Column | Hypocrisie en inconsistentie

Ik ben altijd een warm pleitbezorger geweest van hypocrisie. Vijf jaar geleden schreef ik in een column dat hypocrisie onvermijdelijk is, dat het mensen zelfs reliëf geeft. Ik moet dat leuke tegendraadse standpunt nu helaas nuanceren. De afgelopen week waren er zo veel aanstootgevende voorbeelden van hypocrisie dat het zelfs mij als liefhebber begon tegen te staan. Het dwong me om dieper na te denken over wat hypocrisie eigenlijk is, en waarom het soms storender is dan anders.

Het hypocrisieverwijt gaat vaak over inconsistentie. Als je kritiek hebt op Israëls handelen in Gaza, dan had je ook kwaad moeten zijn over de etnische zuivering in Nagorno-Karabach. Of: als je vrouwenrechten zo belangrijk vindt, dan moet je je niet alleen uitspreken over het patriarchaat in Nederland, maar ook over dat in Afghanistan. Of: als je klimaatactivist bent, mag je niet vliegen, vlees eten of op skivakantie.

Dat inconsistentieverwijt snijdt niet altijd hout. De vergelijking tussen Gaza en Nagorno-Karabach gaat bijvoorbeeld niet op, niet alleen vanwege het verschil in schaal en aantallen doden, maar ook omdat Israël westerse wapens krijgt en Azerbeidzjan niet. De verontwaardiging over het eerste is dus logischerwijs groter. Ook de vergelijking tussen het patriarchaat in Nederland en dat in Afghanistan is scheef: op dat eerste kunnen Nederlandse feministen invloed uitoefenen, op het tweede niet.

Daarnaast is consistentie niet hetzelfde als volledigheid. Wie niet al het onrecht in gelijke mate veroordeelt, is niet zozeer inconsistent als wel onvolledig. Pas als iemand een bepaald onrecht ontkent, of een overduidelijk onrecht negeert, kun je hem inconsistentie verwijten. Dat geldt bijvoorbeeld voor linkse mensen die vrouwenonderdrukking in migrantengemeenschappen negeren, met als tragisch dieptepunt een PvdA-raadslid dat ooit een regenboogboerka aantrok naar de Canal Parade.

Volgende vraag: is inconsistentie per definitie hypocriet? Het korte antwoord is nee. Na wat grasduinen in de literatuur vond ik in een paper een leuke definitie: hypocrisie is een vorm van inconsistentie die blijk geeft van een ondeugd, zoals partijdigheid of zelfingenomenheid. Er zijn dus vormen van inconsistentie die niet hypocriet zijn, omdat iemand om andere redenen niet handelt naar zijn idealen, bijvoorbeeld door geldgebrek of praktische obstakels. Denk aan voormalig klimaatminister Rob Jetten, die naar Argentinië vloog om zijn schoonfamilie te bezoeken: er is nu eenmaal geen andere manier om daar snel te komen.

Nu begrijp ik mijn irritatie van de afgelopen week over sommige reacties op het geweld in Amsterdam: die toonden niet zomaar inconsistentie, maar échte hypocrisie. Laten we even inzoomen op de casus ‘Dilan Yesilgöz’. In verschillende uitingen, van tweets tot een ‘longread’ op de partijsite, liet de VVD-leider duidelijk zien dat ze haar waarden selectief toepast.

Zo schreef ze dat we „niet tolerant mogen zijn voor intolerantie”, terwijl ze met de grootste haatzaaier uit de naoorlogse Nederlandse geschiedenis een kabinet heeft gevormd. Iemand die al twintig jaar bezig is moslims en politieke tegenstanders te demoniseren en het publieke debat van zijn laagje beschaving te ontdoen. Die nu van Marokkaanse Nederlanders tweederangs burgers wil maken door de definitie van ‘terrorisme’ zo op te rekken dat uiteindelijk elke kruimeldief met een dubbel paspoort het land uitgezet kan worden.

Ze stelde dat mensen met een migratieachtergrond „onze normen en waarden” niet onderschrijven, terwijl de haatzaaier in kwestie dat zelf niet doet (denk aan zijn intolerantie, selectieve vrijheidsbegrip en minachting voor het gelijkheidsbeginsel), en terwijl bondgenoot Israël het internationaal humanitair recht, gebaseerd op onze normen en waarden, as we speak aan het vermorzelen is. Ik snap dat zij aan dat laatste weinig kan doen – hoewel ze meer kan doen dan u en ik – maar het onbenoemd laten getuigt in elk geval van onvolledigheid en in deze context misschien wel van inconsistentie.

Als klap op de vuurpijl postte Yesilgöz zondag foto’s op X van politieagenten die bij een verboden demonstratie op de Dam stonden, met het commentaar: „En dan je afvragen waarom mensen vertrouwen in de overheid verliezen. In hemelsnaam.” Waarmee ze leek te willen zeggen: de vertrouwenscrisis komt door slappe gezagsdragers. Wat een tekst, van de leider van de partij die al veertien jaar onafgebroken regeert, de langst zittende en vaakst liegende premier ooit leverde, medeorganisator was van het Toeslagenschandaal, en aan de macht was toen tijdens de ‘functie elders’-crisis het vertrouwen een duikvlucht nam.

Het zijn zuivere voorbeelden van hypocrisie: ze tonen inconsistentie die alleen het gevolg kan zijn van partijdigheid. Yesilgöz kijkt welbewust weg van eigen falen. Maar het zal weinig indruk maken dat ik dit zeg, want het woord ‘hypocrisie’ is door kwistig gebruik impotent geworden. Het zal mensen worst wezen of ze hypocriet worden genoemd. Gelukkig is er nog een ander woord dat de lading ook prima dekt: ongeloofwaardig. Als je zegt ergens voor te staan, maar die waarden alleen toepast wanneer het je uitkomt, heb je je geloofwaardigheid verloren.

Floor Rusman ([email protected]) is redacteur van NRC