Column | Jezus als wc-rolhouder

Nicolien Mizee

Een hindoeïstische mevrouw gaat uit eten in een hip, vegan restaurant in Amsterdam. In de wc van het restaurant staat een beeld van Ganesha naast het fonteintje. Ganesha, zoon van Shiva, is een god met een olifantskop. Dat heeft iets grappigs, dat begrijpt die mevrouw ook. Toch hindert het haar en als de ober komt vragen of alles naar wens is, zegt ze er iets over. De ober stelt voor Ganesha naar een respectvoller plek te verplaatsen. Naast de plantenbak in de hoek? Op een tafeltje met een kleedje? De kwestie wordt in goede harmonie opgelost. Dit verhaal las ik ongeveer een jaar geleden in de krant.

Zoiets zet je aan het denken. In Berlijn heb ik eens een groepje Japanse toeristen gekapitteld die geinige selfies maakten bij het Holocaustmonument. Maar stel nou dat ik op rondreis ben in India en overal kerststalletjes in tuinen zie staan. Grote kerststallen, kleine kerststallen. Eigenaardig, denk ik, maar ja, bij ons zie je overal Boeddhabeelden. Er wordt niks vervelends mee bedoeld.

Dan ga ik in New Delhi naar een kosmopolitisch restaurant. Ik moet naar de wc. Als ik wil doortrekken, zie ik dat het handvat een kleine plastic crucifix is. Het hangt ook nog ondersteboven: die arme Jezus hangt op zijn kop. Zal ik in mijn beste Engels bezwaar gaan maken? Ach nee, ik ga morgen alweer terug naar Nederland. Ik wurm Jezus met behulp van een haarspeld en een oorbel los en stop hem in mijn handtas. Snel afrekenen maar en wegwezen. Geen fooi, natuurlijk.

Op dit punt in het verhaal besef ik dat mijn voorbeeld niet deugt. Die hindoeïstische mevrouw was niet op vakantie, ze wóónde in Nederland! Ik begin opnieuw: ik ga met mijn twee zusjes naar onze favoriete pizzeria. Na een uurtje ga ik naar de wc en wat zie ik? Een kruisbeeld is tot wc-rolhouder gemaakt: Jezus heeft aan elke arm een wc rol en een derde rol over zijn hoofd.

Terug aan tafel, overleg ik fluisterend met mijn beide zusjes. Wat moeten we doen? Een foto op Instagram zetten? Maar we zitten niet op Instagram.

Mijn jongste zusje haalt haar schouders op. „Ik snap niet waar jullie je druk om maken. Ik wil een dame blanche en daarna koffie.”

„Het kan Jezus natuurlijk niks schelen”, zegt mijn oudste zus. „Die is wel erger bespotting gewend. Ik wil een sorbet.”

„Nog iets toe, dames?” Daar is de ober.

„Een dame blanche, twee sorbets”, begin ik, „iets anders: dat kruisbeeld op de wc…”

„Dat heeft mijn vader gemaakt! Ik vind het zó geinig! Altijd aan het knutselen, die ouwe! Een dame blanche, twee sorbets.”

We zijn direct verzoend.

Maar wat doe ik nou als die ober aanhanger van de Satanskerk blijkt te zijn en zegt dat hij van plan is een handel te beginnen in deze wc-rolhouders? Ach, dan heeft discussie ook geen zin. Dan gaan we er gewoon niet meer eten.

Jammer hoor, want die pizza’s zijn heerlijk.

Nicolien Mizee is schrijver en vervangt Frits Abrahams tijdens zijn vakantie.