverdedigingssystemen.
Kopgroep
Het eerste grote voordeel van zo’n nieuwe defensieclub, aldus Bruegel, is dat het centraal inkopen van wapens veel efficiënter is dan als landen los van elkaar hun defensie-investeringen opkrikken. Nu kent Europa een scala aan verschillende tanks en wapensystemen, doordat landen steeds afzonderlijk opereren bij het aankopen van nieuw materiaal.
De Poolse minister van Financiën Andrzej Domanski was gastheer van de bijeenkomst. Zijn land is momenteel roulerend voorzitter van de EU.
Foto Marcin Obara/EPA
Dat is ook de reden dat Nederland niet afwijzend tegenover het voorstel staat, zegt Eelco Heinen. De Nederlandse minister van Financiën is over een aantal onderdelen zelfs uitgesproken enthousiast: „Als je dit harmoniseert in Europa en gezamenlijk inkoopt, dan kan je enorme schaalvoordelen gaan halen, meer veiligheid voor dezelfde euro.”
Dat het geld niet via de EU zou worden verdeeld, maar via een aparte club, ziet Heinen niet als een probleem. Integendeel: waar de Europese Commissie tot op zekere hoogte de macht heeft om zijn zin door te drukken, krijgt zo’n nieuw model waarschijnlijk „meer veiligheidskleppen” ingebouwd waarmee Nederland zaken kan blokkeren die het niet ziet zitten, aldus de minister.
De deelname van andere landen – de Britten voorop – beziet Nederland ook positief. Onlangs bleek al dat Nederland met het VK en enkele andere landen had overlegd over een vergelijkbaar Brits initiatief. Ook daarbij zou een kopgroep van welwillende landen samen wapens gaan inkopen.
Het Bruegel-rapport beschrijft nog een ander voordeel: een Europees Defensiemechanisme kan zelfstandig geld lenen en materieel aanschaffen, zonder dat er extra schuld op de nationale begrotingen verschijnt. De landen die mee willen doen, zouden een soort lidmaatschapsgeld betalen om mee te doen en als aandeelhouder aan tafel te zitten. Ook de Europese Commissie zou zo aan kunnen schuiven, al ligt dat bij een deel van de enthousiaste landen gevoeliger.
Over de financiering valt bij Nederland meer aarzeling te horen, zeker als er geleend wordt van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), een fonds dat tijdens de eurocrisis werd opgericht om noodlijdende landen te hulp te schieten. Dit is een van de opties die Bruegel oppert. Het ESM zelf ziet dat wel zitten, Heinen niet. „Als je kijkt waar het in de wereld nu naartoe gaat, zijn we blij dat we zo’n construct hebben en zeg ik: laten we dat niet hiervoor gaan aanspreken.”
Nederland lijkt daarin dit keer minder alleen te staan dan in zijn gesmoorde verzet tegen ReArm Europe. De Duitse minister van Financiën, Jörg Kukies, zegt even verderop dat hij gezamenlijke leningen niet per definitie afwijst, maar nu nog geen duidelijke onderbouwing heeft gezien.
De door Bruegel gedroomde Europese herbewapeningsclub is nog lang geen feit, wordt in Warschau duidelijk. De grootste voorstanders zitten nu vooral in Oost-Europa. „De meest zenuwachtige landen zijn het meest positief”, zo vat een diplomaat in de wandelgangen de verhoudingen samen. Dat kan ook verklaard worden door een bonus die Bruegel voor deze landen voorstelt: landen die grenzen aan Rusland en Wit-Rusland zouden renteloos moeten kunnen lenen, evenals de landen met de hoogste defensiebudgetten.
In een bos aan de Kanaalweg in het Noord-Brabantse Drunen is zaterdagmiddag een natuurbrand uitgebroken. De hulpdiensten spreken van een „zeer grote brand”. De brand kan zich nog uitbreiden, stelt de brandweer. Er is een NL-Alert verstuurd, waarmee mensen in het gebied is opgeroepen het bos direct te verlaten.
De precieze omvang van de brand is nog onduidelijk. Een politiehelikopter is ingezet om het gebied vanuit de lucht in kaart te brengen. De brand woedt net buiten het dorp, in het nabijgelegen Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen is geen brand.
Meerdere brandweereenheden zijn opgeroepen om het vuur te bestrijden. Het blussen zal naar verwachting nog „geruime tijd” in beslag nemen.
In de afgelopen maand zijn er bijna evenveel natuurbranden geweest als in heel 2024. Dat heeft te maken met de aanhoudende droogte, harde wind en uitzonderlijk warme temperaturen. Alleen al vorige maand werden naar schatting tachtig branden gemeld.
Op veel plekken in Nederland is al twee maanden geen regen gevallen, terwijl ook meerdere warmterecords werden gebroken. In de afgelopen twee weken moest de brandweer uitrukken naar onder meer natuurgebied De Meinweg in Limburg en de hei bij Ede.