Column | In het Dolfinarium heeft zelfs de speeltuin een educatieve boodschap

‘Groot applaus voor… Toetoe!” En daar komt ze aangewaggeld, vanachter de coulissen. Het oudste en grootste vrouwtje van de groep. Geboren in 2002, 95 kilo schoon aan de haak. Ze krijgt gelijk een visje en een aaitje over de neus en stiefelt verder langs de rand van het bassin.

Best vlotjes, dankzij haar grote voorvinnen, vertelt een medewerker van het Dolfinarium door een headsetmicrofoon. En kijk eens, met die krachtige voorvinnen kan ze ook goed in het water duiken. En die vinnen komen ook „su-per goed van pas” om vanuit het water grote sprongen te maken, bij het jagen op een vis. En kijk toch eens!

Hup, zomaar een pirouette in de lucht.

‘College’ stond op het welkomstbordje bij het Zeeleeuwentheater. En dat klopt ook wel. Zo’n hoorcollege op een druilerige dinsdagochtend waarbij de docent enthousiast van wal steekt – „weet iemand het verschil tussen een zeehond en een zeeleeuw?” – terwijl het publiek, chips en krentenbollen kauwend, liever achteroverleunt.

Misschien ook wel omdat het publiek deels uit ouders met jonge kinderen bestaat. En ouderen met rollators. En toeristen uit Duitsland, India, Denemarken en Japan die, omdat het college in het Nederlands is, sowieso niet volgen waar het over gaat.

Goed, dinsdagochtend is vast niet de beste dag om te gaan. Maar ik was nog nooit in het zeezoogdierenpark in Harderwijk geweest. En ik was nieuwsgierig geworden na een uitspraak van de rechtbank in Den Haag. Die had vorige week een dwangsom teruggedraaid die de staatssecretaris aan het Dolfinarium had opgelegd omdat het de regels van de dierentuinvergunning zou hebben overtreden.

Dat was in april, toen de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur na filmopnames van een actiegroep had geconcludeerd dat het Dolfinarium zijn dieren „onnatuurlijke kunstjes zonder educatieve boodschap” laat doen. Terwijl in de vergunning staat dat onnatuurlijk gedrag tijdens voorstellingen alleen is toegestaan als dit nodig is „voor de verzorging van de dieren” én „om de gezondheidscontrole te illustreren”, óf als dit gedrag bijdraagt aan het „verduidelijken van de educatieboodschap”.

Het Dolfinarium, kritisch gevolgd door dierenwelzijnsorganisaties, ging er met succes tegen in beroep. De focus, zei het park, ligt al lang niet meer op entertainment en wél op educatie. Of, zoals de directeur het liever noemt: ‘edutainment’.

En dus heten alle diervoorstellingen – tweemaal daags met zeeleeuwen, bruinvissen, zeehonden, dolfijnen – ‘educatieve presentatie’. En staat zelfs bij de kinderspeeltuin met schommels een educatief bordje: ‘Door te spelen train je je spieren, hersenen, coördinatie…’ En in elke dierpresentatie valt meermaals het woord ‘gezondheidscheck’ of ‘-training’ op het moment dat de dieren op commando op hun rug gaan liggen, blazen of hun bek openen. Dat zijn liefst twee gezondheidschecks (of illustraties ervan) per dag, veertien per week – kom daar maar eens aan.

Hoogtepunt deze dinsdag is de trainingssessie in de befaamde ‘blue dome’, waar een inmiddels opgewarmd publiek toekijkt hoe een drietal dolfijnen synchroon – „dolfijnen zijn groepsdieren” – metershoog de lucht in springt – „zo gaan ze samen op zoek naar vis of vrouwen” – en ook hier houdt een medewerker niet op met educatieve uitleg.

„Ik hoop dat u genoten heeft”, klinkt na afloop. Vragen? Nee, geen vragen. Ja toch eentje, van een toerist. „Is there a show in English?”

Freek Schravesande doet elke donderdag ergens vanuit Nederland verslag.